Читать книгу Per luchtballon naar de Zuidpool - Wladyslaw Uminski - Страница 4

Оглавление

TWEEDE HOOFDSTUK.

Een nieuw soort van luchtballon.

Inhoudsopgave

Gedurende de reis raadpleegde de kapitein zijn metgezel omtrent de maatregelen, die zij zouden nemen, ingeval de uitvinder zijn ballon niet wilde verkoopen of verhuren. De kapitein maakte reeds plannen om er zich meester van te maken, door list te baat te nemen; de dappere stuurman stemde in alles toe, zonder eenige tegenwerpingen te maken. Hij raakte langzamerhand vertrouwd met de gedachte, met den luchtballon misschien wel naar de pool te gaan. Overigens was de manier, waarop hij er zou heengaan, hem volmaakt onverschillig, als hij zich eindelijk maar eens kon ophouden op dat gedeelte van den aardbol, vol geheimzinnigs en bekoorlijks, dat hem met eene onweerstaanbare kracht aantrok.

Nauwelijks stond de trein aan het station te Chicago stil, of de kapitein en zijn metgezel stapten uit den waggon. Zij namen een rijtuig en lieten zich naar het redactiebureau van het Journal of Chicago brengen, waar de directeur hun volgaarne al de inlichtingen gaf, die zij omtrent den ingenieur Gromski verlangden.

De beroemde uitvinder woonde niet te Chicago zelf; hij bewoonde zijne eigen villa, die twee mijlen van de stad verwijderd was; aldaar had hij ook zijne werkplaats.

Een halfuur na hun bezoek aan het redactiebureau bevonden onze beide vrienden zich reeds aan de woning van den ingenieur. James bemerkte in de verte, door het donkere groen der cipressen, die de villa omgaven, heen, eene groote massa met regelmatige omtrekken en wees deze den kapitein aan.

„Zou dat de luchtballon zijn, kapitein?” vroeg hij.

Zonder iets ten antwoord te geven, stapte Ford over de heining van ijzerdraad heen en bleef al spoedig op een afstand van eenige schreden van den ballon staan.

In de nabijheid van het schuitje stond een heer, die zich bij het gedruisch, dat de kapitein maakte, omkeerde.

„Heb ik het genoegen, den ingenieur Gromski voor mij te zien?” vroeg Ford zonder eenige inleiding.

De aangesprokene vestigde zijne levendige blauwe oogen op den kapitein, terwijl hij zich uit zijne gebogen houding oprichtte. Zijn gelaat met een hoog en effen voorhoofd, waarvan de zwarte haarlokken tot op zijne schouders neerhingen, bezat eene aantrekkelijke schoonheid. Op zijne fijne en regelmatige trekken las de kapitein bij den eersten oogopslag vastberadenheid, goedhartigheid en edelmoedigheid, gepaard aan een ontwikkeld verstand. Eene lichte trilling van de mondhoeken verried, dat hij terstond voor allerlei indrukken vatbaar was, terwijl een glimlach, die om zijne lippen speelde, van zelfvertrouwen getuigde.

De vraag van den kapitein werd door den ingenieur met eene beleefde buiging beantwoord.

„Dat is zeker de luchtballon, dien u uitgevonden heeft?” liet de kapitein hierop volgen.

Hierop volgde eene herhaalde buiging.

„En is alles, wat de New-York Herald in zijn laatste nummer, dat ik gelezen heb, daaromtrent meedeelt, de waarheid?”

„Ik weet nog niet, wat men over mijne uitvinding in de kranten geschreven heeft,” zei de ingenieur met een glimlach.

„Men verzekert, dat hij omstreeks 60 kilometers in het uur aflegt, dat hij naar het punt van uitgang kan terugkeeren en drie weken lang in de lucht blijven.”

„Dat is zoo.”

„En staat de kracht der machine, waardoor hij bewogen wordt, werkelijk met omstreeks twintig paardekrachten gelijk, zooals de directeur van het Journal of Chicago mij verteld heeft?”

„Dat is ook waar. Ik heb al die bijzonderheden zelf aan de verslaggevers meegedeeld.”

„Is alles dan toch waarheid?”

„De volle waarheid. Maar vergun mij, de vraag tot u te richten, met wien ik het genoegen heb te spreken.”

„Ik heet Ford, kapitein Ford. Ik zal u de reden meedeelen, die mij hierheen gevoerd heeft. Ik moet uw ballon hebben. Verkoop of verhuur hem aan mij. U zult mij daarmee een dienst bewijzen en misschien zult u er tevens een aan de wetenschap bewijzen.”

„Het spijt mij zeer, kapitein,” zei de ingenieur op een ernstigen toon, „maar ik ben verplicht, u dien dienst te weigeren. Ik heb nog geen octrooi voor mijne uitvinding gekregen: ik kan u den ballon dus niet verkoopen. U begrijpt wel, dat eene uitvinding van dien aard van het uiterste gewicht is. Zij zal zonder twijfel eene wijziging brengen in den tegenwoordigen staat van zaken; want zij neemt de hinderpalen weg, die den overtocht van de eene plaats naar de andere bezwaarlijk of volstrekt onmogelijk maken. In handen van de beoefenaars der wetenschap zal deze uitvinding een krachtig middel worden, met behulp waarvan het ons zal gelukken, den dampkring, die zich boven onze hoofden uitstrekt en waarvan wij nog maar zoo weinig weten, volkomen te leeren kennen; de mensch zal aan de aarde hare laatste geheimen ontrukken. Wij zullen tot in de binnenlanden van Afrika doordringen, wij zullen over het eeuwige ijs en de eeuwige sneeuw heen tot aan de polen kunnen komen!”

Gromski geraakte geheel in vuur; zijne blauwe oogen schoten vonken; ook in de oogen van Ford brandden vlammen. Bij het hooren van het woord „pool” was de kapitein zich zelf niet langer meester; hij snelde naar den ingenieur toe, greep hem bij de hand en zeide met eene stem, die van aandoening trilde:

„Denkt u daar dus ook over?”

„Ik ben voor dit doel werkzaam geweest; ik ken geen ander dan de vooruitgang der wetenschap en het welzijn der menschheid.”

Op dit oogenblik ging James, die op eenigen afstand was blijven staan, naar den ingenieur toe en drukte hem, van diepe bewondering vervuld, met warmte de hand.

„U… met ons mee… Drommels! Dat maak ik uit uwe woorden op… O, wat ben ik blij!… U… met ons naar de pool!”

En eensklaps begon de zeeman te huilen als een kind. Gromski begreep de aandoening van den man en sloeg een blik op den kapitein.

„Denkt u er dan over, met een luchtballon een tocht naar de pool te doen?” vroeg hij.

Ford antwoordde slechts door middel van een veelbeteekenend hoofdknikken.

Gromski begon, met de handen op den rug, met groote stappen heen en weer te loopen.

„Inderdaad, dat is niet onmogelijk… Wie weet?” mompelde hij bij zich zelf. „De winden, de machine… Maar,” voegde hij er bij, terwijl hij vóór den kapitein bleef staan, „het is noodig, dat hij, die dezen gewaagden tocht onderneemt, op alles voorbereid zij.”

Ford glimlachte, maar antwoordde niets.

„Zelfs op den dood, kapitein!”

„Ik heb dien op mijne vier reizen reeds dikwijls onder de oogen gezien, Mijnheer, en James ook…”

„Het is overigens niet zeer waarschijnlijk, dat wij de pool zullen bereiken…”

„Tot dusverre is dit niet gelukt. Maar men tracht dit doel niettemin te bereiken.”

„U moet niet uit het oog verliezen, dat mijn ballon slechts aan matige winden weerstand kan bieden en dat zijne machine maar twintig dagen werkt.”

„Dat doet er niet toe. De winden zullen ons helpen.”

„We kunnen in de zee omkomen.”

„Het zij zoo, Mijnheer. Komaan! Geef ons uw ballon!…”

Gromski streek met de hand over zijn voorhoofd. Een blos vertoonde zich op zijne wangen.

„En als ik zelf eens met u meeging?” vroeg hij gejaagd.

„Dan zouden wij den roem met elkander deelen of ook met elkaar omkomen.”

Zonder een woord te spreken, stak de ingenieur de hand aan den kapitein toe, dien hij vervolgens hartelijk omhelsde, evenals James.

„Ge zijt dappere mannen,” zeide hij diep ontroerd. „Ik ga met u mee naar de pool!”

„Is uw besluit onherroepelijk?” vroeg de kapitein, terwijl hij den ingenieur in de oogen keek.

„Onherroepelijk!”

„Zult u, wat het lot ook wezen moge, dat ons te wachten staat, de noodige geestkracht hebben om nimmer uw spijt te kennen te geven, nimmer een verwijt te doen hooren?”

„Dat zal ik.”

„Van dit oogenblik af zijn wij vereenigd voor het leven en voor den dood!”


Per luchtballon naar de Zuidpool

Подняться наверх