Читать книгу Het Leven der Dieren: De Spinachtigen - Alfred Edmund Brehm - Страница 5

EERSTE ORDE. DE SOLPUGEN (Solifugae).

Оглавление

Inhoudsopgave

De Solpugen (Solifugae) hebben niet slechts het achterlijf, maar den geheelen stam in leden verdeeld. Het voorste stuk—een echte „kop”—maakt een eivormig geheel uit met de 2-ledige, vooruitstekende, schaarvormige kaaksprieten. Het grondlid, welks sterk gezwollen wortelgedeelte „hand” heet, heeft een uitsteeksel, dat boven het klauwvormig eindlid ligt en, evenals dit, „vinger” wordt genoemd; beide „vingers” zijn met krachtige tanden gewapend; de onderste werkt in verticale richting op de bovenste. Ook kunnen beide scharen zijwaarts bewogen worden. Aan de bovenzijde van den kop bevinden zich 2 oogen, aan de onderzijde, naast en achter de mondspleet twee paar kaken, welker lange tasters in maaksel overeenkomen met de drie paar ware, aan de borstringen gehechte pooten, maar niet, als deze, in twee klauwen eindigen. Het achterlijf is uit 9 leden samengesteld en, evenals de geheele overige stam, dicht, viltachtig behaard; de ledematen zijn met lange, broze haren bezet, waarvan sommige een buitengewone lengte bereiken.

De Gewone Rolspin (Solpuga of Galeodes araneoides) wordt 5 cM. lang, bewoont de steppen van Zuid-Rusland en komt ook in Egypte voor. Zij is grootendeels roestgeel, van voren aan de scharen echter bruin, op het rolronde achterlijf roestbruin; de olijfbruine kaaktasters zijn aan de onderzijde met dikke stekels bezet.


Strijd tusschen een Gewone Rolspin (Galeodes araneoides) en een Schorpioen. Ware grootte.

De Rolspin houdt zich over dag schuil in spleten van den leemachtigen bodem, in rietvelden of onder steenen; ’s nachts gaat zij op roof uit en vangt Insecten. Dat zij ook groote dieren aanvalt, is uit proeven met gevangen exemplaren gebleken. Een Rolspin van 52 mM. lichaamslengte greep een 105 mM. langen Schorpioen bij den wortel van den staart, beet dezen af en verslond vervolgens het geheele dier. Deze zege was echter slechts aan een toeval te danken, zooals bleek, toen men een tweeden Schorpioen bij haar bracht en zij dezen van voren aanviel; dit dier hield zijn vijandin met de scharen vast en bracht haar met den gifstekel een wonde toe, waaraan zij na eenige stuiptrekkingen bezweek. Ook elkander sparen de Rolspinnen niet; na een strijd op leven en dood vreet de overwinnaar zijn tegenpartij op. Daarentegen draagt de moeder, naar Spinnenaard, de grootst mogelijke zorg voor haar kroost.

Het Leven der Dieren: De Spinachtigen

Подняться наверх