Читать книгу De complete werken van Joost van Vondel. Davids Lofzang van Jeruzalem - Joost van den Vondel - Страница 5

AAN DEN BRUIDEGOM
LAMBRECHT JACOBSZ.[1] MET ZIJN BRUID AACHTJEN ANTHONIS (Dr.), VEREENIGD ANNO 1620, DEN 28EN VAN HOOIMAAND.

Оглавление

Inhoudsopgave

De Schilderkunst, die praalt met duizend oude stukken,

Die aan den Tiber als Godin wordt aangebeên

Van aller geesten puik, dat vurig derwaarts heen

Zich spoedt, om met doô stof het leven uit te drukken;—

Dees[2], hoe aanlokkend, kost de zinnen niet verrukken

Van onzen schilder-geest[3], die[4], in 't gemoed bestreên,

Geen doode verw vernoegt, albast noch marmersteen,

Om een ontdoken bloem in 't Nederland te plukken.

Na veel raadslagens hij 't Geheimenis[5] dus vraagt:

"Waar mag mijn êga zijn? hoe noemt men deze[6] maagd?"

"Aacht!" galmde 't Heiligdom; dies, om nu uit te kiezen

Van duizend Aachten één, keerde onze bruîgom thuis,

En zocht zijn troost, zijn helft, zijn bruid, met druk en kruis,

En in midzomer[7] vond zijn Aacht in 't Hof der Friezen.

[1] Doopsgezind predikant te Leeuwarden.

[2] Nam. de straks vermelde Schilderkunst.

[3] L. Jsz. was als talentvol schilder bekend.

[4] Thans dier.

[5] Gelijk reeds meer voor orakel.

[6] Versta: die.

[7] Thans ongelukkig verloren, voor Sint Jan in den zomer; verg. Shakspere's midsummernightsdream.

De complete werken van Joost van Vondel. Davids Lofzang van Jeruzalem

Подняться наверх