Читать книгу Eens weggekwijnd - Блейк Пирс - Страница 7

HOOFDSTUK EEN

Оглавление

FBI Agent Riley Paige liep bezorgd door de vliegtuigslurf op de luchthaven Phoenix Sky Harbor International Airport. Ze had zich de hele vlucht vanaf Reagan Washington International ongerust gevoeld. Ze was hier met spoed heen gevlogen omdat ze had gehoord dat een tienermeisje vermist werd. Niet zomaar een meisje, maar Jilly, een meisje waar Riley zich bijzonder beschermend naar voelde. Ze was vastberaden om het meisje te helpen en dacht er zelfs aan om haar te adopteren.

Toen Riley half rennend door de uitgang van de gate haastte, keek ze op en was ze stomverbaasd om dat meisje daar te zien staan, met FBI Agent Garrett Holbrook van het kantoor uit Phoenix naast haar.

De dertienjarige Jilly Scarlatti stond naast Garrett, keek naar haar terug, en was duidelijk op haar aan het wachten.

Riley snapte er niks van. Het was Garrett die haar gebeld had om te vertellen dat Jilly was weggelopen en nergens te vinden was.

Maar voordat Riley ook maar een vraag kon stellen, rende Jilly op haar af en viel ze snikkend in haar armen.

“O, Riley, het spijt me. Het spijt me zo, zo erg. Ik zal het nooit meer doen.”

Riley knuffelde Jilly troostend en keek Garrett aan voor uitleg. Garretts zus, Bonnie Flaxman, had geprobeerd om Jilly als pleegkind op te vangen. Maar Jilly was in opstand gekomen en was weggelopen.

Garrett glimlachte een beetje. Het was een zeldzame gezichtsuitdrukking van deze gewoonlijk stoïcijnse man.

“Ze belde Bonnie kort nadat jij uit Fredericksburg was vertrokken,” zei hij. “Ze wilde voor eens en altijd afscheid nemen. Maar toen vertelde Bonnie haar dat jij onderweg was om haar met je mee naar huis te nemen. Ze werd helemaal blij en vertelde ons waar we haar konden ophalen.”

Hij keek naar Riley.

“Je hebt haar gered door helemaal hierheen te vliegen,” concludeerde hij.

Riley stond daar gewoon even, met een huilende Jilly in haar armen, en voelde zich nogal ongemakkelijk en hulpeloos.

Jilly fluisterde iets wat Riley niet kon horen.

“Wat?” vroeg Riley.

Jilly haalde haar gezicht naar achteren en keek Riley recht in de ogen aan, haar eigen intense bruine ogen vol tranen.

“Mam?” zei ze met een gesmoorde, verlegen stem. “Mag ik je Mam noemen?”

Riley omhelsde haar weer stevig, overspoeld door een verwarrende storm van emoties.

“Natuurlijk,” zei Riley.

Toen richtte ze zich tot Garrett. “Ontzettend bedankt voor alles wat je gedaan hebt.”

“Ik ben blij dat ik een klein beetje heb kunnen helpen,” antwoordde hij. “Heb je een overnachtingsplaats nodig terwijl je hier bent?”

“Nee. Nu dat ze gevonden is, is daar geen reden voor. We nemen we eerstvolgende vlucht terug.”

Garrett schudde haar hand. “Ik hoop dat het voor jullie allebei goedkomt.”

Toen vertrok hij.

Riley keek omlaag naar de tiener die haar nog steeds vastklampte. Ze voelde een rare mix van vreugde dat ze haar gevonden had, en bezorgdheid over wat de toekomst hen zal brengen.

“Laten we een hamburger gaan eten,” zei ze tegen Jilly.

*

Het sneeuwde lichtjes tijdens de rit terug naar huis vanaf Reagan Washington International Airport. Jilly staarde stilletjes uit het raam terwijl Riley reed. Haar stilte was een groot verschil ten opzichte van de meer dan vier uur durende vlucht terug uit Phoenix. Toen hield Jilly maar niet op met praten. Ze had nog nooit in een vliegtuig gezeten en was over echt alles nieuwsgierig.

Waarom is ze nu zo stil? vroeg Riley zich af.

Het kwam bij haar op dat de sneeuw een apart gezicht moest zijn voor een meisje dat haar hele leven in Arizona had gewoond.

“Heb je ooit eerder sneeuw gezien?” vroeg Riley.

“Alleen op tv.”

“Vind je het mooi?” zei Riley.

Jilly gaf geen antwoord, waardoor Riley zich ongemakkelijk voelde. Ze dacht terug aan de eerste keer dat ze Jilly gezien had. Het meisje was weggelopen van haar mishandelende vader. Uit pure wanhoop had ze besloten om prostituee te worden. Ze was gegaan naar een vrachtwagenparkeerplaats die berucht was als oppikplaats voor prostituees. De meisjes werden ook wel ‘lot lizards’ genoemd, omdat ze echte armoedzaaiers waren.

Riley was erheen gegaan om een reeks moorden op prostituees te onderzoeken. Ze had Jilly toevallig gevonden in de cabine van een vrachtwagen, wachtend op de chauffeur zodat ze haar lichaam aan hem kon verkopen.

Riley had Jilly naar de kinderbescherming gebracht en had contact met haar gehouden. Garretts zus had Jilly als pleegkind opgenomen, maar uiteindelijk was Jilly weer weggelopen.

Op dat moment had Riley besloten om Jilly zelf mee naar huis te nemen.

Maar nu begon ze zich af te vragen of ze een fout had gemaakt. Ze had al haar eigen vijftienjarige dochter, April, voor wie ze moest zorgen. En soms had ze aan April alleen al haar handen vol. Ze hadden samen wat traumatische ervaringen meegemaakt sinds Riley’s huwelijk op de klippen was gelopen.

En wat wist ze nu echt over Jilly? Had Riley enig idee hoe beschadigd het meisje diep van binnen misschien wel was? Was ze ook maar het minste beetje voorbereid om om te gaan met de uitdagingen die Jilly zou meebrengen? En alhoewel April ermee ingestemd was dat ze Jilly naar huis meenam, zouden de twee tieners wel met elkaar overweg kunnen?

Opeens sprak Jilly.

“Waar ga ik slapen?”

Riley was opgelucht om Jilly’s stem te horen.

“Je krijgt een eigen kamer,” zei ze. “Het is klein, maar ik denk dat je het een mooie kamer zult vinden.”

Jilly viel weer even stil.

Toen zei ze, “Was het de kamer van iemand anders?”

Jilly klonk nu bezorgd.

“Niet sinds ik hier woon,” zei Riley. “Ik heb geprobeerd om het als kantoor te gebruiken, maar het was te groot. Dus ik heb mijn kantoor naar mijn slaapkamer verplaatst. April en ik hebben een bed en een kledingkast voor je gekocht, maar als we tijd hebben kun je zelf wat leuke posters en mooi beddengoed uitkiezen.”

“Mijn eigen kamer,” zei Jilly.

Riley vond dat ze meer bang klonk dan blij.

“Waar slaapt April?” vroeg Jilly.

Ergens wilde Riley tegen Jilly zeggen dat ze gewoon moest wachten tot ze thuis waren, en dat ze dan alles vanzelf zou zien. Maar het meisje klonk alsof ze nu, op dit moment, geruststelling nodig had.

“April heeft haar eigen kamer,” zei Riley. “Jij en April moeten wel een badkamer delen. Ik heb mijn eigen badkamer.”

“Wie maakt er schoon? En wie kookt er?” vroeg Jilly. Toen voegde ze nerveus toe, “Ik kan niet zo goed koken.”

“Onze huishoudster, Gabriela, zorgt daar allemaal voor. Ze komt uit Guatemala. Ze woont bij ons, in haar eigen appartement beneden. Je zult haar snel ontmoeten. Zij zal voor je zorgen als ik weg ben.”

Er viel nog een stilte.

Toen vroeg Jilly, “Gaat Gabriela me slaan?”

De vraag deed Riley perplex staan.

“Nee. Natuurlijk niet. Waarom zou je dat denken?”

Jilly antwoordde niet. Riley probeerde te begrijpen wat ze bedoelde.

Ze probeerde tegen zichzelf te zeggen dat ze niet verbaasd moest zijn. Ze wist nog wat Jilly gezegd had toen ze haar gevonden had in de vrachtwagencabine, en haar verteld had dat ze naar huis moest.

“Ik ga niet naar huis. Mijn vader zal me in elkaar slaan als ik terugga.”

De kinderbescherming had de voogdij over Jilly al van haar vader ontnomen. Riley wist dat Jilly’s moeder al lang geleden vermist was geraakt. Jilly had ergens een broer, maar niemand had in tijden van hem gehoord.

Het brak Riley’s hart om te beseffen dat Jilly eenzelfde soort behandeling in haar nieuwe huis verwachtte. Het leek erop dat het arme meisje zich amper iets beters kon voorstellen.

“Niemand gaat je slaan, Jilly,” zei Riley, haar stem trillend van emotie. “Nooit meer. We gaan goed voor je zorgen. Begrijp je dat?”

Weer gaf Jilly geen antwoord. Riley wilde zo graag dat ze zou zeggen dat ze het inderdaad begreep, en dat ze geloofde wat Riley zei. In plaats daarvan veranderde Jilly van onderwerp.

“Ik vind je auto leuk,” zei ze. “Mag ik leren autorijden?”

“Natuurlijk, als je iets ouder bent,” zei Riley. “Ga nu eerst maar eens wennen aan je nieuwe leven.”

*

Er viel nog steeds een beetje sneeuw toen Riley voor haar rijtjeshuis parkeerde en zij en Jilly uit de auto stapten. Jilly’s gezicht vertrok een beetje toen de sneeuwvlokjes haar huid raakten. Ze leek deze nieuwe sensatie niet echt prettig te vinden. Ook was ze helemaal aan het rillen van de kou.

We moeten snel wat warmere kleren voor haar gaan kopen, dacht Riley.

Halverwege tussen de auto en de voordeur bleef Jilly stokstijf stilstaan. Ze staarde naar het huis.

“Ik kan dit niet,” zei Jilly.

“Waarom niet?”

Jilly zei even niks. Ze zag eruit als een doodsbang hertje. Riley vermoedde dat het vooruitzicht om in zo’n fijn huis te wonen haar overweldigde.

“Ik zal April in de weg zitten, niet?” zei Jilly. “Ik bedoel, het is haar badkamer.”

Ze leek naar smoesjes te zoeken, naar redenen waarom dit hele gebeuren niet zou werken.

“Je zult April niet in de weg zitten,” zei Riley. “Kom mee naar binnen.”

Riley opende de deur. Binnen zaten April en Riley’s ex-man, Ryan, te wachten. Ze glimlachten uitnodigend.

April rende meteen op Jilly af en gaf haar een flinke knuffel.

“Ik ben April,” zei ze. “Ik ben zo blij dat je hier bent. Je gaat het hier heel leuk vinden.”

Riley was verbijsterd over het verschil tussen de twee meisjes. Ze had April altijd nogal dun en slungelig gevonden. Maar ze leek best stevig nu ze stond naast Jilly, die in vergelijking erg mager was. Riley vermoedde dat Jilly in haar leven honger gekend had.

Zoveel dingen die ik nog niet weet, dacht Riley.

Jilly glimlachte nerveus terwijl Ryan zich voorstelde en haar omhelsde.

Opeens kwam Gabriela vanaf beneden de trap op rennen, en stelde ze zichzelf voor met een brede lach.

“Welkom bij de familie!” riep Gabriela uit, en ze knuffelde Jilly.

Het viel Riley op dat de huid van de stevige Guatemalteekse vrouw maar iets donkerder was dan Jilly’s olijfkleurige huidtint.

“Vente!” zei Gabriela, die Jilly’s hand pakte. “Laten we naar boven gaan. Ik zal je je kamer laten zien!”

Maar Jilly trok haar hand terug en bleef trillend staan. Tranen begonnen over haar wangen naar beneden te stromen. Ze ging op de trap zitten en huilde. April ging naast haar zitten en legde haar arm om haar schouders.

“Wat is er, Jilly?” vroeg April.

Jilly schudde treurig haar hoofd.

“Ik weet het niet,” snikte ze. “Het is gewoon... Ik weet het even niet. Het is zoveel allemaal.”

April glimlachte warm en klopte haar zachtjes op haar rug.

“Ik weet het, ik weet het,” zei ze. “Kom mee naar boven. Je voelt je binnen de kortste keren thuis.”

Jilly stond gedwee op en volgde April naar boven. Riley was blij met hoe goed haar dochter met de situatie omging. Natuurlijk had April altijd al gezegd dat ze een klein zusje wilde. Maar April had zelf wat moeilijke jaren meegemaakt, en was ernstig getraumatiseerd door criminelen die wraak op Riley wilden nemen.

Misschien, dacht Riley hoopvol, kan April Jilly beter begrijpen dan dat ik dat kan.

Gabriela keek de twee meisjes meelevend na.

“¡Pobrecita!” zei ze. “Ik hoop dat het goed met haar komt.”

Gabriela ging terug naar beneden en liet Riley en Ryan alleen. Ryan keek wat beduusd naar de trap.

Ik hoop dat hij zich niet bedacht heeft, dacht Riley. Ik zal zijn steun nodig hebben.

Er was veel gebeurd tussen haar en Ryan. Hij was tijdens de laatste jaren van hun huwelijk veel vreemdgegaan en had zijn vaderrol niet vervuld. Ze waren uit elkaar gegaan en gescheiden. Maar Ryan leek de laatste tijd veranderd te zijn, en ze hadden voorzichtig wat meer tijd met elkaar doorgebracht.

Ze hadden het erover gehad om Jilly in hun leven te brengen. Ryan had enthousiast over het idee geleken.

“Ben je hier nog steeds oké mee?” vroeg Riley aan hem.

Ryan keek naar haar en zei, “Ja. Maar ik zie dat het wel lastig gaat worden, hoor.”

Riley knikte. Toen viel er een ongemakkelijke stilte.

“Ik denk dat ik maar beter kan gaan,” zei Ryan.

Riley voelde zich opgelucht. Ze gaf hem een vluchtige kus, en hij trok zijn jas aan en vertrok. Riley schonk wat te drinken voor zichzelf in en ging in haar eentje in de woonkamer zitten.

Wat heb ik ons allemaal op de hals gehaald? vroeg ze zich af.

Ze hoopte maar dat haar goede bedoelingen haar gezin niet weer zouden verscheuren.

Eens weggekwijnd

Подняться наверх