Читать книгу Eens weggekwijnd - Блейк Пирс - Страница 11
HOOFDSTUK VIJF
ОглавлениеTeamleider Brent Meredith was niet iemand die tijd verspilde aan koetjes en kalfjes. Riley wist dat uit eigen ervaring. Ze verwachtte daarom toen ze zijn kantoor binnenliep na het rennen geen geklets, geen beleefde vragen over gezondheid en gezin en thuis. Hij kon warm en vriendelijk zijn, maar dat was hij maar zelden. Hij zou vandaag meteen ter zake komen, en het zou sowieso dringend zijn.
Bill was er al. Hij zag er nog steeds extreem zenuwachtig uit. Ze hoopte dat ze snel zou begrijpen waarom.
Zodra Riley ging zitten, leunde Meredith over zijn bureau naar haar toe. Zijn brede, hoekige Afro-Amerikaanse gezicht was zoals altijd intimiderend.
“Laten we beginnen bij het begin, Agent Paige,” zei hij.
Riley wachtte tot hij nog iets zou zeggen, een vraag zou stellen, een bevel zou geven. Maar in plaats daarvan staarde hij haar simpelweg aan.
Het duurde maar even voordat Riley begreep wat Meredith bedoelde.
Meredith stelde zijn vraag expres niet hardop. Riley kon zijn discretie wel waarderen. Er was nog steeds een moordenaar op vrije voet, en zijn naam was Shane Hatcher. Hij was uit Sing Sing ontsnapt, en Riley’s meest recente opdracht was geweest om hem op te pakken.
Ze was daarin gefaald. Eigenlijk had ze het ook niet echt geprobeerd, en nu waren andere FBI-agenten aan de zaak toegewezen. Tot nog toe hadden ze geen succes.
Shane Hatcher was een crimineel genie dat tijdens zijn lange jaren in de gevangenis een gerespecteerde expert op het gebied van criminologie was geworden. Daarom was Riley af en toe bij hem in de gevangenis op bezoek geweest, voor advies over zaken. Ze kende hem goed genoeg om zeker te zijn dat hij op het moment geen gevaar voor de samenleving was. Hatcher had een vreemde, maar strenge morele code. Hij had sinds zijn ontsnapping één man vermoord; een oude vijand die zelf ook een gevaarlijke crimineel was. Riley wist zeker dat hij niemand anders zou vermoorden.
Op dit moment begreep Riley dat Meredith wilde weten of ze iets van Hatcher gehoord had. Het was een zaak met veel media-aandacht, en het leek erop dat Hatcher een soort volkslegende werd: een crimineel meesterbrein dat tot zo’n beetje alles in staat was.
Ze waardeerde Merediths discretie om dit niet hardop te vragen. Maar de waarheid was dat Riley niks wist over waar Hatcher nu was of wat hij aan het doen was.
“Niks nieuws, meneer,” antwoordde ze op Merediths onuitgesproken vraag.
Meredith knikte en leek zich een beetje te ontspannen.
“Oké dan,” zei Meredith. “Ik zal meteen met de deur in huis vallen. Ik stuur Agent Jeffreys voor een zaak naar Seattle. Hij wil jou als partner. Ik moet weten of je beschikbaar bent om met hem mee te gaan.”
Riley moest nee zeggen. Ze had zoveel gaande in haar leven nu dat ze absoluut niet een zaak in een stad ver weg kon aannemen. Ze had nog steeds af en toe last van de PTSS die ze had opgelopen toen ze gevangen was gehouden door een sadistische crimineel. Haar dochter, April, was van dezelfde man slachtoffer geworden, en had haar eigen problemen om mee om te gaan. En nu had Riley een nieuwe dochter die haar eigen vreselijke trauma’s had meegemaakt.
Als ze gewoon even hier kon blijven en wat les kon geven op de Academie, dan kon ze misschien haar leven weer op orde krijgen.
“Ik kan niet,” zei Riley. “Niet nu.”
Ze richtte zich naar Bill.
“Je weet wat er allemaal speelt nu,” zei ze.
“Ik weet het, ik hoopte gewoon...” zei hij met een smekende blik in zijn ogen.
Het was tijd om erachter te komen wat er aan de hand was.
“Wat is de zaak?” vroeg Riley.
“Er hebben ten minste twee vergiftigingen plaatsgevonden in Seattle,” zei Meredith. “Het lijkt een seriemoord te zijn.”
Op dat moment begreep Riley waarom Bill zo overstuur was. Toen hij nog maar een klein jongetje was, was zijn moeder vergiftigd en gestorven. Riley wist de details niet, maar ze wist wel dat de moord op zijn moeder een van de redenen was waarom hij FBI-agent was geworden. Het achtervolgde hem al jaren. Deze zaak zou oude wonden openrijten.
Toen hij zei dat hij haar nodig had op deze zaak, meende hij dat echt.
Meredith ging verder, “Tot nu toe weten we van twee slachtoffers; een man en een vrouw. Misschien zijn er nog meer, en misschien komen er nog meer.”
“Waarom worden wij hierbij gehaald?” vroeg Riley. “Er is een FBI-kantoor in Seattle. Kunnen zij het niet doen?”
Meredith schudde zijn hoofd.
“De situatie daar is nogal verstoord. Het lijkt erop dat de plaatselijke FBI en de plaatselijke politie het wat betreft deze zaak nergens over eens zijn. Dat is waarom jullie nodig zijn, of jullie nou gewild zijn of niet. Kan ik op je rekenen, Agent Paige?”
Opeens was de beslissing voor Riley glashelder. Ondanks haar persoonlijke problemen was ze echt nodig op deze zaak.
“Reken maar op me,” zei ze uiteindelijk.
Bill knikte en zuchtte hoorbaar van opluchting en dankbaarheid.
“Mooi,” zei Meredith. “Jullie vliegen morgenochtend allebei naar Seattle.”
Meredith trommelde even met zijn vingers op de tafel.
“Maar verwacht geen warm welkom,” voegde hij toe. “Zowel de politie als de FBI zal niet blij zijn om jullie te zien.”