Читать книгу Bijna Weg - Блейк Пирс - Страница 12
HOOFDSTUK ZEVEN
ОглавлениеCassie sprintte dieper het bos in, zigzaggend tussen de bomen door. Ze schreeuwde Ella’s naam en bad dat er een antwoord zou komen. Ella kon overal wel zijn; er was geen duidelijk pad wat ze gevolgd kon hebben. Het bos was donker en griezelig, de wind waaide steeds harder en de bomen leken haar geroep te dempen. Ella kon wel in een ravijn gevallen zijn, of gestruikeld en op haar hoofd gevallen. Een zwerver kon haar gepakt hebben. Er kon wel van alles gebeurd zijn.
Cassie gleed langs het mos en struikelde over boomwortels. Haar gezicht was op honderd plekken geschramd en haar keel deed pijn van het schreeuwen.
Uiteindelijk stopte ze, naar adem happend. Haar zweet was koud en klam in de wind. Wat moest ze nu doen? Het begon donker te worden. Ze kon niet nog meer tijd besteden aan het zoeken, dan zou ze alle drie de kinderen in gevaar brengen. De tuinierswinkel was haar dichtstbijzijnde kans, als die nog open was. Ze kon daar stoppen, de eigenaar vertellen wat er gebeurd was, en hem vragen de politie te bellen.
Het duurde eeuwig voordat ze weer terug was, en ze liep een paar keer de verkeerde kant op. Ze bad dat de anderen veilig op haar zaten te wachten. En ze hoopte vurig dat Ella misschien vanzelf was teruggekomen.
Maar toen ze de open plek bereikte, vlocht Antoinette blaadjes aan elkaar, en Marc lag diep te slapen op de jassen.
Geen Ella.
Ze kon zich de woede al voorstellen als ze terug zouden komen. Pierre zou – terecht – razend zijn. Margot zou misschien alleen vals doen. Zaklampen zouden de nacht in schijnen terwijl de buurt op zoek was naar een meisje dat verdwaald was, of gewond, of erger, ten gevolge van haar nalatigheid. Het was haar schuld, haar fout.
De situatie was zo afschuwelijk dat het haar te veel werd. Ze viel tegen een boom aan en begroef haar gezicht in haar handen, terwijl ze wanhopig probeerde haar gesnik te bedwingen.
En toen zei Antoinette, met een zilverige stem: ‘Ella? Je mag tevoorschijn komen!’
Cassie keek op en keek ongelovig toe hoe Ella van achter een omgevallen boom kwam en blaadjes van haar rok sloeg. ‘Wat...’ Haar stem klonk rauw en trillerig. ‘Waar was je?’
Ella glimlachte vrolijk. ‘Antoinette zei dat we verstoppertje speelden, en dat ik niet moest komen als je riep, want dan zou ik verliezen. Nu heb ik het koud. Mag ik mijn jas?’
Cassie voelde zich afgestompt door de schok. Ze kon niet geloven dat iemand uit pure boosaardigheid zoiets zou verzinnen. Het was niet alleen de wreedheid, maar ook hoe uitgekookt het was, wat Cassie deed rillen. Waarom wilde Antoinette haar kwellen, en hoe kon ze het in de toekomst voorkomen? Ze kon van de ouders geen hulp verwachten. Aardig zijn had niet gewerkt, en woede zou Antoinette alleen maar in de kaart spelen. Antoinette had de touwtjes in handen, en dat wist ze. Nu gingen ze onvergeeflijk laat naar huis, en dat terwijl ze niemand verteld hadden waar ze naartoe waren gegaan. De kinderen waren modderig, hongerig, dorstig en doodmoe. Ze vreesde dat Antoinette meer dan genoeg had gedaan on haar onmiddellijk te laten ontslaan.
Het was een lange, koude en ongemakkelijke wandeling terug naar het chateau. Ella wilde per se de hele weg gedragen worden, en tegen de tijd dat ze bij het huis aankwamen, had Cassie het geen seconde langer kunnen volhouden. Marc liep mopperend achter ze aan, te moe om meer te doen dan af en toe een steen naar de vogels in de heggen te gooien. Zelfs Antoinette leek geen voldoening te halen uit haar overwinning, en stapte humeurig door.
Toen Cassie op de indrukwekkende voordeur klopte, werd die meteen opengerukt. Daar stond Margot, haar gezicht verwrongen van woede.
‘Pierre!’ schreeuwde ze. ‘Ze zijn eindelijk thuis.’
Cassie begon te trillen toen ze de woedende voetstappen hoorde.
‘Waar zijn jullie in godsnaam geweest?’ schreeuwde Pierre. ‘Wat is dit voor onverantwoordelijk gedrag?’
Cassie slikte. ‘Antoinette wilde naar het bos. Dus we gingen een wandeling maken.’
‘Antoinette… wat? De hele dag? Waarom liet je haar dat in vredesnaam doen, en waarom heb je onze instructies niet gevolgd?’
‘Welke instructies?’ Cassie wilde wegrennen en zich verstoppen voor zijn woede, zoals ze had gedaan toen ze tien was als haar vader een woedeaanval kreeg. Toen ze achteromkeek, zag ze dat de kinderen zich precies zo voelden. Hun onthutste, doodsbange gezichten gaven haar de moed die ze nodig had om Pierre aan te kijken, ook al trilde ze op haar benen.
‘Ik had een briefje op de deur van je slaapkamer gehangen.’ Met moeite dwong hij zichzelf om op een normale toon te praten. Misschien had hij de reactie van de kinderen ook gezien.
‘Ik heb geen briefje gezien.’ Cassie wierp een blik op Antoinette, maar ze keek met hangende schouders naar de grond.
‘Antoinette had een piano-optreden in Parijs. Er kwam een bus om haar op te halen om half negen, maar ze was nergens te vinden. En Marc had voetbaltraining in de stad om twaalf uur.’
Cassie kreeg een koude knoop in haar maag toen ze besefte hoe ernstig de consequenties waren geweest. Ze had Pierre en de anderen vreselijk teleurgesteld. Deze dag had moeten bewijzen dat ze de schema’s van de kinderen in de hand had. In plaats daarvan waren ze onverwacht op stap gegaan naar the middle of nowhere, en hadden ze belangrijke activiteiten gemist. Als zij Pierre was geweest, was ze ook razend geweest.
‘Het spijt me heel erg,’ mompelde ze. Ze durfde niet tegen Pierre te zeggen hoe de kinderen haar in de val hadden gelokt, ook al wist ze zeker dat hij het wel vermoedde. Als ze het zei, zou hij zijn woede misschien over hen uitstorten.
Vanuit de eetkamer klonk een gong en Pierre keek op zijn horloge. ‘Hier hebben we het later over. Ga ze klaarmaken voor het avondeten. Snel, anders wordt het eten koud.’
‘Snel’ was makkelijker gezegd dan gedaan. Het duurde langer dan een half uur en nog meer tranen voordat Marc en Ella in bad waren geweest en hun pyjama’s aan hadden. Gelukkig liet Antoinette zich van haar beste kant zien, en Cassie vroeg zich af of ze misschien over haar toeren was van haar eigen gedrag. Zelf was ze murw geslagen door deze ramp van een dag. Ze was half doorweekt van het in bad doen van de kinderen, maar had geen tijd om te douchen. Ze trok een droog topje aan, en de blaren op haar armen begonnen weer te branden.
Somber liepen ze de trap af.
Pierre en Margot zaten te wachten in de kleine lounge naast de eetkamer. Margot dronk een glas wijn terwijl Pierre zijn glas cognac met sodawater bijvulde.
‘Eindelijk kunnen we eten,’ zei Margot kortaf.
Het diner bestond uit een ovenschotel met vis, en Pierre stond erop dat de twee oudste kinderen zichzelf zouden bedienen, hoewel Cassie Ella wel mocht helpen.
‘Ze moeten op jonge leeftijd al goede manieren leren,’ zei hij, en gaf ze vervolgens gedurende de hele maaltijd instructies over protocol. ‘Leg je servet op je schoot, Marc. Niet in een prop op de grond. En hou je ellebogen bij je; Ella wil niet in haar zij geprikt worden terwijl je eet.’
De ovenschotel was heerlijk en rijkgevuld, en Cassie verging van de honger, maar van Pierres gedram zou iedereen de eetlust zijn vergaan. Ze dwong zichzelf om kleine, delicate hapjes te nemen en keek naar Margot om te checken dat ze het op de correcte, Franse manier deed. De kinderen waren doodmoe en konden niet begrijpen wat hun vader zei, en Cassie wou dat Margot tegen Pierre zou zeggen dat dit geen moment was om op alle slakken zout te leggen.
Ze vroeg zich af of het avondeten anders was geweest toen Diane nog leefde, en hoe de dynamiek was veranderd na de komst van Margot. Haar eigen moeder had het conflict onder controle gehouden op haar eigen, stille manier, maar het was totaal ontploft toen ze weg was. Misschien had Diane ook zo’n rol gespeeld.
‘Wat wijn?’ Tot haar verrassing vulde Pierre haar glas met witte wijn voordat ze kon weigeren. Misschien was dat ook protocol. De wijn was geurig en fruitig, en na een paar slokjes voelde ze de alcohol door haar aderen stromen, gecombineerd met een gevoel van welbehagen en een gevaarlijke ontspanning. Ze zette haar glas snel neer, wetende dat ze zich geen vergissingen kon veroorloven.
‘Ella, wat doe je?’ vroeg Pierre vermoeid.
‘Ik krab mijn knie,’ legde Ella uit.
‘Waarom gebruik je een lepel?’
‘Mijn nagels zijn te kort. We zijn door de brandnetels gelopen,’ zei Ella trots. ‘Antoinette liet Cassie een kortere weg zien. Ik ben geprikt op mijn knie. Cassie werd geprikt op haar gezicht en haar armen. Ze moest huilen.’
Margot zette haar wijnglas met een klap neer. ‘Antoinette! Heb je dat nou weer gedaan?’
Cassie knipperde, verrast dat het blijkbaar eerder was gebeurd.
‘Ik...’ begon Antoinette op protesterende toon, maar Margot was niet te stoppen.
‘Je bent een vals mormel. Jij wil alleen maar ellende veroorzaken. Je denkt dat je slim bent, maar je bent gewoon een dom, gemeen, kinderachtig meisje.’
Antoinette beet op haar lip. Margots woorden hadden een barst gemaakt in haar koele, bedaarde masker.
‘Het is niet haar schuld,’ zei Cassie luid, voordat ze er erg in had. Te laat vroeg ze zich af of de wijn een slecht idee was geweest. ‘Het moet heel zwaar zijn voor haar, dat…’ Ze stopte zichzelf snel, want ze had op het punt gestaan om de dood van hun moeder te noemen, maar Ella geloofde een ander verhaal en ze had geen idee welke versie echt was. Dit was niet het moment om dat te vragen. ‘Dat er zoveel verandert,’ zei ze. ‘In ieder geval zei Antoinette niet dat ik dat pad moest nemen. Ik koos het zelf. Ella en ik waren moe, en het leek korter.’ Ze durfde niet naar Antoinette te kijken terwijl ze praatte, uit angst dat Margot zou vermoeden dat ze onder één hoedje speelden, maar ze slaagde erin Ella’s blik te vangen. Ze gaf haar een blik van verstandhouding, hopende dat ze zou begrijpen waarom Cassie de kant van haar zus koos, en werd beloond met een miniem knikje.
Cassie vreesde dat haar verdediging haar nog meer in de problemen zou brengen, maar ze moest iets zeggen. Ze wist tenslotte hoe het was om op te groeien in een gebroken familie waar elk moment de oorlog kon uitbreken. Ze begreep het belang van een ouder rolmodel waar je kon schuilen tegen de storm. Hoe had ze kunnen overleven zonder Jacqui’s kracht in die zware periode? Antoinette had geen medestander.
‘Dus je kiest haar kant?’ siste Margot. ‘Geloof me, dat ga je berouwen, net als ik. Je kent haar niet zoals ik haar ken.’ Ze stak haar bloedrood-gelakte nagel in Antoinettes richting, die begon te snikken. ‘Ze is precies zoals haar…’
‘Hou op!’ brulde Pierre. ‘Ik wil geen geruzie aan de eettafel – Margot, hou je mond, je hebt genoeg gezegd.’
Margot sprong zo plotseling op dat haar stoel met een dreun omviel. ‘Zeg jij tegen mij dat ik mijn mond moet houden? Dan ga ik. Maar doe maar niet alsof ik je niet gewaarschuwd heb. Jij krijgt je verdiende loon, Pierre.’ Ze beende naar de deur, maar draaide zich toen om en staarde Cassie aan met een onverbloemde haat. ‘Dat krijgen jullie allemaal.’