Читать книгу In het Hol van den Leeuw: Reisschetsen uit Sovjet-Rusland - J. Fabius - Страница 4
UIT OOST-PRUISEN
ОглавлениеKoningsbergen, 18 Mei
Het is hier in 't Noorden op het oogenblik nog koud en als men eenige uren in een open auto heeft doorgebracht, zegent men de centrale verwarming op zijn hotelkamer.
Ik ben vanmiddag naar het hoofdkwartier-Oost geweest, in gezelschap van een majoor van den generalen staf.
Langs den gladden breeden weg suisden wij voort, door het prachtige voorjaarslandschap, vlak, hier en daar toch even een golving, net genoeg om relief te geven. Veel weiden passeerden wij met hollandsch vee, zwart-bont, en hier en daar stond een molen, net als bij ons.
Heel vroeger schijnen hier ook hollandsche nederzettingen te zijn geweest, landverhuizers, onder den Grooten Keurvorst hierheen getogen. De huizen zijn groot en welvarend, nu en dan een klein kasteeltje, meer echter nog buitenhuizen.
Wij zijn hier in 't land der groot-grondbezitters, met bijna geen kleinen boerenstand.
De verhoudingen zijn nog patriarchaal, en ook de adel zelf is nog eenvoudig, nog weinig doende aan luxe, meer nog de heereboer.
Kijkt men op de kaart, dan is het land bedekt met historische namen; Eylau en Friedland doen aan Napoleon terugdenken. Wij passeerden het slagveld van Eylau, waar op de plaats, waar Napoleon stond, een eenvoudig gedenkteeken is opgericht; maar dan lezen wij een eindje verder Gumbinnen-Stallupönen en ineens zijn wij weer midden in den tegenwoordiger wereldbrand.
In het hoofdkwartier werd ik heel vriendelijk ontvangen en toen ik mededeelde, dat het mijn plan was door de linies te gaan, bleek men daartegen in 't geheel geen bezwaar te hebben.
De politieke toestand is hier in 't Oosten anders wel buitengewoon ingewikkeld. Ik begin er nu zoo langzamerhand eenig beeld van te krijgen en aangezien het den waarden lezer wel net zoo gegaan zal zijn als mij, n.l. dat hij er niets van weet, zal ik trachten u een klein beeld van den toestand te geven.
Ik voeg er vooraf aan toe, dat dit geen eigen aanschouwing is, maar dat komt later, eerst is het toch wel noodig een algemeen overzicht te geven.
Sedert den wapenstilstand in November is hier in 't noord-oosten een eigenaardige toestand ontstaan doordat de Polen, in afwachting van den vrede, reeds een gedeelte van Duitschland bezet hebben. De Duitschers hebben daartegenover hun maatregelen genomen door hun in de oostelijke garnizoenen gedemobiliseerde troepen met vrijwilligers weer op sterkte te brengen. Tezamen vormen die troepen de "Landesschutz Ost." Deze Landesschutz heeft echter ook nog te waken tegen de bolsjewiki, waarmede de Polen echter ook op voet van oorlog staan. Gedeeltelijk vechten hier dus Duitschers en Polen tegen elkaar, en gedeeltelijk naast elkaar.
De Polen zelf hebben echter nog meer te doen, want ook met Tsjecho-Slowaken en Oekrainers staan ze op niet al te besten voet.
De Bolsjewiki, dat eigenlijk een verzamelnaam is voor troepen op zeer heterogene wijze samengesteld, worden door de Duitschers tegengehouden in Koerland, Estland en Litauen, vroeger russisch gebied dus.
Het front loopt ongeveer van Riga, precies in zuidelijke richting, tot in de buurt van Lyck, waar het duitsch-poolsche, poolsch-bolsjewistische en duitsch-bolsjewistische front tezamen komen.
Dat is ook het punt, waar de liefhebber zich voor duizend roebel naar Rusland kan laten overzetten; er zijn nog wel meer gaatjes in het front, maar dit schijnt een van de meest gebruikte.
In dit vroegere russisch gebied is tusschen de Letten, die daar sedert den vrede van Brest-Litofsk een eigen staat hebben, en Litauen, door het optreden der bolsjewiki een scheuring ontstaan en daar schijnen de eigenaardigste toestanden te heerschen.
Ik hoop er morgen heen te vertrekken en kan u dus binnenkort uit eigen ervaring meedeelen hoe de vork in den steel zit.
De entente schijnt nu geëischt te hebben dat de Duitschers zich uit dit gebied terugtrekken.
Goed, zeggen de Duitschers, weet dan echter wel dat wanneer wij hier weggaan en ons achter de grens van 1 Augustus 1914, d.i. dus ongeveer bij Memel, terugtrekken, de bolsjewiki hier onmiddellijk zullen binnenvallen en dan moet je zelf maar zien hoe je ze er uit krijgt.
De voor de hand liggende oplossing zou zijn dat de Entente er dan troepen heen stuurde, maar dat gebeurt niet, en dientengevolge blijven de Duitschers er rustig zitten.
Te Koningsbergen zelf hoort men van niets anders dan van protestvergaderingen tegen de vredesvoorwaarden, hetgeen zeer begrijpelijk is als men bedenkt, dat Oost-Pruisen te land geheel en al van het duitsche rijk zal worden afgesneden en daardoor in een heel moeilijke positie komt.
Litauen schijnt, hoewel niet bepaald poolsch gemaakt, toch wel door sterke banden met Polen te zullen worden verbonden.
Men beweert in oost-pruisische handelskringen, dat het een schijn van onafhankelijkheid zal behouden, omdat de Engelschen er een goed oogje op hebben om er het hout voor hun mijnen vandaan te halen.
Hoe het zij, de verbittering is groot, en kan aanleiding geven tot zeer eigenaardige gebeurtenissen.
Men schijnt zich tot Hindenburg gewend te hebben om hem te vragen de leiding te nemen bij een algemeen verzet. Die schijnt er echter niet aan te willen en thans hoort men andere namen noemen.
Wij zijn hier in Oost-Pruisen op historischen bodem, en ook in 1813 begon hier de beweging die Duitschland bevrijdde.
Ik sprak dezer dagen een ouden Duitscher, die mij zeide: wij mogen blij zijn dat de entente met zulke voorwaarden voor den dag is gekomen, daardoor vinden wij onszelf terug, en dat hadden wij na de Novemberdagen noodig.
Voor Oost-Pruisen is het dan ook wel om wanhopig te worden. Afgesneden niet alleen van het eigen land, maar ook van Rusland, waar het zooveel handelsbetrekkingen had, want niet alleen in de Oostzee-provinciën leven heel veel duitsche families, groot grondbezitters ook, die, hoewel trouw aan het russische rijk, veel relaties met de Oost-Pruisen onderhielden.
Dat de Polen zeer fel gehaat zijn, blijkt m.i. ook wel uit de plakkaten, die men overal aangeplakt ziet om de doortrekkende poolsche troepen van generaal Haller niet te beleedigen. Daar waar Franschen, Engelschen, Amerikanen overal ongehinderd in uniform door Berlijn loopen, lijkt mij dit toch wel typeerend.
*
**