Читать книгу Voor Nu en Voor Altijd - Sophie Love, Софи Лав - Страница 7

HOOFDSTUK TWEE

Оглавление

Emily staarde naar haar toetsenbord en probeerde haar vingers ertoe aan te zetten om te bewegen. Dat ze iets zouden doen, wat dan ook. Er verscheen nog een e-mail in haar inbox, en ze keek ernaar zonder echt iets te zien. Het geluid van het kantoor-geklets om haar heen ging het ene oor in en het andere oor uit. Ze kon zich niet concentreren. Ze voelde zich verdwaasd. Het hielp ook niet bepaald dat ze helemaal niet had geslapen op de bobbelige bank van Amy.

Ze was al een uur op haar werk, maar ze had nog niets gedaan behalve haar computer aanzetten en een kop koffie drinken. Haar hoofd zat vol met herinneringen aan de avond ervoor. Het gezicht van Ben bleef door haar hoofd malen. Elke keer dat ze aan de avond dacht, werd ze overspoeld door een golf van lichte paniek.

Haar telefoon begon te knipperen en toen ze naar het scherm keek zag ze voor de zoveelste keer Ben’s naam. Hij was haar weer aan het bellen. Ze had nog niet een keer opgenomen. Waar zouden ze nu over moeten praten? Hij had zeven jaar de tijd gehad om te beslissen of hij bij haar wilde zijn of niet. Een laatste poging om alles goed te maken, ging nu niet meer werken.

De telefoon op haar bureau gin over. Ze schrok op uit haar gedachten en nam op. “Hallo?”

“Hoi, Emily, met Stacey van de vijftiende verdieping. Volgens de agenda zou je de vergadering van vanmorgen bijwonen, en ik wilde even nagaan waarom je er niet was.”

“Shit!” riep Emily uit en ze gooide de telefoon neer. Ze was de vergadering helemaal vergeten. Ze sprong op vanachter haar bureau en rende door het kantoor naar de lift. Haar collega’s leken haar paniek grappig te vinden en begonnen te fluisteren als melige kinderen. Toen ze de lift bereikte, sloeg ze met haar hand tegen de knop.

“Kom op, kom op, kom op!”

Het duurde lang, maar uiteindelijk kwam de lift. Zodra de deuren open gleden, haastte Emily zich naar binnen en ze botste tegen iemand op die naar buiten kwam. Toen ze een stap naar achteren deed, zag ze dat de persoon tegen wie ze op was gebotst haar bazin Izelda was.

“Het spijt me zo,” stamelde Emily.

Izelda nam haar goed in zich op. “Wat spijt je precies? Dat je me bijna omverliep, of dat je de vergadering hebt gemist?”

“Allebei,” zei Emily. “Ik ging daar nu net naartoe. Het was me compleet ontschoten.” Ze voelde het hele kantoor naar haar staren. Het laatste waar ze nu behoefte aan had was publieke vernedering, iets wat Izelda heel graag uitdeelde.

“Heb je een agenda?” zei Izelda op koele toon, en deed haar armen over elkaar.

“Ja.”

“En je weet hoe die werkt? Hoe je moet schrijven?”

Emily hoorde de mensen achter haar rug proberen hun lachen in te houden. Haar eerste reactie was om te verwelken als een bloem. Voor gek gezet worden terwijl mensen toekeken was een nachtmerrie voor haar. Maar net als in het restaurant gisteren, raakte ze ineens bevangen door een vreemd gevoel van helderheid. Izelda was geen gezagdrager tegen wie ze op moest kijken en van wie ze alles maar moest accepteren. Ze was gewoon een bittere vrouw die haar boosheid afreageerde op iedereen die haar pad kruiste. En al die collega’s die achter haar rug tegen elkaar aan het fluisteren waren, waren niet van belang.

Emily werd ineens overspoeld door een golf van gewaarwording. Haar relatie met Ben was niet het enige wat ze niet leuk vond aan haar leven. Ze had ook een hekel aan haar baan. Deze mensen, dit kantoor, Izelda. Ze zat hier al jaren vast, net zoals ze vast had gezeten in haar relatie met Ben. En ze ging het hier niet meer bij laten.

“Izelda,” zei Emily, en dat was voor het eerst dat ze haar bazin bij haar voornaam aansprak, “Om eerlijk te zijn, ik heb de vergadering gemist omdat ik het was vergeten. Dat is geen ramp.”

Izelda keek haar boos aan. “Hoe durf je!” snauwde ze. “Ik zal je de hele komende maand tot middernacht aan je bureau laten werken, tot je leert hoe belangrijk het is om op tijd te zijn!” Met deze woorden liep Izelda langs Emily. Daarbij botste ze expres tegen haar schouder op, alsof ze weg wilde benen nu ze haar punt gemaakt had.

Maar Emily dacht daar heel anders over. Ze greep Izelda bij haar schouder en hield haar tegen.

Izelda draaide zich met een grimmige blik naar haar om, terwijl ze Emily’s hand wegveegde alsof ze door een slang was gebeten.

Maar Emily gaf zich niet zomaar gewonnen.

“Ik was nog niet klaar,” zei Emily kalm. “Het ergste van de wereld is deze plek. Dat ben jij. Dat is deze stomme, kleingeestige, ziel-verterende baan.”

“Pardon?” riep Izelda uit. Haar gezicht liep rood aan van woede.

“Je hebt me wel gehoord,” antwoordde Emily. “Sterker nog, ik weet zeker dat iedereen me gehoord heeft.”

Emily wierp een blik over haar schouder naar haar collega’s, die stomverbaasd naar haar staarden. Niemand had verwacht dat de stille, meegaande Emily zo uit haar slof zou schieten. Ze dacht weer aan de waarschuwing van Ben gisteravond, dat ze “een scene aan het schoppen was”. En nu deed ze het weer. Alleen deze keer genoot ze ervan.

“Voor mijn part mag je deze baan terug hebben, Izelda,” voegde Emily toe, “en hem in je reet steken.” Ze kon de mensen achter zich praktisch naar adem horen snakken. Ze drong zich langs Izelda de lift in en draaide zich met een ruk om. Ze drukte op de knop voor de begane grond en realiseerde zich met een overweldigende opluchting dat het de laatste keer in haar leven zou zijn. Ze bekeek het tafereel van haar stomverbaasde collega’s die naar haar staarden tot de deuren dicht gleden en hen aan het oog onttrokken. Ze haalde diep adem, en ze voelde zich vrijer en lichter dan ooit tevoren.

*

Emily rende de trap naar haar appartement op en besefte dat het niet echt haar appartement was. Dat was het nooit geweest. Het had altijd gevoeld alsof ze in Ben’s ruimte woonde, dat ze zichzelf zo klein en onopvallend mogelijk moest maken. Ze frommelde met haar sleutels, dankbaar dat hij op zijn werk was en dat ze zich geen zorgen hoefde te maken over een ontmoeting met hem.

Ze stapte naar binnen en bekeek alles met een nieuwe blik. Niets in de woning was haar smaak. Alles leek een nieuwe betekenis te krijgen: de lelijke bank waar zij en Ben ruzie over hadden gemaakt (een ruzie die hij had gewonnen), de stomme salontafel die ze weg had willen doen, omdat één van de poten korter was dan de andere, zodat het altijd wiebelde (maar waar Ben om ‘sentimentele redenen’ aan gehecht was, en dus was het ding gebleven), de veel te grote TV die veel te veel geld had gekost en veel te veel ruimte in beslag nam (maar Ben had gezegd dat hij dit echt nodig had om sport te kijken, omdat dit ‘de enige reden’ was dat hij niet gek werd). Ze greep een paar boeken van de plank, en het viel haar op dat haar romantische boeken waren verbannen naar de schaduwplekken op de onderste plank. Ben was altijd bezorgd dat hun vrienden zouden denken dat hij niet intellectueel genoeg was als ze romantische boeken in de kast zouden zien staan. Hij hield meer van academische teksten en filosofen, hoewel hij hier nooit iets van leek te lezen.

Ze liet haar ogen over de foto’s op de schoorsteen glijden om te kijken of er iets stond wat ze mee wilde nemen, en het viel haar op dat iedere foto waar zij op stond met Bens familie was. Daar waren ze op de verjaardag van zijn nichtje, op de bruiloft van zijn zus. Er was geen enkele foto van haar met haar moeder, haar enige familie, en Ben had ook nooit tijd met hen beiden doorgebracht. Emily voelde opeens dat ze een vreemde in haar eigen leven was geweest. Ze had jarenlang het pad van een ander gevolgd, in plaats van haar eigen weg te creëren.

Ze haastte zich door het appartement, de badkamer in. Hier stonden de enige dingen waar ze iets om gaf: haar lekkere badproducten en haar make-up. Maar zelfs dat was een probleem voor Ben. Hij had alleen maar geklaagd over hoeveel producten ze had, om haar duidelijk te maken dat het geldverspilling was.

“Het is mijn geld om te verspillen!” schreeuwde Emily tegen haar spiegelbeeld, terwijl ze al haar spullen in een boodschappentas gooide.

Ze was zich ervan bewust dat ze wel gek leek, zoals ze zich door de badkamer bewoog en halflege flesjes shampoo in haar tas gooide, maar het kon haar niets schelen. Haar leven met Ben was niets meer dan een leugen geweest en ze wilde er zo snel mogelijk aan ontsnappen.

Vervolgens rende ze de slaapkamer in en pakte haar koffer onder het bed vandaan. Ze propte snel haar kleren en schoenen erin. Zodra ze klaar was met het verzamelen van haar spullen, sleepte ze alles mee naar buiten, de straat op. Toen, als een laatste symbolisch gebaar, ging ze het appartement weer in, om haar sleutel op Ben’s ‘sentimentele’ salontafel te leggen. Toen vertrok ze, definitief.

Pas toen ze op de hoek van de straat stond, drong het tot Emily door wat ze gedaan had. Binnen een paar uur had ze ervoor gezorgd dat ze werkloos en dakloos was. Zichzelf single maken was een ding, maar haar hele leven weggooien was iets heel anders.

Ze voelde kleine vlinders van paniek in haar buik. Haar handen trilden terwijl ze haar telefoon tevoorschijn haalde en Amy’s nummer intoetste.

“Hey, hoe gaat het?” zei Amy.

“Ik heb iets gestoords gedaan,” antwoordde Emily.

“Vertel…” moedigde Amy haar aan.

“Ik heb ontslag genomen.”

Ze hoorde Amy scherp uitademen aan de andere kant van de lijn.

“O, gelukkig,” zei haar vriendin. “Ik dacht dat je me ging vertellen dat je weer terug was bij Ben.”

“Nee, nee, juist het tegenovergestelde. Ik heb mijn spullen gepakt en ben vertrokken. Ik sta nu op straat als een tassendame.”

Amy begon te lachen. “Ik heb nu een fantastisch plaatje in mijn hoofd.”

“Dit is niet grappig!” antwoordde Emily, meer in paniek dan ooit. “Wat moet ik nu doen? Ik heb ontslag genomen. Ik kan geen nieuw appartement krijgen zonder baan!”

“Je moet toegeven dat het een beetje grappig is,” antwoordde Amy, lachend. “Breng het gewoon allemaal hier,” voegde ze er nonchalant aan toe. “Je weet dat je bij mij kunt wonen totdat er een oplossing is.”

Maar dat wilde Emily niet. Ze had net jarenlang in de ruimte van iemand anders gewoond en het gevoel gehad dat ze een huurder was in haar eigen huis, alsof Ben haar een gunst verleende door haar bij hem te laten wonen. Dat wilde ze niet meer. Ze moest haar eigen leven gaan maken, op haar eigen benen staan.

“Dat is lief aangeboden,” zei Emily, “maar ik moet een tijdje m’n eigen ding doen.”

“Ik snap het,” antwoordde Amy. “Wat ga je dan doen? Een tijdje de stad uit? Je hoofd leegmaken?”

Dat zette Emily aan het denken. Haar vader had een huis in Maine. Ze hadden daar de zomers doorgebracht toen ze nog een kind was, maar het stond al leeg sinds hij twintig jaar geleden was verdwenen. Het was oud, vol karakter, en het was ooit prachtig geweest, op een historische manier; het was eerder een uitgebreide B&B waar hij niks mee kon, dan een huis.

Het was in die dagen nauwelijks bewoonbaar geweest en Emily wist dat het er niet goed aan toe zou zijn, nu het al twintig jaar leeg stond; en het zou ook niet hetzelfde zijn nu het leeg was, of nu ze geen kind meer was. Om nog maar te zwijgen van het feit dat het niet bepaald zomer was. Het was februari!

Maar toch, het idee van een paar dagen gewoon op de veranda zitten, naar de oceaan kijken, op een plek die van haar was (op een bepaalde manier) leek opeens wel heel romantisch. New York voor een weekend ontvluchten zou een goede manier zijn om haar hoofd leeg te maken en te bedenken wat ze zou gaan doen.

“Ik moet gaan,” zei Emily.

“Wacht,” antwoordde Amy. “Vertel me eerst waar je naartoe gaat!”

Emily haalde diep adem.

“Ik ga naar Maine.”

Voor Nu en Voor Altijd

Подняться наверх