Читать книгу Alles op alles - Джек Марс - Страница 14

DEEL EEN
Hoofdstuk 12

Оглавление

“Jullie mogen niet hier binnen komen!” schreeuwde de man. “Eruit! Uit mijn huis!”

Ze stonden in het midden van een grote open woonkamer. In de hoek stond een kleine witte vleugel, vlak bij de kamerhoge ramen met een spectaculair uitzicht. Het ochtendlicht scheen naar binnen. Dichtbij stond een moderne witte bank met bijpassende stoelen en een set koffietafeltjes, rondom een enorme flatscreentelevisie die aan de muur hing. Aan de muur daartegenover hing een groot schilderij van drie meter hoog met gekke vlekken en druppels in felle kleuren. Luke wist een klein beetje van kunst af en hij gokte dat dit een Jackson Pollock was.

“Ja, ja, dat hebben we al van de jongens op de gang gehoord,” zei Luke. “We mogen hier niet zijn en toch zijn we hier.”

De man was niet groot. Hij was klein en gedrongen. Hij droeg een dikke witte ochtendjas. Hij hield een groot geweer vast en de loop van het geweer was op hen gericht. Luke dacht dat het een oud Browning jachtgeweer was, waarschijnlijk geladen met .270 Winchester patronen. Dat ding zou een eland kunnen doden op vierhonderd meter afstand.

Luke liep naar de rechterkant van de kamer, Ed naar links. De man zwaaide het geweer heen en terug, onzeker op wie hij het zou richten.

“Ali Nassar?”

“En wie wil dat weten?”

“Mijn naam is Luke Stone. Dat is Ed Newsam. We zijn federale agenten.”

Luke en Ed omringden de man en kwamen steeds dichterbij.

“Ik ben een diplomaat verbonden aan de Verenigde Naties. U heeft hier geen jurisdictie.”

“We willen u alleen enkele vragen stellen.”

“Ik heb de politie gebeld. Ze kunnen elk moment hier zijn.”

“In dat geval zou ik het geweer wegleggen als ik u was. Luister, het is een oud geweer. Dat ding heeft een handvergrendeling. Als u op een van ons schiet dan heeft u nooit tijd genoeg om het volgende patroon te laden.”

“Dan schiet ik u neer en laat die andere leven.”

Hij draaide richting Luke. Luke bleef langs de muur lopen met zijn handen omhoog om te laten zien dat hij geen dreiging was. Hij had in zijn leven al zoveel geweren en pistolen op zich gericht gehad dat hij niet eens meer wist hoeveel. Toch, bij deze had hij geen goed gevoel. Ali Nassar leek geen goede schutter, maar als het hem lukte om te schieten dan zou hij een groot gat in iets veroorzaken.

“Als ik jou was dan zou ik die grote kerel kiezen. Want als je mij neerschiet dan is het de vraag wat hij met u zal doen. Ed mag mij.”

Nassar weifelde niet. “Nee, ik pak jou.”

Ed stond nu maar een paar meter achter de man. Binnen een seconde was hij bij hem. Hij schopte de loop van het geweer omhoog, net toen Nassar de trekker overhaalde.

BOEM! Er klonk een luide echo in de gesloten ruimte van het appartement. Het schot scheurde door het witte gips van het plafond.

In één beweging greep Ed het geweer, sloeg Nassar op zijn kaak en leidde hem naar een van de stoelen.

“Oké, zitten. Voorzichtig, alstublieft.”

Nassar was geschrokken door de klap. Het duurde enkele seconden voordat zijn ogen weer konden focussen. Hij hield een mollige hand tegen de rode zwelling op zijn kaak.

Ed liet Luke het geweer zien. “Wat denk je hiervan?” Het was decoratief, met een parelmoeren inleg en een gepolijste geweerloop. Waarschijnlijk had het net nog ergens aan de muur gehangen.

Luke richtte zijn aandacht tot de man in de stoel. Hij begon weer bij het begin.

“Ali Nassar?”

De man puilde zijn lip. Hij keek op dezelfde manier als zijn zoon Gunner toen die vier jaar oud was en boos.

Hij knikte. “Dat is wel duidelijk.”

Luke en Ed waren snel, ze verloren geen tijd.

“Jullie mogen mij dit niet aandoen,” zei Nassar.

Luke keek op zijn horloge. Het was zeven uur. De politie zou elk moment hier kunnen zijn. Ze hadden hem naar zijn kantoor gebracht, naast de woonkamer. Ze hadden zijn ochtendjas en slippers uitgetrokken en nu had hij nog slechts een strakke witte onderbroek aan. Zijn dikke buik stak naar voren, strak als een trommel. Ze hadden zijn handen en voeten aan de stoel vastgebonden met tiewraps.

In het kantoor stond een bureau met een ouderwetse computer erop. De processor bevond zich in een dikke metalen kist die aan de stenen vloer gemonteerd was. Er was geen duidelijk zichtbare opening, geen slot, geen deur, niets. Om bij de harde schijf te kunnen komen, zou een lasser de kist moeten openlassen. Daarvoor was er geen tijd.

Luke en Ed stonden over Nassar heen gebogen.

“U heeft een geheime rekening op de Royal Heritage Bank op het eiland Grand Cayman,” zei Luke. “Op 3 maart maakte u een bedrag over van $ 250.000 naar de rekening van Ken Bryant. Ken Bryant werd gisternacht gewurgd in een appartement in Harlem.”

“Ik heb geen idee waar je het over hebt.”

“Je bent de werkgever van een man genaamd Ibrahim Abdulraman, die vanochtend overleed in het subsouterrain van het Center Medical Center. Hij stierf aan een kogel door zijn hoofd terwijl hij radioactief afval aan het stelen was.”

Een flits van herkenning kwam over Nassars gezicht.

“Ik ken deze man niet.”

Luke haalde diep adem. Normaal zou hij uren de tijd hebben om een verdachte als deze te kunnen uithoren. Maar vandaag had hij maar enkele minuten. Dat betekende dat hij een klein beetje vals moest spelen.

“Waarom is uw computer aan de vloer verankerd?”

Nassar haalde zijn schouders op. Hij begon zijn zelfvertrouwen terug te krijgen. Luke kon het bijna zien terugvloeien in zijn gezicht. Deze man geloofde in zichzelf. Hij dacht dat hij hen kon omzeilen.

“Daarop staat een grote hoeveelheid vertrouwelijk materiaal. Ik heb klanten met zaken waarbij het belangrijk is om het intellectueel eigendom te beschermen. Ik ben ook, zoals ik al zei, een diplomaat verbonden aan de Verenigde Naties. Ik krijg van tijd tot tijd informatie die, hoe moet ik dat zeggen? Geclassificeerd is. Ik bekleed deze posities omdat ik bekend sta om mijn discretie.”

“Dat mag wel zo zijn,” zei Luke. “Maar je zult me toch het wachtwoord moeten geven zodat ik zelf een kijkje kan nemen.”

“Ik ben bang dat dat niet mogelijk is.”

Achter Nassar lachte Ed. Het leek op een grom.

“U zult verrast zijn over wat er mogelijk is,” zei Luke. “Het is een feit dat we toegang krijgen tot die computer. En jij gaat ons het wachtwoord geven. Op de makkelijke manier of op de moeilijke. De keuze is aan u.”

“Jullie gaan me niets doen,” zei Nassar. “Jullie zitten hierdoor nu al diep in de problemen.”

Luke keek naar Ed. Ed ging op zijn hurken aan Nassars rechterkant zitten. Hij nam Nassars rechterhand in zijn twee krachtige handen. Luke en Ed hadden elkaar die avond laat voor het eerst ontmoet, maar hun samenwerking had al geen mondelinge communicatie meer nodig. Het was alsof ze elkaars gedachten konden lezen. Luke had dit eerder meegemaakt, normaliter met de jongens in speciale eenheden zoals Delta. Maar normaal gesproken duurde het langer om die relatie op te bouwen.

“Speel je piano?” vroeg Luke.

Nassar knikte. “Ik ben geoefend in klassieke muziek. Als kind was ik concertpianist. Ik speel nog steeds voor de lol.”

Luke bukte zich totdat hij op ooghoogte was met Nassar.

“Zo meteen gaat Ed één voor één uw vingers breken. Dat zal het moeilijk maken om nog piano te spelen. En het zal waarschijnlijk meer pijn doen dan u gewend bent.”

“Dat waagt u niet.”

“De eerste keer tel ik tot drie. Dat geeft u nog enkele seconden om na te denken wat u wilt doen. In tegenstelling tot u, waarschuwen wij mensen voordat we ze pijn doen. Wij stelen geen radioactief materiaal met het doel om miljoenen onschuldige mensen te doden. U komt er verdomd makkelijk vanaf in vergelijking met wat u anderen aandoet. Maar na de eerste keer komen er geen waarschuwingen meer. Dan kijk ik gewoon naar Ed en hij zal dan de ene na de andere vinger breken. Begrepen?”

“Ik zal ervoor zorgen dat je je baan verliest,” zei Nassar.

“Eén.”

“Je bent maar een kleine zielige man zonder macht. Je zult er spijt van krijgen dat je hier ooit gekomen bent.”

“Twee.”

“Waag het niet!”

“Drie.”

Ed brak Nassars pink bij de tweede knokkel. Hij deed het snel, zonder veel moeite.

Luke hoorde het kraken, net voordat Nassar begon te gillen. De pink boog naar de zijkant. Het zag er bijna obsceen uit hoe het daar hing.

Luke legde zijn hand onder Nassars kin en duwde zijn gezicht omhoog. Nassars tanden knarsten. Zijn gezicht was rood en zijn adem stokte. Maar zijn ogen waren hard.

“Dat was alleen maar je pink,” zei Luke. “De volgende vinger is je duim. Duimen doen veel meer pijn dan pinkies. Duimen zijn ook belangrijker.”

“Jullie zijn beesten. Ik zeg niets.”

Luke keek naar Ed. Eds gezicht was hard. Hij haalde zijn schouders op en brak de duim. Dit keer maakte het een luid knakkend geluid.

Luke stond op en liet de man een tijdje gillen. Het geluid was oorverdovend. Hij kon het door het hele appartement horen echoën, net als in een horrorfilm. Misschien moesten ze in de keuken een handdoek halen om als mondprop te gebruiken.

Hij liep heen en weer door de kamer. Hij hield niet van dit soort dingen. Het was marteling, dat zag hij in. Maar zijn vingers zouden uiteindelijk genezen. Als een vuile bom in de metro zou afgaan dan zouden veel mensen hun leven verliezen. Degenen die het overlevenden zouden ziek worden. Niemand zou ooit helemaal genezen. Als je die twee opties tegen elkaar afwoog, dan was de keuze eenvoudig.

Nassar huilde nu. Helder slijm liep uit zijn ene neusgat. Hij ademde als een gek. Het klonk als hè- hè- hè- hè.

“Kijk naar me,” zei Luke.

De man deed wat Luke vroeg. Zijn ogen waren niet meer hard.

“Ik merk dat de duim het gewenste effect had. Dus we zullen nu de linkerduim nemen. Daarna beginnen we met je tanden. Ed?”

Ed liep naar de linkerkant.

“Kahlil Gibran,” hijgde Nassar.

“Wat zegt u? Ik hoorde u niet.”

“Kahlil liggend streepje Gibran. Dat is het wachtwoord.”

“Zoals de schrijver?” vroeg Luke.

“Ja.”

En wat betekent het om met liefde te werken?” zei Ed, Gibran citerend.

Luke glimlachte. “Het is een kleed te weven met de draden van je eigen hart, zelfs alsof je geliefde dat kleed zou dragen.” We hebben dat ook thuis op de wc hangen. Ik ben gek op dat soort dingen. Ik denk dat we gewoon drie onverbeterlijke romantici zijn.”

Luke liep naar de computer en haalde zijn vinger over het touchpad. Het wachtwoordvenster verscheen op het scherm. Hij typte de woorden in.

Kahlil_Gibran

Het bureaublad verscheen. De achtergrond was een foto van met sneeuw bedekte bergen en groene weiden op de voorgrond.

“Het ziet ernaar uit dat we binnen zijn. Bedankt, Ali.”

Luke haalde een externe harde schijf die hij van Swann had gekregen uit de zak van zijn cargobroek. Hij stopte het in de USB-poort. De externe harde schijf  had een enorme opslagcapaciteit. Het zou zonder problemen de gehele computer van de man kunnen downloaden. Het ontcijferen van mogelijke coderingen zou van later zorg zijn.

Hij begon met de bestandsoverdracht. Op het scherm was een horizontale balk te zien. De balk begon vanaf links vol te lopen met een groene kleur. Drie procent groen, vier procent, vijf. Onder de balk verscheen een stroom aan bestandnamen die verdwenen zodra ze gekopieerd waren naar de externe schijf.

Acht procent. Negen procent.

In de woonkamer was plotseling veel commotie. De voordeuren werden opengegooid.

“Politie!” schreeuwde iemand. “Leg je wapens neer! Op de grond!” Ze liepen door het appartement, gooiden voorwerpen omver en braken door deuren. Het klonk alsof het een grote groep was. Elk moment zouden ze het kantoor binnenstormen.

“Politie! Neer! Neer! Op de grond!”

Luke keek naar de horizontale balk. Het leek te blijven hangen op twaalf procent.

Nassar staarde naar Luke. Zijn oogleden hingen zwaar en zijn ogen zaten vol tranen. Zijn lippen trilden. Zijn gezicht was rood en zijn bijna blote lichaam compleet bezweet. Nu was hij niet meer zo arrogant.

Alles op alles

Подняться наверх