Читать книгу In het Hol van den Leeuw: Reisschetsen uit Sovjet-Rusland - J. Fabius - Страница 5

DE VEROVERING VAN RIGA I

Оглавление

Inhoudsopgave

Riga, 23 Mei

Woensdagavond kreeg ik plotseling bericht, dat er een extra-trein naar Mitau zou rijden; of ik lust had om mee te gaan. Ik pakte in allerijl mijn boeltje en kwam nog juist bijtijds aan het station. Daar hoorde ik wat er aan de hand was. De baltische landweer zou den volgenden dag Riga bestormen en men was zoo vriendelijk mij uit te noodigen om er bij te zijn.

Wij zaten den heelen nacht in den trein en kwamen 's ochtends om 8 uur te Mitau aan.

Toen destijds, na de revolutie, de duitsche troepen werden teruggetrokken, bezetten de bolsjewiki dadelijk na de ontruiming Mitau en Riga, waar een letsch sovjetbestuur werd ingesteld. In Mitau heeft dat bestuur slechts kort geduurd, doch in Riga wist het zich te handhaven. Wat er te Riga voorviel, wist men eigenlijk niet, ofschoon de letsche autoriteiten wel op de hoogte waren. De tegenwoordige minister-president had namelijk, als bolsjewiek vermomd, eenige bezoeken aan de stad gebracht en er met verscheidene personen onderhandeld. Daardoor was den ingewijden bekend, dat de bevolking van Riga met het nieuwe bewind allerminst ingenomen was.

Aangezien Riga met haar 500,000 inwoners, waarvan ongeveer 75,000 Duitschers zijn, de invloedrijkste stad van Letland is, was er de regeering veel aan gelegen, ze weer in haar macht te hebben en zoo kreeg de baltische landweer opdracht, de stad te veroveren. Intusschen konden de Letten daarbij de hulp van de duitsche troepen niet missen, want zoodra één deel van de linie in beweging kwam, moest natuurlijk alles voorwaarts. Daar de bolsjewiki juist de laatste dagen hevige aanvallen deden, hadden de Duitschers echter zelf de handen vol; zij beloofden niettemin, als de baltische landweer oprukte, ook hun vleugel zoover mogelijk naar voren te schuiven, om den samenhang te bewaren.

Bij de verovering van Mitau op de bolsjewiki was gebleken, dat de bolsjewistische letsche bevolking een waar schrikbewind tegen de baltische families — met name den adel — en tegen de letsche bourgeoisie had uitgeoefend. Meer dan duizend menschen waren weggesleept of gedood en bijna elke baltische familie heeft het verlies van een of meer leden te betreuren. In de meeste gevallen waren de vrouwen, die door de letsche bolsjewiki in een vrouwenbataljon waren ingedeeld, de hoofdschuldigen.

De verbitterde stemming, die wegens het gebeurde te Mitau aan weerszijden heerschte, maakte den strijd om Riga buitengewoon hardnekkig, daar men over en weer wist dat geen pardon zou worden gegeven.

Van Mitau gingen we — een duitsch majoor van den generalen staf, die bij de bestorming tegenwoordig wilde zijn, een ordonnans-officier en mijn persoon — per auto verder. De oude linie van de bolsjewiki lag weinig meer dan 5 K.M. van Mitau, maar wij wisten dat de aanval die bij 't aanbreken van den dag was begonnen, snel was opgeschoten en dat de bolsjewiki, blijkbaar overrompeld, overhaast terugtrokken.

Wij konden gemakkelijk uitmaken waar gevochten werd, omdat de baltische kabelballon ons de plaats wees vanwaar de staf den strijd leidde en wij zagen dadelijk dat de landweer in enkele uren zeer aanzienlijk was opgeschoten. Wij snorden in snelle vaart langs den weg, voorbij de twee oude linies en daarna door het gebied dat pas nog in handen der bolsjewiki was geweest. Hier was klaarblijkelijk niet hard gevochten, want wij zagen maar weinig sporen van strijd en de weg was nagenoeg leeg. Hoe meer wij echter den kabelballon naderden, des te voller werd het op den rechten weg; wij passeerden treinkolonnes, troepenafdeelingen (alle soldaten droegen duitsche stalen helmen), batterijen, keukenwagens enz., alles zwaar beladen en met stof bedekt. Het leek meer op een volksverhuizing dan op een legermacht, maar niettemin kon een vakman dadelijk waarnemen dat er goede orde heerschte en dat de Balten, aangevoerd door officieren die vroeger in het duitsche leger hadden gediend, hun werk kenden. Wij reden ook een vliegtuig voorbij, dat enkele oogenblikken tevoren met twee officieren te pletter was gevallen. Het terrein was doorsneden met loopgraven en prikkeldraadversperringen; hier lagen namelijk de slagvelden uit den wereldoorlog en nergens was dan ook een huis meer te zien, doch slechts puinhoopen; zelfs de bosschen waren grootendeels vernield.

De kolonnes aan den rechterkant van den weg trokken alle zoo snel mogelijk voorwaarts en toen wij den staf bereikten, die zijn tenten op een weide naast den weg had opgeslagen, hoorden wij dat de bolsjewiki na een achterhoedegevecht nog altijd terugtrokken.

De baltische troepen waren reeds weer in kolonneformatie gebracht en alles stormde voorwaarts om de voeling met den vijand niet te verliezen en hem geen tijd te laten de bruggen over de 800 M. breede Duna te vernielen.

Nadat wij ons eenigen tijd bij den staf hadden opgehouden, waar alle berichten inkwamen — met estafetten, auto's of vliegtuigen — reden wij verder. Het was een schouwspel als uit den ouden bewegingsoorlog; hier waren geen loopgraven, slechts naast en achter elkaar marcheerende kolonnes. Na eenigen tijd zagen wij de eerste huizen der aan deze zijde van de Duna gelegen voorstad van Riga. Toen wij die voorstad binnenreden sprong een jong kapitein op onze auto toe en riep "rijd niet verder! De weg ligt onder machinegeweervuur. Er wordt nu om de brug gevochten."

Wij volgden den goeden raad op, stapten uit en slopen langs de huizen verder naar voren. Het was een breede straat waar wij doorkwamen; angstige bewoners gluurden hier en daar uit de vensters. In het midden was de straat vrij, daar lagen eenige dooden op den rug. Aan beide kanten trokken de troepen voorwaarts met het geweer in den aanslag. Tusschen de gelederen in werden de machinegeweren gedragen; ik zag ook eenige gevangenen die als munitiedragers dienst deden. Van de brug weerklonk hevig vuur.

Opeens viel vlak bij ons een schot uit een tuin; dadelijk drong een patroelje er binnen en even later zagen wij een bolsjewiek den tuin uitrennen en meteen neervallen, door een kogel getroffen.

De officieren, die de Balten aanvoerde; hadden allen geweren genomen en naar beide kanten van de straat werd nu front gemaakt. Men zei dat er nog meer bolsjewiki in de naastgelegen tuinen zaten, en dat bleek ook juist want overal om ons heen werd geschoten. Niettemin bleef de orde in de steeds voortrukkende kolonne voorbeeldig.

Plotseling, na een hoek te zijn omgeslagen, zagen wij de bruggen over de Duna, een voor de spoorlijn en de andere voor voetgangers, voor ons liggen met op den achtergrond de stad Riga. De bruggen waren ongeschonden in handen der baltische troepen gevallen, die reeds op den overkant der rivier in gevecht gewikkeld waren. Men kon duidelijk zien hoe uit de huizen op hen gevuurd werd. Tot mijn verbazing bewoog zich, ondanks het groote gevaar, een dichte menigte burgers, o.w. vele vrouwen en kinderen, op de kade. Toen daarop echter de machinegeweren begonnen te ratelen en de zware slagen der mijnwerpers weerklonken, renden allen weg en zochten dekking achter muren.

Het gevecht was zeer goed te volgen, zelfs met het bloote oog. Het ging om de huizen waaruit geschoten werd, waarin men de projectielen der mijnwerpers kon zien inslaan. Steeds nieuwe troepen trokken over de bruggen en in omgekeerde richting begon reeds de stroom van gevangenen, die aan onzen kant van de rivier werden verzameld. Dan werden de leiders, die verantwoordelijk werden gesteld voor de begane wreedheden, er uit gezocht en na kort verhoor standrechtelijk neergeschoten. Bijna allen stierven koelbloedig; slechts één trachtte, natuurlijk te vergeefs, te vluchten.

Middelerwijl was vlak bij ons een batterij opgesteld, die de huizen aan den overkant onder vuur nam.

Nadat wij het onvergetelijke schouwspel geruimen tijd hadden gadegeslagen, zochten wij onze auto weer op en slaagden er in, daarmee over de brug te komen.

Op den anderen oever, in de stad, lagen overal dooden. Wij hadden in onze auto enkele met karabijnen gewapende officieren medegenomen en toen wij de stad binnenreden woedde de strijd nog aan alle kanten. Er hing een verstikkende reuk van gas, dat uit de kapotgeschoten leidingen ontsnapte, in de straten. De winkels waren overal gesloten; hier en daar waren verordeningen der sovjetregeering aangeplakt en wapperde de roode vlag nog.

Baltische patroeljes trokken evenwel reeds door de straten en bevalen alle vensters te sluiten, en toen wij in een rustiger wijk kwamen, werd onze auto met luid gejuich begroet. Uit alle vensters wuifde men ons met zakdoeken toe. Men kon het den menschen aanzien dat hun een pak van het hart viel, toen zij de bevrijders zagen. Een oude dame kwam op ons toe en snikte "God heeft ons toch niet verlaten. Maar wat hebben we geleden. De citadel zit nog vol gijzelaars en ook de centrale gevangenis. Haast u, anders worden ze doodgeschoten."

Ook de soldaten werden met geestdrift begroet. Hun intocht was een ware triomftocht.

*

**



In het Hol van den Leeuw: Reisschetsen uit Sovjet-Rusland

Подняться наверх