Читать книгу Een Gift Van Wapens - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 16
HOOFDSTUK ZES
ОглавлениеMycoples lag opgekruld, verstrikt in het immens grote Akron net. Ze was niet in staat om zich uit te strekken of met haar vleugels te klappen. Ze lag bij de helm van het schip van het Rijk, en hoe hard ze ook worstelde, ze kon haar hoofd niet optillen, of haar klauwen uitstrekken. Ze had zich nog nooit in haar leven zo afschuwelijk gevoeld, zo zwak. Ze knipperde langzaam met haar ogen, moedeloos, meer voor Thor dan voor zichzelf.
Zelfs vanaf deze grote afstand, vanaf het schip dat over de kolossale golven deinde, kon Mycoples Thors energie voelen. Mycoples kon voelen dat Thor veranderde, dat hij iemand anders werd. Haar hart brak. Ze kon het niet helpen, ze had het gevoel dat ze hem in de steek gelaten had. Ze probeerde weer los te breken. Ze wilde zo graag naar hem toe gaan, hem redden. Maar het lukte haar niet.
Er sloeg een grote golf op het dek, en de schuimende wateren van de Tartuvische zee spoelden over haar heen, en deden haar over het dek heen glijden. Haar hoofd sloeg tegen de houten scheepsromp aan. Ze gromde zachtjes, en voelde dat ze niet meer de kracht had die ze ooit had gehad. Ze was overgeleverd aan haar nieuwe lot, wetende dat ze werd weggebracht om gedood te worden, of erger, de rest van haar leven in gevangenschap door te brengen. Het kon haar niet schelen wat er van haar terecht zou komen. Ze wilde alleen maar dat Thor in orde was. En ze wilde een kans, slechts een laatste kans, om wraak te nemen op haar aanvallers.
“Daar is ze! Ze is het dek over gegleden!” riep één van de soldaten van het Rijk.
Mycoples voelde een stekende pijn in de gevoelige schubben van haar gezicht, en ze zag twee soldaten van het Rijk, met speren van negen meter lang, die haar vanaf een veilige afstand door het net heen in haar hoofd staken.
Ze probeerde naar hen uit te halen, maar het net hield haar tegen. Ze gromde terwijl ze haar steeds weer staken, lachend.
“Ze is nu niet meer zo angstaanjagend, of wel?” vroeg één van hen.
De ander lachte, en raakte bijna haar oog. Mycoples kon nog net haar hoofd wegdraaien en haar zicht sparen.
“Ze is zo onschadelijk als een vlieg,” zei hij.
“Ik heb gehoord dat ze haar tentoon gaan stellen in de hoofdstad van het Rijk.”
“Dat is niet wat ik heb gehoord,” zei de ander. “Ik hoorde dat ze haar vleugels eraf gaan snijden en haar gaan martelen voor alle slachtoffers die ze heeft gemaakt.”
“Dat zou ik graag willen zien.”
“Moeten we haar echt intact afleveren?”
“Orders.”
“Maar ik zie niet in waarom we haar niet een beetje kunnen verminken. Ze heeft tenslotte niet allebei haar ogen nodig, of wel?”
De ander lachte.
“Als je het zo stelt, ik denk het niet,” antwoordde hij. “Ga ervoor.”
Eén van de mannen kwam dichterbij en hief zijn speer.
“Hou je stil, meisje,” zei de soldaat.
Mycoples deinsde terug, hulpeloos terwijl de soldaat op haar af kwam, op het punt om zijn lange speer in haar oog te steken.
Plotseling sloeg er weer een golf over de boeg heen; de soldaat ging onderuit, en hij gleed recht op haar gezicht af, zijn ogen wijd opengesperd van angst. Met een enorme krachtsinspanning slaagde Mycoples erin om één van haar klauwen net hoog genoeg op te tillen zodat de soldaat onder haar doorgleed. Toen boorde ze haar klauw door zijn keel heen.
Hij gilde en het bloed spoot alle kanten op terwijl hij onder haar stierf. Het was een schrale troost voor Mycoples.
De andere soldaat draaide zich om en rende weg, schreeuwend om hulp. Binnen enkele momenten verscheen er een dozijn soldaten van het Rijk, gewapend met lange speren.
“Doodt het beest!” schreeuwde één van hem.
Ze kwamen op haar af om haar te doden, en Mycoples wist zeker dat het hen zou lukken.
Mycoples werd overspoeld door een golf van woede, heviger dan ze ooit had gevoeld. Ze sloot haar ogen en bad tot God om één laatste golf van kracht.
Ze voelde een intense hitte in haar buik vormen, die naar haar keel stroomde. Ze tilde haar kop op en brulde. Tot haar eigen verbazing kwam er een golf van vlammen uit.
De vlammen gingen door het net heen, en hoewel ze het Akron niet vernietigden, werden de mannen die op haar afkwamen verzwolgen door een muur van vuur.
Ze schreeuwden het uit terwijl hun lichamen in vlammen opgingen; de meesten zakten op het dek in elkaar, en degenen die niet onmiddellijk stierven sprongen overboord. Mycoples glimlachte.
Er verschenen tientallen andere soldaten, gewapend met knuppels, en Mycoples probeerde haar vuur weer op te roepen.
Maar deze keer werkte het niet. God had haar gebeden beantwoord, en haar één keer geholpen. Maar nu kon ze niets meer doen. Ze was dankbaar voor wat haar was gegund.
Tientallen soldaten kwamen op haar af en sloegen haar met hun knuppels. Langzaam voelde Mycoples zichzelf wegzakken, en haar ogen sloten zich. Ze krulde zich op in een bal, en vroeg zich af of haar tijd op deze wereld tot een einde was gekomen.
Spoedig was er niets meer dan duisternis.