Читать книгу Nacht van de Dapperen - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 20

HOOFDSTUK TIEN

Оглавление

Lorna liep, overspoeld met een gevoel van urgentie, door het kamp terwijl Duncans mannen voor haar uit de weg gingen. Merk liep naast haar, vergezeld door Sovos en op de voet gevolgd door een tiental mannen van de Verloren Eilanden, mannen die zich van de anderen hadden losgemaakt en met hen waren mee gegaan het land op, voorbij Leptus, de woestijn in. Lorna had hen hierheen gebracht. Ze wist dat Duncan haar nodig had.

Terwijl ze naderde zag Lorna Duncans mannen haar verwonderd aankijken. Ze maakten plaats voor haar tot ze eindelijk de kleine open plek bereikte waar Duncan lag. Bezorgde krijgers knielden aan zijn zijde, allemaal ongerust over hun stervende commandant. Ze zag Anvin en Aidan, met White aan hun voeten, Aidans gehuil het enige geluid dat de zware stilte doorbrak.

Een hand hield haar tegen toen ze naar Duncan wilde toelopen, en ze stopte. Merk en Sovos grepen naar hun zwaarden, maar ze legde zachtjes een hand op hun arm. Ze wilde geen confrontatie.

“Wie bent u, en wat doet u hier?” vroeg Duncans krijger hardvochtig.

“Ik ben de dochter van Koning Tarnis,” antwoordde ze met een autoritaire stem. “Duncan heeft getracht mijn vader te redden. Ik ben gekomen om mijn schuld aan hem te vereffenen.”

De man keek verrast.

“Zijn wond is fataal,” zei de krijger. “Ik heb het al vaak gezien in de strijd. Hij kan niet meer genezen worden.”

Nu was het Lorna’s beurt om te fronzen.

“We verspillen tijd. Wil je dat Duncan hier sterft? Of zal ik proberen hem te genezen?”

De krijgers waren blijkbaar sceptisch geworden sinds hun confrontatie met Ra en zijn tovenarij, en ze keken elkaar aan. Uiteindelijk knikte Anvin.

“Laat haar door,” zei hij.

Ze stapten opzij, en terwijl Merk en Sovos hun wapens lieten zakken, haastte Lorna zich naar voren en knielde naast Duncan.

Ze bestudeerde hem en wist onmiddellijk dat het er niet best uit zag. Ze kon de zwarte aura van dood voelen die om hem heen hing, en terwijl ze naar zijn gesloten, trillende oogleden keek wist ze dat het einde nabij was. Spoedig zou hij deze wereld verlaten. Ra had afschuwelijk veel schade aangericht—niet zozeer door de dolk, maar doordat Duncan zich verraden voelde. Duncan dacht nog steeds dat het Kyra was die hem had neergestoken, en ze voelde dat hij daarom niet meer wilde leven. Het zoog zijn levenskracht weg.

Nacht van de Dapperen

Подняться наверх