Читать книгу Het bijbelse boek Exodus. Regel voor regel wetenschappelijke uitleg van de Bijbel - Андрей Тихомиров - Страница 12

Hoofdstuk 10

Оглавление

1 en de HEERE zeide tot Mozes: Ga in tot Farao; want Ik heb zijn hart verstokt, en het hart zijner knechten, om deze mijn tekenen onder hen te tonen. (Tekenen zijn nodig om geloof te bevestigen en nieuwe aanhangers aan te trekken).

2 En opdat gij uw zoon en uws zoons zoon te kennen geeft, wat ik in Egypte gedaan heb, en mijn tekenen, die ik daarin gedaan heb; en opdat gij weet, dat ik de HEERE ben. (Zo wordt religie gevormd).

3 Toen kwamen Mozes en Aaron tot Farao, en zeiden tot hem: Zo zegt de HEERE, de God der Joden: hoelang zult gij u niet verootmoedigen voor mijn aangezicht? Laat mijn volk trekken, opdat zij Mij dienen. (Opnieuw bij de farao).

4 en indien gij mijn volk niet laat trekken, zo zie, morgen zal ik sprinkhanen in uw landstreek brengen; (de dreiging van sprinkhanen, dus het is al ergens in de buurt verschenen).

5 Het zal het oppervlak van de aarde bedekken, zodat het onmogelijk zal zijn om de aarde te zien, en het zal eten wat er van u overblijft, dat de hagel heeft overleefd; het zal ook alle bomen eten die in uw veld groeien (sprinkhanen, als kuddeinsecten, vernietigen alle vegetatie).

6 en hij zal uw huizen vervullen, de huizen van al uw knechten, en de huizen van alle Egyptenaren, die uw vaderen en de vaders uwer vaderen niet gezien hebben van dien dag af, dat zij op de aarde woonden, tot op dezen dag toe. Hij keerde zich om en ging van Farao weg. (Nu zullen we sprinkhanen bestrijden).

Het bijbelse boek Exodus. Regel voor regel wetenschappelijke uitleg van de Bijbel

Подняться наверх