Читать книгу Een Rite Van Zwaarden - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 11

HOOFDSTUK ÉÉN

Оглавление

Thorgrin zat op de rug van Mycoples terwijl ze over het uitgestrekte platteland van de Ring naar het zuiden vlogen. Gwendolyn was daar ergens. Thor hield het Zwaard van het Lot stevig vast terwijl hij naar beneden keek. Onder zich zag hij het miljoenenleger van Andronicus, als een plaag van sprinkhanen die de Ring leek te verzwelgen. Hij voelde het Zwaard in zijn hand pulseren en wist dat het hem vertelde om de Ring te beschermen. Om de indringers te verdrijven. Het was bijna alsof het Zwaard hem vertelde wat hij moest doen—en Thor was meer dan bereid om naar het Zwaard te luisteren.

Spoedig zou hij terug vliegen en de indringers laten boeten. Nu het Schild hersteld was, zaten Andronicus en zijn mannen vast; er konden geen versterkingen uit het Rijk meer de Ring in, en Thor zou niet rusten tot hij alle troepen in de Ring had gedood.

Maar het was nu niet de tijd. Hij moest eerst naar zijn ware liefde, de vrouw waar hij naar had verlangd sinds hij de Ring had verlaten: Gwendolyn. Thor verlangde ernaar om haar weer te zien, om haar vast te houden, om te weten dat ze nog leefde. De ring van zijn moeder brandde in zijn shirt, en hij kon nauwelijks wachten om hem aan Gwendolyn te geven, om haar zijn liefde te verklaren, om haar ten huwelijk te vragen. Hij wilde dat ze wist dat er niets was veranderd tussen hen, ongeacht wat er met haar gebeurd was. Hij hield nog net zo veel van haar—meer zelfs—en dat moest ze weten.

Mycoples maakte een diep spinnend geluid, en Thor kon de vibraties door haar schubben heen voelen. Hij voelde dat Mycoples ook Gwendolyn wilde bereiken, voordat haar iets zou overkomen. Mycoples dook door de wolken heen en klapperde met haar enorme vleugels. Ze leek gelukkig hier, in de Ring, met Thor. Hun band werd steeds sterker, en Thor voelde dat Mycoples al zijn gedachten en wensen deelde. Alsof hij op een extensie van zichzelf zat.

Thors gedachten dwaalden af naar Gwendolyn. De woorden van de voormalige Koningin maalden door zijn hoofd, en hij kon ze niet van zich af zetten, hoe graag hij dat ook wilde. Haar onthulling had hem pijn gedaan, erger dan hij zich had kunnen voorstellen. Andronicus? Zijn vader?

Het was onmogelijk. Een deel van hem hoopte dat het niets meer was dan een wreed psychologisch spelletje van de voormalige Koningin, die hem tenslotte al sinds het begin had gehaat. Misschien was het een leugen, en had ze het hem alleen maar verteld om hem bij haar dochter uit de buurt te houden. Thor wilde dat wanhopig graag geloven.

Maar diep van binnen wist hij dat het waar was. Hoe graag hij ook wilde dat het niet zo was, op het moment dat ze het hem had verteld, had hij geweten dat Andronicus zijn vader was.

De gedachte hing als een nachtmerrie over hem heen. Hij had altijd stiekem gehoopt dat Koning MacGil zijn vader was, en dat Gwen op de één of andere manier niet zijn ware dochter was, zodat ze samen konden zijn. Thor had altijd gehoopt dat op de dag dat hij erachter zou komen wie zijn echte vader was, dat alle puzzelstukjes op zijn plek zouden vallen, dat zijn lotsbestemming duidelijk zou worden.

Erachter komen dat zijn vader geen held was, dat was één ding. Dat kon hij accepteren. Maar het feit dat zijn vader een monster was—de ergste van alle monsters—de man die Thor meer dan wie dan ook dood wilde hebben—het was teveel om te verwerken. Andronicus’ bloed stroomde door zijn aderen. Wat betekende dat voor Thor? Betekende dat dat hij ook voorbestemd was om een monster te worden? Betekende dat hij iets slechts in zich had? Was hij voorbestemd om zoals hij te worden? Of was het mogelijk dat hij anders was dan hij, ondanks het feit dat ze hetzelfde bloed deelden? Stroomde het lot door het bloed? Of maakte elke generatie zijn eigen lot?

Thor vroeg zich ook af wat het betekende voor het Zwaard van het Lot. Als de legende waar was—dat alleen een MacGil het kon hanteren—betekende dat dan dat Thor een MacGil was? En zo ja, hoe kon Andronicus dan zijn vader zijn? Of was Andronicus ook een MacGil?

Het ergste van alles was nog dat Thor geen idee had hoe hij het nieuws aan Gwendolyn moest vertellen. Hoe kon hij haar vertellen dat hij de zoon was van haar grootste vijand? Van de man die haar had aangevallen? Ze zou hem zeker haten. Ze zou Andronicus’ gezicht zien, elke keer dat ze Thor zag. En toch, Thor moest het haar vertellen—hij kon dit niet voor haar geheim houden. Zou het hun relatie ruïneren?

Thors bloed kookte van woede. Hij wilde Andronicus hiervoor laten boeten. Terwijl ze vlogen, keek Thor naar beneden. Hij wist dat Andronicus daar ergens was. Spoedig zou hij hem ontmoeten. Hij zou hem vinden. Hem confronteren. En dan zou hij hem doden.

Maar eerst moest hij Gwendolyn vinden. Terwijl ze over het Zuidelijke Bos vlogen, voelde Thor dat hij in de buurt kwam. Hij kreeg het gevoel dat haar iets afschuwelijks stond te overkomen.

Hij spoorde Mycoples aan om sneller te gaan, en voelde dat elk moment haar laatste zou kunnen zijn.

Een Rite Van Zwaarden

Подняться наверх