Читать книгу Een Aanval Van Moed - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 18

HOOFDSTUK ACHT

Оглавление

Kendrick liep langzaam over de uitgebrande binnenplaats van de hoger gelegen stad, met Srog, Brom, Kolk, Atme, Godfrey en een tiental van de Zilveren aan zijn zijde. Ze liepen langzaam, doelbewust, hun handen achter hun hoofden gevouwen als teken van overgave.

De kleine groep baande zich een weg langs duizenden soldaten van het Rijk, richting de wachtende Andronicus bij de buitenste stadspoort. Kendrick voelde alle ogen op zich branden, en de lucht was zwaar van de spanning. De binnenplaats was, ondanks de duizenden troepen, stil genoeg om een speld te kunnen horen vallen.

Een uur eerder had Kendrick naar Andronicus geschreeuwd dat hij zich wilde overgeven, en ze waren gezamenlijk naar boven gegaan. Ze maakten er een show van en lieten duidelijk zien dat ze geen wapens droegen terwijl ze langs de soldaten liepen, onderweg naar Andronicus om formeel voor hem te knielen. Kendricks hart bonsde en zijn keel werd droog toen hij zag door hoeveel vijanden ze waren omgeven.

Kendrick en de anderen hadden hun plan geoefend, en terwijl ze Andronicus naderden, zag Kendrick met eigen ogen hoe enorm en wild hij eruit zag. Kendrick bad dat hun plan zou werken. Zo niet, dan waren ze er geweest.

Ze liepen met rinkelende sporen verder tot één van Andronicus’ generaals, een imposant wezen met een dreigende blik in zijn ogen, een stap naar voren deed, en Kendrick een stoot in zijn maag gaf. Ze waren nog slechts zes meter van Andronicus verwijderd. Waarschijnlijk was het een veiligheidsmaatregel. Hun soldaten waren slimmer dan Kendrick had gedacht; hij had gehoopt dat ze Andronicus hadden kunnen bereiken, maar dat was overduidelijk iets dat ze niet zouden toestaan. Kendricks hart begon sneller te kloppen en hij hoopte maar dat de afstand geen roet in het eten zou gooien.

Terwijl ze daar zwijgend stonden, schraapte Kendrick zijn keel.

“We zijn gekomen om ons over te geven aan de Grote Andronicus,” verkondigde Kendrick. Hij probeerde zo overtuigend mogelijk te klinken terwijl hij Andronicus in zijn ogen keek.

Andronicus reikte omhoog en liet zijn vingers over de gekrompen hoofden aan zijn ketting glijden.

“We accepteren uw voorwaarden,” vervolgde Kendrick. “We geven ons over.”

Andronicus, die op een grote stenen bank zat, leunde iets naar voren, en keek hen aan met iets dat leek op een glimlach.

“Dat weet ik,” bulderde hij over de binnenplaats. “Waar is het meisje?”

Kendrick was op die vraag voorbereid.

“We zijn gekomen als contingent van onze hoogste officieren,” antwoorde Kendrick. “Wij zijn eerst gekomen, om ons aan u over te geven. Zodra we klaar zijn, zullen de anderen volgen, met uw toestemming uiteraard.”

Kendrick dacht dat het toevoegen van “met uw toestemming” een mooie aanvulling was, en het nog geloofwaardiger zou laten overkomen. Hij had lang geleden een belangrijke les geleerd van één van zijn militaire adviseurs: wanneer je te maken had met een narcistische bevelhebber, moest je altijd op zijn ego inspelen. Er was geen einde aan de fouten die een bevelhebber kon maken wanneer je zijn ego streelde.

Andronicus leunde naar achteren.

“Natuurlijk zullen ze dat,” zei Andronicus. “Anders zou het erg dwaas zijn om hier te verschijnen.”

Andronicus staarde hen aan, alsof hij hen wilde peilen. Het leek alsof hij voelde dat er iets niet klopte. Kendricks hart bonsde.

Eindelijk, na een lange stilte, leek Andronicus een besluit te hebben genomen.

“Kom naar voren en kniel,” zei hij. “Jullie allemaal.”

De anderen keken naar Kendrick, en Kendrick knikte. Ze deden allemaal een paar stappen naar voren en knielden voor Andronicus.

“Herhaal wat ik zeg,” zei de commandant. “Wij, vertegenwoordigers van Silesia…”

“Wij, vertegenwoordigers van Silesia…”

“Geven ons hierbij over aan de Grote Andronicus…”

“Geven ons hierbij over aan de Grote Andronicus…”

“en zweren trouw aan hem tot onze dood en daar voor bij…”

“en zweren trouw aan hem tot onze dood en daar voor bij…”

“En zullen dienen als zijn slaven voor zolang als we leven.”

Kendrick had moeite om die laatste woorden eruit te krijgen. Hij slikte hard, en toen herhaalde hij ze, woord voor woord:

“En zullen dienen als zijn slaven voor zolang als we leven.”

Hij werd overspoeld door misselijkheid, en zijn hart bonsde in zijn oren. Eindelijk, het was voorbij.

Er volgde een gespannen stilte, en Andronicus glimlachte eindelijk.

“Jullie MacGils zijn nog zwakker dan ik dacht,” snauwde hij. “Het zal me veel genoegen doen jullie te onderwerpen, en jullie te laten leren hoe het Rijk werkt. Ga nu en haal het meisje, voor ik van gedachten verander en jullie ter plekke doodt.”

Een Aanval Van Moed

Подняться наверх