Читать книгу Nacht van de Dapperen - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 14

HOOFDSTUK VIER

Оглавление

Kyle keek vol ontzag toe hoe de scheur in de grond breder werd en duizenden trollen diep de aarde in vielen, hun dood tegemoet. Alva stond vlakbij, zijn staf opgeheven. Er schenen intense lichtstralen vanaf, zo fel dat Kyle zijn handen voor zijn ogen moest houden. Alva vernietigde het leger van trollen en beschermde in zijn eentje het noorden. Kyle had gevochten met alles dat hij had, net als Kolva naast hem, en hoewel ze gedurende een hevig gevecht tientallen trollen hadden weten uit te schakelen, waren ze uiteindelijk gewond geraakt. Alva was de enige die nu de trollen ervan weerhield om Escalon te overstromen.

Al snel kregen de trollen door dat de kloof hun dood betekende, en ze stopten aan de andere kant, vijftien meter verderop. Ze konden niet meer verder. Ze keken naar Alva en Kolva en Kyle en Dierdre en Marco, hun ogen gevuld met frustratie. Terwijl de kloof steeds verder uitscheurde draaiden ze zich om en sloegen ze in paniek op de vlucht.

Spoedig vervaagde het gedonder, en werd alles weer stil. Het tij van trollen was gestopt. Vluchtten ze weer terug naar Marda? Zouden ze zich hergroeperen om elders binnen te vallen? Kyle wist het niet.

Terwijl de rust weer terugkeerde lag Kyle daar, gekweld door zijn verwondingen. Hij keek toe hoe Alva langzaam zijn staf liet zakken en het licht dimde. Alva draaide zich naar hem om en legde zijn handpalm op Kyle’s voorhoofd. Kyle voelde een golf van licht door zijn lichaam stromen. Hij voelde zich warm worden, lichter, en binnen enkele momenten was hij volledig genezen. Hij ging rechtop zitten. Hij was weer zichzelf—en hij was zo dankbaar.

Alva knielde naast Kolva, legde een hand op zijn buik, en genas hem ook. Binnen enkele momenten ging Kolva staan, duidelijk verrast om weer op de been te zijn. Zijn ogen leken licht te geven. Toen waren Dierdre en Marco aan de beurt. Alva legde zijn hand op hen, en ze stonden op, genezen door Alva’s magische kracht.

Kyle stond daar, verbijsterd. Hij had met eigen ogen de kracht van dit magische wezen gadegeslagen, een kracht waar hij alleen nog maar verhalen over had gehoord. Hij wist dat hij zich in het gezelschap van een ware meester bevond. Hij voelde ook dat zijn aanwezigheid voorbijgaand was; hij was een meester die niet kon blijven.

“U heeft het gedaan,” zei Kyle, gevuld met ontzag en dankbaarheid. “U heeft de natie van trollen tegengehouden.”

Alva schudde zijn hoofd.

“Dat heb ik niet,” antwoordde hij kalm. Zijn stem klonk ferm en eeuwenoud. “Ik heb ze alleen vertraagd. Er komt nog steeds een grote en afschuwelijke verwoesting aan.”

“Maar hoe dan?” drong Kyle aan. “De kloof—ze konden er niet overheen. U heeft er duizenden gedood. Zijn we dan niet veilig?”

Alva schudde somber zijn hoofd.

“Dit was nog niet eens een fractie van hun natie. Er komen er nog miljoenen bij. De grote strijd is begonnen. De strijd die het lot van Escalon zal bepalen.”

Alva liep met zijn staf door het puin van de Toren van Ur, en Kyle bestudeerde hem, zoals altijd verward door dit enigma. Toen draaide hij zich om naar Dierdre en Marco.

“Jullie willen terug naar Ur, nietwaar?” vroeg hij hen.

Dierdre en Marco knikten, hoop in hun ogen.

“Ga,” beval hij.

Ze staarden hem verbijsterd aan.

“Maar er is daar niets meer,” zei ze. “De stad is verwoest. Overstroomd. De Pandesianen zijn nu aan de macht.”

“Teruggaan zou onze dood betekenen,” viel Marco bij.

“Voor nu,” antwoordde Alva. “Maar spoedig zullen jullie daar nodig zijn, als de grote strijd komt.”

Dierdre en Marco hoefden niet aangespoord te worden. Ze draaiden zich om, bestegen Andor en gingen er in galop vandoor, naar het zuiden, de bossen in, terug naar de stad van Ur.

Leo bleef achter bij Kyle, en Kyle aaide hem over zijn kop.

“Je denkt aan mij en je denkt aan Kyra, nietwaar jochie?” vroeg Kyle aan Leo.

Leo jankte aanhankelijk, en Kyle wist dat hij aan zijn zijde zou blijven en hem zou beschermen alsof hij Kyra was. Hij voelde dat de wolf een uitstekende strijdmakker zou zijn.

Kyle keek om terwijl Alva zich omdraaide en naar de bossen in het noorden staarde.

“En wij, mijn meester?” vroeg Kyle. “Waar zijn wij nodig?”

“Hier,” zei Alva.

Kyle staarde naar de horizon, in de richting van Marda.

“Ze komen,” voegde Alva toe. “En wij drieën zijn Escalons laatste hoop.”

Nacht van de Dapperen

Подняться наверх