Читать книгу Sagen van den Rijn - Wilhelm Ruland - Страница 6

De Munsterklok

Оглавление

Inhoudsopgave

De dom was voltooid en de overheid besloot op den hoogen toren een kunstige klok te doen plaatsen. Na lang zoeken werd een kunstenaar gevonden, die aanbood een kunststuk te maken, zooals er nergens een gevonden werd. De wijze raadsheeren waren daarover zeer voldaan en de kunstenaar begon met het werk.

Maanden verstreken daarmede, maar toen het voltooid was, was iedereen vol bewondering, die dan ook wel verdiend was, want de klok was een kunststuk, zooals men er nog nooit een in het land gezien had. Behalve de uren wees zij niet alleen de dagen en maanden aan, naar zij bezat ook nog een aardbol, waaraan men den op en ondergang van de zon kon zien en waarop de zons en maansverduisteringen zichtbaar werden op het oogenblik, dat ze in de natuur plaats vonden. Elke verandering wees Mercurius met zijn staf aan, en elk sterrenbeeld trad, zoodra zijn loopbaan begon, te voorschijn. Even, voordat de klok sloeg, verscheen de dood, en sloeg de Bladzijde 10volle uren aan, terwijl bij de kwartieren en halve uren de gestalte van den verlosser te voorschijn trad, die hem terug wees. Ten overvloede bevatte het kunstwerk nog een prachtig klokkenspel, dat stichtelijke koraalliederen deed hooren.

Aldus was de heerlijke klok in de Munsterkerk te Straatsburg vervaardigd. Nu echter wordt de overheid van Straatsburg, volgens de overlevering van de volgende schandelijke vermetelheid aangeklaagd: waren zij er aan den eenen kant trotsch op, de eenige stad te zijn, die zulk een kunstwerk bezat, aan den anderen kant vreesden zij, dat de kunstenaar ook een dergelijk werk in een andere stad kon uitvoeren. De hardvochtige raadsheeren maakten daarom met vreugde gebruik van de praatjes, die onder het volk in omloop waren, als zou zulk een werk alleen door duivelsche kunsten gewrocht kunnen worden. Zij betichtten den klokkenmaker, dat hij met den duivel in verbinding stond, lieten hem gevangennemen en veroordeelden hem met onmenschelijke wreedheid tot de berooving van het licht zijner oogen. Zonder klagen verdroeg de ongelukkige kunstenaar zijn vreeselijk lot.

Voordat zij echter het vonnis voltrokken verzocht hij nog eenmaal bij de klok toegelaten te worden, opdat hij haar nog regelen kon, hetgeen Bladzijde 11later geen andere hand zou kunnen volbrengen. De wijze overheid, die veel ophad met de onovertreffelijke klok, liet den kunstenaar boven komen. Deze vijlde, zaagde, verstelde en regelde het een en ander en werd toen weer in den toren gebracht, waar hij terstond van het licht zijner oogen beroofd werd.

Nauwelijks echter was het vonnis voltrokken, of men bemerkte, dat het werk van de Munsterklok stil stond. De kunstenaar had zelf het werk vernietigd en zijn voorspelling, die hij in woede gedaan had, dat het klokkenspel voor eeuwig stil zou staan, is tot nu toe uitgekomen. Tot op heden vermocht niemand leven in het doode raderwerk te brengen, en al versiert heden een even prachtig uurwerk de Domkerk, zoo toch is het geen kunstenaar gelukt het raderwerk van de eerste Munsterklok, dat nog steeds bewaard wordt, weer in werking te brengen. Bladzijde 12

Sagen van den Rijn

Подняться наверх