Читать книгу De Gave Van Strijd - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 21

HOOFDSTUK NEGEN

Оглавление

Darius keek geschrokken op en staarde in de ogen van de mysterieuze man die over hem heen knielde.

Zijn vader.

Terwijl Darius in de ogen van de man staarde, verloor hij alle gevoel voor tijd en ruimte, zijn hele leven stond op dat moment stil. Alles viel ineens op zijn plaats: het gevoel dat Darius had vanaf het moment dat hij hem zag. Die bekende blik, wat in zijn onderbewustzijn verstopt zat, dat hem dwars zat vanaf hij hem had ontmoet.

Zijn vader.

Het woord leek niet eens echt.

Daar zat hij, op zijn knieën over hem heen. Hij had zojuist het leven van Darius gered, had een dodelijke slag van de Keizerlijke soldaat geblokkeerd, één die Darius zeker gedood zou hebben. Hij had zijn leven geriskeerd door hier alleen te komen, op het moment dat Darius zou gaan sterven.

Hij had het voor hem geriskeerd. Zijn zoon. Maar waarom?

“Vader,” zei Darius met respect terug. Het was meer een gefluister.

Darius voelde zich trots toen hij zich besefte dat hij verwant was aan deze man, deze uitmuntende krijger, de beste krijger die hij ooit had ontmoet. Hij kreeg het gevoel dat hij ook misschien een grote krijger zou kunnen zijn.

Zijn vader greep Darius’s hand en het was een stevige, gespierde greep. Hij trok Darius overeind en Darius voelde zich als herboren. Hij had nu een reden om te vechten, een reden om door te gaan.

Darius reikte onmiddellijk naar beneden, pakte zijn gevallen zwaard van de grond en draaide zich samen met zijn vader om. Ze gingen samen de confrontatie met de horde Keizerlijke soldaten aan. Nu die afgrijselijke wezens dood waren, zijn vader had ze allemaal gedood, klonken er hoorns en het Keizerrijk had een verse golf soldaten gestuurd.

De menigte brulde en Darius keek naar de afgrijselijke gezichten van de Keizerlijke soldaten die met lange speren op ze afkwamen. Darius concentreerde zich en hij merkte dat de wereld langzamer ging toen hij zich voor de strijd van zijn leven voorbereidde.

Een soldaat viel aan en gooide een speer naar zijn gezicht. Darius ontweek het vlak voor het zijn oog raakte; toen draaide hij rond en toen de soldaat hem naderde om hem onderuit te halen, sloeg Darius hem met het heft van zijn zwaard tegen zijn slaap aan. Hij viel op de grond. Darius dook toen een andere soldaat een zwaard op zijn hoofd af liet komen. Toen sprong hij naar voren en stak hem in de buik.

Een andere soldaat viel hem van de zijkant aan met zijn speer op de ribben van Darius gericht. Hij bewoog te snel voor Darius om te reageren; maar hij hoorde het geluid van hout tegen metaal. Hij draaide zich dankbaar om en zag zijn vader verschijnen die zijn staf gebruikte om de speer te blokkeren voor het Darius raakte. Toen stapte hij naar voren en stak de staf tussen de ogen van de soldaat en sloeg hem tegen de grond.

Zijn vader zwaaide met zijn staf en keek de groep aanvallers aan. Het geluid van zijn staf vulde de lucht terwijl hij de ene na de andere stoot van een speer wegsloeg. Zijn vader danste tussen de soldaten door, net een gazelle die door mannen dartelde. Hij hanteerde zijn staf als een schoonheid, hij tolde rond en raakte de soldaten vakkundig met goed geplaatste stoten in de keel, tussen de ogen, in het middenrif. Hij velde mannen overal om zich heen. Hij was net een bliksemschicht.

Darius raakte gemotiveerd, hij vocht als een bezetene naast zijn vader en haalde er energie uit. Hij sloeg en dook en stak, zijn zwaard kletterde tegen de zwaarden van soldaten, vonken vlogen rond terwijl hij onbevreesd door de groep soldaten vorderde. Ze waren groter, maar Darius had meer daadkracht en hij, in tegenstelling tot hen, vocht voor zijn leven – en voor dat van zijn vader. Hij weerde meer dan één slag bedoeld voor zijn vader af en redde hem voor een onverwachte dood. Darius velde links en rechts soldaten.

De laatste Keizerlijke soldaat kwam op Darius af. Hij hief zijn zwaard met beide handen hoog boven zijn hoofd – maar Darius sprong naar voren en stak hem in het hart. De ogen van de man opende zich wagenwijd terwijl hij bevroor en dood op de grond neerviel.

Darius stond bij zijn vader, met hun ruggen tegen elkaar. Ze hijgden en bekeken hun arbeid. Overal om hen heen lagen dode Keizerlijke soldaten. Ze hadden gewonnen.

Darius voelde dat hij, naast zijn vader, alles aankon wat er op hem afkwam; hij voelde dat ze samen een ondoordringbare kracht waren. Het voelde onwerkelijk aan dat hij echt aan de zijde van zijn vader vocht. Zijn vader, waarvan hij altijd gedroomd had dat het een grote krijger was. Zijn vader was uiteindelijk geen gewoon persoon.

Er klonk een geschal van hoorns en de menigte juichte. Eerst hoopte Darius dat ze om zijn overwinning juichten, maar toen gingen er enorme ijzeren deuren aan de andere kant van de arena open en hij wist dat het ergste nog moest komen.

Er klonk getrompetter, luider dan Darius ooit gehoord had. Het duurde even voor hij besefte dat het niet de trompet van een man was – maar van een olifant. Toen hij naar de poort keek, zijn hart klopte van verwachting, verschenen er plotseling tot zijn schrik twee olifanten. Ze waren helemaal zwart, met lange lichtgevende slagtanden en hun gezichten waren verwrongen van razernij terwijl ze achterover leunden en trompetterden.

Het geluid liet de lucht trillen. Ze tilden hun voorpoten op en lieten het met een bonk vallen. Ze stampten zo hard dat de grond schudde, Darius en zijn vader verloren hun evenwicht. Er boven op zaten Keizerlijke soldaten met speren en zwaarden, ze waren van top tot teen in harnas gekleed.

Toen Darius ze goed bekeek, deze beesten die groter waren dan wat hij ooit in zijn leven gezien had, wist hij dat zijn vader en hij op geen enkele manier konden winnen. Hij draaide zich om en zag zijn vader onbevreesd staan. Hij trok zich niet terug en staarde de dood gelaten in het gezicht. Het gaf Darius kracht.

“We kunnen niet winnen, Vader,” zei Darius. Hij sprak het voor de hand liggende uit terwijl de olifanten aan hun aanval begonnen.

“Dat hebben we al gedaan, mijn zoon,” zei zijn vader. “Door hier te staan en ze onder ogen te zien, door niet om te draaien en weg te rennen hebben we ze verslagen. Onze lichamen zullen hier vandaag misschien sterven, maar onze herinnering leeft voort – en het is er één van moed!”

Zonder verdere woorden, schreeuwde zijn vader een kreet en begon aan te vallen. Darius was geïnspireerd, schreeuwde ook en viel naast hem aan. Ze renden samen de olifanten tegemoet, ze renden zo snel als ze konden. Ze twijfelden niet eens om de dood onder ogen te zien.

Het moment van de botsing was niet was Darius had verwacht. Hij ontweek een speer toen de soldaat, boven op de olifant, het recht op hem af gooide. Toen hief hij zijn zwaard en sloeg naar de voet van de olifant toen het recht op hem afkwam. Darius wist niet hoe je een olifant moest neerslaan, of dat de slag ook maar enig effect had.

Dat had het niet. De slag van Darius maakte nauwelijks een kras op zijn huid. Het kolossale beest, razend, liet zijn slagtanden zakken en zwaaide het opzij. Darius werd in de ribben geraakt.

Darius vloog dertig meter door de lucht en de adem werd hem ontnomen. Hij landde op zijn rug en rolde in het stof. Hij rolde en rolde en probeerde op adem te komen terwijl hij het geschreeuw van de menige in de verte hoorde.

Hij draaide zich om en probeerde zijn vader te zien. Hij maakte zich zorgen om hem. In zijn ooghoeken zag hij hoe hij een speer recht omhoog gooide en op het enorme oog van één van de olifanten richtte. Toen rolde hij opzij terwijl de olifant hem aanviel.

Het was een perfecte worp. Het zette zich stevig in het oog vast. De olifant krijste en trompetterde, toen zakte het door de knieën en viel op de grond. Het rolde en nam de andere olifant in een enorme stofwolk met zich mee.

Darius kroop overeind, geïnspireerd en vastbesloten. Hij richtte zich op één van de Keizerlijke soldaten die gevallen was en over de grond rolde. De soldaat kroop op zijn knieën, draaide zich om en, nog steeds met zijn speer in zijn handen, richtte op de rug van Darius’s vader. Zijn vader stond daar en verwachtte het niet. Darius wist dat hij ieder moment dood kon zijn.

Darius kwam in actie. Hij viel de soldaat aan, hief zijn zwaard en sloeg de speer uit zijn hand – toen draaide hij rond en onthoofdde hem.

De menigte juichte.

Maar Darius had geen tijd om van zijn overwinning te genieten: hij hoorde een enorm gerommel. Hij draaide zich om en zag dat de andere olifant weer overeind stond – en zijn rijder – en recht op hem afkwam. Darius had geen tijd om weg te komen, hij lag op zijn rug en pakte de speer. Hij hield het recht omhoog toen de voet van de olifant neerkwam. Hij wachtte tot op het laatste moment en rolde opzij toen de olifant hem in de grond wilde stampen.

Darius voelde de wind van de voet van de olifant die hem op een paar centimeter na miste. Toen hoorde hij een gekrijs en het geluid van een speer in vlees. Hij draaide zich om en zag dat de olifant op de speer gestapt was. De speer stond rechtop, helemaal door het vlees heen en kwam er aan de andere kant uit.

De olifant bokte en krijste, hij rende in cirkels rond. De Keizerlijke soldaat die er bovenop zat verloor zijn evenwicht en viel zeker vijftien meter. Hij gilde toen hij naar zijn dood viel en door de val verpletterd werd.

De olifant was nog steeds gek van razernij, hij zwaaide de andere kant op en sloeg Darius met zijn slurf, waardoor hij weer door de lucht vloog. Darius had het gevoel alsof al zijn ribben braken.

Terwijl Darius op handen en knieën kroop en op adem probeerde te komen, keek hij op en zag zijn vader heroïsch met meerdere Keizerlijke soldaten vechten. Ze waren door de poorten gelaten om de anderen te helpen. Hij draaide en sloeg en stootte met zijn staf. Hij velde er meerdere in alle richtingen.

De eerste olifant die gevallen was, de speer zat nog in het oog, kwam weer overeind. Hij werd door een andere Keizerlijke soldaat overeind geranseld met zijn zweep en sprong op de rug. Onder zijn leiding, bokte de olifant en kwam toen recht op de vader van Darius af. Die verwachtte niets en bleef met de soldaten doorvechten.

Darius zag het gebeuren en hij stond er hulpeloos bij. Zijn vader was te ver weg en hij kon er niet op tijd komen. De tijd vertraagde toen hij de olifant recht op hem af zag gaan.

“NEE!” gilde Darius.

Darius keek met afschuw toe terwijl de olifant naar voren rende, recht op zijn nietsvermoedende vader af. Darius rende over het slagveld, haastend om hem te redden. Maar hij wist dat het nutteloos was, ook al rende hij. Het was alsof hij zijn wereld in slow motion uiteen zag vallen.

De olifant liet zijn slagtanden zakken, viel aan en doorboorde zijn vader door zijn rug.

Zijn vader gilde, het bloed stroomde uit zijn mond terwijl de olifant hem hoog in de lucht hief.

Darius voelde het in zijn eigen hart toen hij zijn vader zag, de dapperste krijger die hij ooit gezien had, hoog in de lucht, doorboord door de slagtand en worstelend om vrij te komen. Zelfs terwijl hij stierf.

“VADER!” gilde Darius.

De Gave Van Strijd

Подняться наверх