Читать книгу De heele wereld rond - Goeverneur Johan Jacob Antonie - Страница 2
2. De overstroomingen van de Weichsel
ОглавлениеEvenals de Oder, en bij ons in Nederland de Maas en de Waal, stroomt ook de Weichsel tendeele door laag land, waar de omliggende streken door hooge dijken tegen hare vloeden beschut moeten worden. Als zulk een dijk doorbreekt, richten de wateren in wijden omtrek de vreeselijkste verwoestingen aan. Doorgaans hebben zulke doorbraken in het voorjaar en ten tijde van den ijsgang plaats. Met bezorgdheid zien dus de omwoners van de Weichselmonden sterke ijsgangen te gemoet en nemen alle mogelijke maatregelen, om doorbraken te verhoeden of althans hunne have te redden. Reeds in Maart worden de vereischte wachtposten op verschillende punten der dijken uitgezet en balken, palen, takkebossen en zandzakken gereed gehouden. Soms echter zijn alle voorzorgen nutteloos. De dijken kunnen de drukking der ontzettende watermassa en het schuren der ijsschotsen, die wel vaak tot eene hoogte van veertig voet op elkaar worden geschoven, niet weerstaan. Schuimend en bruisend storten zich dan de geweldige water- en ijsmassa’s over de vruchtbare velden der vlakte uit. In allerijl moeten de menschen op de zolders hunner woningen vluchten, om het naakte leven te bergen. Maar het gebeurt ook wel, dat huizen, schuren, stallingen en boomen, soms met den grond, waarop zij stonden, mee weggespoeld worden en zelfs nog een’ tijdlang in het water ronddrijven, voordat de ijsschollen er tegen aanstooten en ze te gronde doen gaan. Ontzettend is dan de toestand der bewoners van zulk een huis, als het drijvend ijs het onmogelijk maakt, hun bijtijds met vaartuigjes te hulp te komen. Slechts als bij toeval gelukt het soms, het leven, dat zich op zulk een vlottenden dakstoel nog bevindt, aan den wissen ondergang te ontrukken. In wilden warhoop ziet men planken, posten, huisraad, meubelstukken, ontwortelde boomen op en tusschen de ijsschotsen met razende snelheid voorbij drijven. Eene akelige vertooning is het, als op een in snelle vaart meegevoerd ijsveld nog menschen om hulp kermen, en men toch niets voor hen doen kan. Schrikwekkend is ook de toestand van de mogelijk op een der dijken gevluchten, als boven en beneden hen eene doorbraak ontstaat, als voor en achter hen de vloed raast en nog alleen het stuk dijk, waarop zij staan, als een klein eilandje opsteekt uit het water, waarin het elk oogenblik wegzinken kan. – Niet alleen, dat zulke dijkbreuken al ’t winterzaad ten volle vernielen en talrijke menschen in armoede dompelen, maar daarbij ook laten zij soms uitgestrekte landstreken zoo verzand achter, dat zij eerst na jaren weer vrucht kunnen dragen.