Читать книгу De Gave Van Strijd - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 17

HOOFDSTUK VIJF

Оглавление

Stara stond op het hachelijk platform. Ze probeerde niet naar beneden te kijken terwijl ze alsmaar hoger de lucht in werd gehesen. Ze zag met iedere ruk aan het touw het panorama zich uitweiden. Het platform ging hoger en hoger langs de rand van de Bergrug en Stara stond daar met bonkend hart en vermomd. De kap was ver over haar gezicht getrokken en zweet liep langs haar rug toen ze de woestijnhitte voelde opkomen. Het was benauwd op deze hoogte en de dag was nauwelijks aangebroken. Overal om haar heen was het eeuwig durende geluid van touwen en katrollen, wielen die kraakten, terwijl de soldaten trokken en trokken. Geen van hen had door wie ze was.

Zodra het stopte en alles stil werd, stond ze aan de top van de Bergrug – het enige geluid wat ze hoorde was het huilen van de wind. Het uitzicht was overweldigend en ze had het gevoel alsof ze aan de top van de wereld stond.

Het bracht herinneringen naar boven. Stara dacht aan de tijd dat ze voor het eerst bij de Bergrug aankwam, zo uit de Grote Woestenij, met Gwendolyn, Kendrick en alle andere achterblijvers. De meesten waren meer dood dan levend. Ze wist dat ze geluk had dat ze het overleefd had en eerst was het zicht van de Bergrug een geweldig geschenk geweest, een zicht van verlossing.

Maar nu hier was ze, klaar om te vertrekken, om de Bergrug nogmaals af te dalen aan de andere kant. Om terug te gaan naar de Grote Woestenij, terug naar wat een zekere dood zou zijn. Naast haar steigerde haar paard, de hoeven klakten op het holle platform. Ze reikte uit en aaide geruststellend de manen. Dit paard zou haar redding zijn, haar ticket hier vandaan. Het zou haar terugreis door de Grote Woestenij anders maken dan de vorige keer.

“Ik herinner me geen bevelen van onze aanvoerder over dit bezoek,” klonk de commanderende stem van een soldaat.

Stara stond helemaal stil, wetende dat ze het over haar hadden.

“Dan neem ik het met jouw aanvoerder zelf op – en met mijn neef, de Koning,” antwoordde Fithe zelfverzekerd. Hij stond naast haar en hij klonk overtuigend.

Stara wist dat hij loog en ze wist wat hij voor haar riskeerde – en ze was hem daar eeuwig dankbaar voor. Fithe had haar verbaasd dat hij zich aan zijn woord hield, dat hij alles deed wat in zijn macht lag, zoals hij had beloofd, om haar te helpen de Bergrug te verlaten. Om haar te helpen met een kans om Reece te vinden, de man die ze liefhad.

Reece. Stara`s hart brak toen ze aan hem dacht. Ze zou deze plek verlaten, hoe veilig het ook was. Ze zou de Grote Woestenij oversteken, oceanen oversteken, de wereld oversteken. Alleen maar voor deze ene kans om hem te vertellen hoeveel ze van hem hield.

Hoeveel Stara het ook tegenstond om Fithe in gevaar te brengen, ze had dit nodig. Ze had het nodig om alles op alles te zetten om die ene te vinden die ze liefhad. Ze kon niet veilig in de Bergrug blijven, hoe prachtig en rijk en veilig het ook was, totdat ze herenigd was met Reece.

De ijzeren poorten op het platform gingen krakend open en Fithe pakte haar bij de arm. Hij begeleidde haar, terwijl ze haar kap laag droeg. Haar vermomming werkte. Ze stapten van het houten platform af en op het harde stenen plateau bovenop de Bergrug. Een huilende wind trok erover heen en was sterk genoeg om haar bijna omver te blazen. Ze greep de manen van het paard vast, haar hart bonkte terwijl ze opkeek en de enorme uitgestrektheid zag, de krankzinnigheid van wat ze van plan was.

“Hou je hoofd laag en je kap ook,” fluisterde Fithe dringend. “Als ze zien dat je een meisje bent, dan weten ze dat je hier niet boven hoort te zijn. Ze zullen je terugsturen. Wacht tot we de andere kant van de Bergrug bereiken. Er is daar nog een platform die je aan de andere kant naar beneden brengt. Het zal jou meenemen – alleen jou.”

Stara begon sneller te ademen terwijl ze allebei het brede stenen plateau overstaken. Ze passeerden ridders, liepen snel en Stara hield haar hoofd naar beneden, weg van de priemende ogen van de soldaten.

Eindelijk stopten ze en hij fluisterde:

“Oké. Kijk maar voor je.”

Stara trok haar kap naar achteren. Haar haar was bezweet en ze duizelde bij het uitzicht: twee enorme, schitterende zonnen, nog steeds rood, stegen op in de schitterende woestijn ochtend. De lucht was gevuld met miljoenen tinten roze en paars. Het leek op de dageraad van de wereld.

Terwijl ze keek, zag ze de hele Grote Woestenij voor zich uitgespreid liggen. Het leek tot aan het einde van de wereld door te lopen. In de verte was de razende Zand Muur en ondanks zichzelf, keek ze recht naar beneden. Ze dacht aan haar hoogtevrees en wenste meteen dat ze het niet gedaan had.

Beneden zag ze de steile val, helemaal tot aan de basis van de Bergrug. En voor haar lag een eenzaam platform, leeg, wachtend op haar.

Stara draaide zich om en keek naar Fithe, hij keek betekenisvol terug.

“Weet je het zeker?” vroeg hij zachtjes. Ze kon zijn angst voor haar in zijn ogen zien.

Stara voelde een steek van bezorgdheid, maar toen dacht ze aan Reece en ze knikte zonder twijfel.

Hij knikte vriendelijk naar haar terug.

“Dank je,” zei ze. “Ik weet niet hoe ik je ooit kan terugbetalen.”

Hij glimlachte terug.

“Vind de man die je liefheb,” antwoordde hij. “Als ik het niet kan zijn, dan tenminste iemand anders.”

Hij pakte haar hand, kuste het, boog, draaide zich om en liep langzaam weg. Stara zag hem weggaan, haar hart was vol dankbaarheid. Als ze niet zoveel van Reece had gehouden, misschien zou hij dan een man zijn waar ze van kon houden.

Stara draaide zich om, zette zich schrap en pakte de manen van het paard. Ze nam de eerste noodlottige stap op het platform. Ze probeerde niet naar de Grote Woestenij te kijken, naar de reis die voor haar lag en bijna zeker haar dood zou betekenen. Maar ze deed het.

De touwen kraakten, het platform zwaaide en de soldaten lieten de touwen zakken. Centimer voor centimeter begon ze af te dalen, helemaal alleen, het niets in.

Reece, dacht ze, ik kan sterven. Maar ik zal de wereld voor je oversteken.

De Gave Van Strijd

Подняться наверх