Читать книгу Het Urantia Boek - Urantia Foundation - Страница 17
IV. Universum-Werkelijkheid
Оглавление0:4.1 (6.6) De werkelijkheid actualiseert zich op distinctieve wijze op uiteenlopende universum-niveaus. Realiteit ontstaat in en door het oneindige wilsvermogen van de Universele Vader en is realiseerbaar in drie primaire fasen op vele verschillende niveaus van universum-actualisatie:
0:4.2 (6.7) 1. Onvergoddelijkte realiteit reikt van de energiedomeinen van het niet-persoonlijke tot de realiteitsgebieden van niet-personaliseerbare waarden van universeel bestaan, tot zelfs de presentie van het Ongekwalificeerd Absolute.
0:4.3 (7.1) 2. Vergoddelijkte realiteit omvat alles der oneindige Godheidspotentialiteiten die zich uitstrekken door alle gebieden van persoonlijkheid, van het laagste eindige tot het hoogste oneindige, en daarbij het domein omsluiten van al wat gepersonaliseerd kan worden en meer — zelfs de presentie van het Godheid-Absolute.
0:4.4 (7.2) 3. Geïnterassocieerde realiteit. Universum-werkelijkheid is vermoedelijk ofwel vergoddelijkt ofwel onvergoddelijkt, maar voor subvergoddelijkte wezens bestaat er een enorm domein van geïnterassocieerde, potentiële en zich actualiserende realiteit, dat zich moeilijk laat identificeren. Veel van deze coördinatieve realiteit wordt omvat door de gebieden van het Universeel Absolute.
0:4.5 (7.3) De primaire voorstelling van de oorspronkelijke realiteit is deze: de Vader doet de Werkelijkheid ontstaan en houdt haar in stand. De primaire differenties in de werkelijkheid zijn het vergoddelijkte en het onvergoddelijkte — het Godheid-Absolute en het Ongekwalificeerd Absolute. De primaire betrekking is de spanning tussen deze. Deze goddelijkheidsspanning die de Vader heeft doen ontstaan, wordt volmaakt opgeheven door, en vereeuwigt zich als, het Universeel Absolute.
0:4.6 (7.4) Gezien vanuit tijd en ruimte is de werkelijkheid voorts te onderscheiden als:
0:4.7 (7.5) 1. Actueel en Potentieel. Realiteiten die in volheid van uitdrukking bestaan, in tegenstelling tot die welke een niet-onthulde capaciteit tot groei in zich dragen. De Eeuwige Zoon is een absolute geestelijke actualiteit; de sterfelijke mens is voor een zeer groot deel een niet-verwezenlijkte geestelijke potentialiteit.
0:4.8 (7.6) 2. Absoluut en Subabsoluut. Absolute realiteiten zijn eeuwigheidsbestaansvormen. Subabsolute realiteiten worden op twee niveaus ontworpen: absoniete realiteiten, die relatief zijn ten opzichte van zowel tijd als eeuwigheid; eindige realiteiten, die worden ontworpen in de ruimte en worden geactualiseerd in de tijd.
0:4.9 (7.7) 3. Existentieel en Experiëntieel. De Paradijs-Godheid is existentieel, maar de wordende Allerhoogste en Ultieme zijn experiëntieel.
0:4.10 (7.8) 4. Persoonlijk en Onpersoonlijk. Godheidsuitbreiding, persoonlijkheidsuitdrukking en universum-evolutie hangen voor immer af van de vrije wilsdaad van de Vader, waardoor de bewustzijn-geest-persoonlijke betekenissen en waarden van actualiteit en potentialiteit, die in de Eeuwige Zoon convergeren, voor immer werden gescheiden van de dingen die in het eeuwige Paradijs-Eiland convergeren en daaraan inherent zijn.
0:4.11 (7.9) Het PARADIJS is een term die de persoonlijke en onpersoonlijke focale Absoluten van alle fasen van universum-realiteit insluit. Strikt gedefinieerd kan het Paradijs alle vormen impliceren van realiteit, Godheid, goddelijkheid, persoonlijkheid en energie — de energie van geest, bewustzijn en materie. Voor al deze vormen van werkelijkheid is het Paradijs de plaats van oorsprong, functie en bestemming, wat betreft waarden, betekenissen en feitelijk bestaan.
0:4.12 (7.10) Het Paradijs-Eiland — het Paradijs zonder nadere kwalificatie — is het Absolute van de materiële zwaartekrachtbeheersing door de Eerste Bron en Centrum. Het Paradijs is bewegingloos, het is het enige stationaire in het universum van universa. Het Paradijs-Eiland heeft een locatie in het universum doch geen positie in de ruimte. Dit eeuwige Eiland is de actuele bron van de fysische universa — vroegere, huidige en toekomstige. Het kern-Eiland van Licht is een Godheid-afgeleide, maar kan niet de Godheid genoemd worden. Evenmin zijn de materiële scheppingen een deel van de Godheid: zij zijn een gevolg.
0:4.13 (7.11) Het Paradijs is geen schepper; het is een unieke beheerser van vele activiteiten in de universa, het beheerst veel meer dan dat het reageert. Overal in de materiële universa beïnvloedt het Paradijs bij alle wezens de reacties en gedragingen die te maken hebben met Paradijskracht, energie en [universum-]kracht, maar het Paradijs zelf is uniek, exclusief en geïsoleerd in de universa. Het Paradijs vertegenwoordigt niets en niets vertegenwoordigt het Paradijs. Het is noch een kracht noch een aanwezigheid: het is alleen het Paradijs.