Читать книгу Doodgebloed - Блейк Пирс - Страница 6
HOOFDSTUK DRIE
ОглавлениеAdele stond voor de stenen trappen van de school en keek met uiterst grote argwaan naar de menigte kinderen. Ze schudde eenmaal haar hoofd en keek toen naar haar moeder. Haar blik hoefde niet ver te reizen; Adele was langer dan de meeste van haar klasgenoten. Ze had een groeispurt gekregen toen ze nog in Duitsland woonde, bij de Sergeant, en daar was pas dit jaar een einde aan gekomen.
Nu ze vijftien was ontdekte Adele dat de jongens in Parijs meer aandacht aan haar besteedden dan die in Duitsland. Maar terwijl ze de stroom leerlingen van de tweetalige middelbare school bestudeerde, spoelde er een golf van nervositeit over haar heen.
"Wat is er, mijn Cara?" vroeg haar moeder, lief glimlachend naar haar dochter.
Adele trok haar neus op bij de bijnaam, veegde haar handen af aan de voorkant van haar schooltrui en draaide aan de knopen op de katoenen mouwen. Haar moeder was opgegroeid in Frankrijk en had een voorliefde voor Carambar-repen, die nog steeds populair waren in snoepwinkels en benzinestations. Ze zei vaak dat de grappen op de buitenkant van de wikkels van de karamel veel op Adele leken: slim van buiten met een zacht en zoet midden. De beschrijving deed Adele kokhalzen.
Adele Sharp had het haar en mooie gezicht van haar moeder, maar ze dacht vaak dat ze de ogen en instelling van haar vader had.
"Ze maken zoveel lawaai", antwoordde Adele in het Frans, de woorden traag en onhandig op haar tong. De eerste twaalf jaar van haar leven had ze in Duitsland doorgebracht; het duurde even voor ze weer aan het Frans gewend was.
"Het zijn kinderen, mijn Cara. Ze horen luidruchtig te zijn; probeer jij het ook maar eens."
Adele fronste haar wenkbrauwen en schudde haar hoofd. De Sergeant had luidruchtige kinderen altijd afgekeurd. Lawaai zorgde alleen voor afleiding. Het was het gereedschap van dwazen en trage denkers.
"Het is de beste school van Parijs", zei haar moeder en stak een koele hand uit naar haar dochters wang. "Probeer het nu maar eens, hmm?"
"Waarom kan ik niet thuisonderwijs krijgen, zoals vorig jaar?"
"Omdat het niet goed voor je is om de hele tijd opgesloten te zitten met mij in dat appartement – nee, nee." Haar moeder klikte met haar tong en maakte een tikkend geluid. "Dit is niet goed voor je. Op je oude school vond je het toch leuk om te zwemmen? Nou, er is hier een uitstekend team. Ik sprak met mijn vriendin Anna, en zij zegt dat haar dochter meteen het eerste jaar door de selectie is gekomen."
Adele haalde een schouder op en glimlachte met één kant van haar mond. Ze zuchtte en boog haar hoofd, in een poging niet zo op te vallen tussen de andere kinderen.
Haar moeder gaf Adele een kus op de wang, en kreeg een halfslachtige terug. Ze draaide zich om om weg te gaan en hief haar schooltas over een schouder. Terwijl ze op de school af sjokte, vervaagde het geluid van de bel en de drentelende kinderen. De middelbare school flitste en de muren werden grijs.
Adele schudde verward haar hoofd. Ze keerde terug naar de stoeprand. "Moeder?" zei ze met trillende stem. Ze was nu in het park. Het was nacht.
"Cara," fluisterden stemmen om haar heen vanuit de hoge, donkere bomen.
Ze staarde. Tweeëntwintig jaar oud. Het was allemaal geëindigd bij tweeëntwintig.
Haar moeder lag aan de kant van het fietspad, in het gras, en ze bloedde, bloedde, bloedde…
Eeuwig bloeden.
Haar dode ogen keken naar haar dochter. Adele was niet langer tweeëntwintig. Nu was ze drieëntwintig, trad ze toe tot het DGSI en werkte ze aan haar eerste zaak – de dood van haar moeder. Daarna was ze zesentwintig en werkte ze voor de FBI. Toen tweeëndertig.
Tik tak. Bloeden.
Elise Romet miste drie vingers aan elke hand; haar ogen waren doorboord. Ze had snijwonden over haar wangen in merkwaardige, mooie patronen alsof ze, glinsterend rood, in vilt waren gekerfd.
Tik tak. Adele schreeuwde terwijl het bloed uit haar moeder stroomde, het fietspad vulde, het gras en het vuil overstroomde, haar dreigde te verteren, haar te overweldigen…
Adele schrok wakker, hijgend, met haar tanden om de rand van haar deken geklemd, bijtend om de schreeuw in haar keel tegen te houden.
Ze zat daar in haar bed, in het kleine appartement van haar en Angus, ze staarde de donkere kamer in en ademde snel. Het was in orde; het was voorbij. Ze was oké.
Ze stak haar hand uit en tastte naar de geruststellende warmte van Angus, maar haar vingertoppen streken alleen over koude lakens. Toen herinnerde ze zich de vorige nacht.
Adele klemde haar tanden op elkaar en sloot even haar ogen. De lucht voelde opeens kil aan. Ze streek haar haar terug. Elke vezel in haar wilde weer gaan liggen, om terug te keren naar de warmte en veiligheid van haar dekens. Slaap maakte haar soms bang, maar haar bed was altijd een welkome schuilplaats.
Ze dwong haar ogen open, balde een vuist en wikkelde die stevig in haar pyjama onder de dekens.
Veiligheid en warmte maakten zwak. De Sergeant had tijdens haar jeugd vaak gezegd dat het verschil tussen luiaards en winnaars de eerste beslissing was die ze bij het ontwaken maakten. Degenen die hun hoofd weer op het kussen legden, zouden nooit veel in het leven bereiken.
En hoewel ze geen zesjarig meisje meer was, zwaaide Adele toch haar benen over de zijkant van het bed en schopte haar dekens af. Ze sloeg haar voeten tegen de vinylvloer. Met geoefende en behendige bewegingen maakte ze haar bed op, schikte haar lakens en stopte de hoeken van de dekens onder de matras.
Ze liep door de kamer naar de plek waar de schildpad in haar glazen vitrine zat. Zij en Angus hadden ruzie gemaakt over het geslacht van het wezen – ze wisten het nog steeds niet zeker. Angus zag hem als een jongen, maar voor Adele was de schildpad duidelijk een meisje. De gedachte aan Angus veroorzaakte een schok van onbehagen en ze slikte, waardoor de golf van emotie werd teruggedrongen.
Met behulp van de meegeleverde lepel mat ze het voedsel van de schildpad in haar aquarium en zag het wezen langzaam ronddwalen in het leefgebied van kleine stenen en nepbladeren. Gregory was voor haar wakker geworden – wat gênant.
Ze wierp een blik op de rode cijfers op de digitale klok naast haar bed. 04:25 Perfect. Ze was wakker geworden voordat het alarm was afgegaan. De start van een goede routine vereiste een afgestemd lichaam.
Adele kleedde zich snel in haar joggingkleding en verliet haar appartement. Het had geen zin om vroeg wakker te worden als ze niet iets nuttigs met haar tijd deed, dus was het tussen 04.30 tot 06.00uur vaste prik hardlopen in de ochtend, iedere ochtend. Sommige mensen luisterden naar muziek terwijl ze aan het sporten waren, maar Adele vond dat het haar afleidde. Inspanning en ongemak vereisten aandacht.
Toen ze terugkwam van het hardlopen, liep Adele rechtstreeks naar het kastje boven het fornuis en haalde een doos Chocapic tevoorschijn. Ze veegde het zweet van haar voorhoofd en concentreerde zich op haar ademhaling terwijl ze chocoladecornflakes in een kom deed. Ze bestelde het uit Frankrijk – een kleine luxe, maar een favoriet uit haar kindertijd. In de VS waren de cornflakes niet hetzelfde.
Adele pakte haar ontbijtgranen en een lepel en haastte zich naar de douche. Kleine gewoonten verankerd door de jaren. Minuten verspild in de ochtend leidden tot minuten verspild overdag. Angus had haar vaak geplaagd over het eten van cornflakes onder de douche, vooral toen ze per ongeluk zeep had ingeslikt, maar het was een andere gewoonte van haar die ze weigerde op te geven. Het geheim van succes lag in routine.
Het was op het moment dat ze de douche uitstapte, met een hand haar haar afdroogde en de lege kom in de andere droeg, dat Adele haar telefoon vanuit de andere kamer hoorde afgaan.
Ze keek fronsend naar de digitale klok onder de beslagen spiegel. Ze had in elke kamer een klok. 6:12 uur.
Raar. Wie zou haar zo vroeg bellen?
Adele droogde zich snel af en kleedde zich aan. Ze trok haar blouse aan terwijl ze de badkamerdeur uit haastte en de keuken in strompelde.
"Hallo?" zei ze terwijl ze de telefoon naar haar oor tilde.
"Agent Sharp?" zei de stem aan de andere kant.
"Ja?"
"Met Sam. We hebben je nodig op kantoor."
Adele fronste haar wenkbrauwen en liet haar verbleekte, plastic Mickey Mouse-kom in de gootsteen zakken. "Bedoel je nu meteen?"
"Ik bedoel een uur geleden. Dus kun je beter opschieten.”
“Weet je het zeker?” Er was mij verteld dat ik drie dagen zou krijgen."
Aan de andere kant klonk een zucht, en stemmen op de achtergrond.
"Vakantie zal moeten wachten, Sharp."
"Mag ik vragen waarom?"
"De Benjamin Killer heeft gisteravond nog een lijk gemaakt. Hoe snel kun je …"
"Ik ben onderweg."
Adele maakte haar kom niet eens schoon – normaal gesproken heiligschennis in haar huis – voordat ze zich haastte om haar werkkleding, schoenen en jas aan te trekken en de deur uit rende.
Zesentwintig Vijfentwintig Vierentwintig.