Читать книгу Een Aanval Van Moed - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 16

HOOFDSTUK ZES

Оглавление

Kendrick stond op het brede platform aan de rand van het Ravijn, en keek uit over het mistige landschap. Zijn hart brak. Het verscheurde hem om zijn zusje zo te zien, en het deed hem pijn, alsof hij zelf was aangevallen. Hij zag in de gezichten van de Silesianen dat ze Gwen zagen als meer dan alleen een leider—ze zagen haar als familie. Zij waren ook moedeloos. Het was alsof Andronicus hen allemaal pijn had gedaan.

Kendrick had het gevoel alsof het zijn schuld was. Hij had kunnen weten dat zijn jongere zusje zoiets zou doen. Hij wist hoe moedig ze was, hoe trots ze was. Hij had moeten weten dat ze zou proberen zichzelf over te geven voordat ze een kans hadden om haar tegen te houden. Hij had een manier kunnen vinden om haar tegen te houden. Hij wist hoe vertrouwend ze was—en als een geharde krijger kende hij ook, veel beter dan zij, de wreedheid van bepaalde leiders. Hij was ouder en wijzer dan zij, en hij had haar teleurgesteld.

Kendrick voelde zich ook schuldig om het feit dat deze verschrikkelijke situatie veel te veel was voor een zestienjarig meisje. Ze zou deze last niet alleen moeten hoeven dragen. Een dergelijke beslissing zou hem ook zwaar gevallen zijn—zelfs zijn vader. Gwendolyn deed wat ze kon in deze omstandigheden, en waarschijnlijk deed ze het beter dan één van hen gedaan zou hebben. Kendrick had geen idee gehad wat hij met Andronicus aan moest. Dat wist geen van hen.

Kendrick dacht aan Andronicus, en zijn gezicht liep rood aan van woede. Hij was een leider zonder moralen, zonder principes, zonder humaniteit. Het was duidelijk dat als ze zich nu zouden overgeven, ze allemaal hetzelfde lot zouden treffen: Andronicus zou hen allemaal doden of tot slaaf maken.

Maar was iets veranderd. Kendrick zag het in de ogen van de mannen, en hij voelde het zelf ook. De Silesianen wilden niet langer alleen maar overleven. Ze wilden wraak.

“SILESIANEN!” bulderde een stem.

De mensen zwegen en keken omhoog. In de boven gelegen stad, aan de rand van het Ravijn, stond Andronicus, omgeven door zijn mannen.

“Ik geef jullie een keus!” bulderde hij. “Geef Gwendolyn over, en ik zal jullie laten leven! Zo niet, dan zal ik het vuur laten regenen, een vuur zo intens dat geen van jullie het zal overleven.”

Hij glimlachte.

“Het is een zeer genereus aanbod. Denk er niet te lang over.”

Met die woorden draaide Andronicus zich om en liep hij weg.

De Silesianen keken elkaar aan.

Srog deed een stap naar voren.

“Mede Silesianen!” brulde hij naar de enorme groep krijgers. Hij keek ernstiger dan Kendrick hem ooit had gezien. “Andronicus heeft onze meest geliefde leider aangevallen. De dochter van onze geliefde koning MacGil. En dat was een aanval op ons allemaal. Hij heeft getracht onze eer te bevlekken—maar hij heeft slechts zijn eigen eer teniet gedaan!”

“AYE!” schreeuwde de menigte. De mannen grepen naar hun zwaarden, vuur in hun ogen.

“Kendrick,” zei Srog, die zich tot hem wendde. “Wat stelt u voor?”

Kendrick keek in de ogen van de mannen voor hem.

“WE VALLEN AAN!” schreeuwde Kendrick. Het vuur brandde in zijn aderen.

De menigte schreeuwde goedkeurend terug en leek onbevreesd. Al deze mensen, zag hij, waren bereid om te vechten tot de dood.

“WE STERVEN ALS MANNEN, NIET ALS HONDEN!” schreeuwde Kendrick.

“AYE!” schreeuwden de mensen.

“WE ZULLEN VECHTEN VOOR GWENDOLYN! VOOR ONZE MOEDERS, ONZE ZUSTERS, ONZE VROUWEN!”

“AYE!”

“VOOR GWENDOLYN!” schreeuwde Kendrick.

“VOOR GWENDOLYN!” schreeuwde de menigte.

Met een laatste schreeuw volgden de mensen Kendrick en Srog het smalle platform op, dat hen naar de boven gelegen stad zou leiden. Het was tijd om Andronicus te laten zien waar de Zilveren van gemaakt waren.

Een Aanval Van Moed

Подняться наверх