Читать книгу Opstandeling, Pion, Koning - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 15

HOOFDSTUK ZES

Оглавление

Lucious was van de geur van brandende huizen gaan houden. Er was iets rustgevends aan, maar ook iets dat hem opwond bij het vooruitzicht van alles dat ging komen.

“Wacht ze op,” zei hij vanaf zijn plek op een groot strijdros.

Om hen heen spreidden zijn mannen zich uit om de huizen te omsingelen. Het waren nauwelijks huizen eigenlijk, niets meer dan krotten die zo armzalig waren dat het niet eens de moeite waard was om ze te plunderen. Misschien zouden ze later nog eens door het as ziften.

Maar nu was het tijd voor plezier.

Lucious zag beweging uit zijn ooghoeken toen de eerste mensen schreeuwend hun huizen uitrenden. Hij wees met zijn gehandschoende hand, en het zonlicht weerspiegelde op zijn gouden wapenrusting.

“Daar!”

Hij spoorde zijn paard al steigerend aan tot een galop, hief een speer en wierp hem naar één van de rennende figuren. Naast hem haalden zijn mannen de mannen en vrouwen in, hakkend en moordend. Hier en daar lieten ze er één leven, als ze dachten dat het de opbrengst op de slavenmarkt waard zou zijn.

Het afbranden van een dorp was, zo had Lucious ondervonden, een vorm van kunst. Het was belangrijk om niet blindelings het dorp te bestormen en alles maar in brand te steken. Dat was wat amateurs deden. Als je onvoorbereid naar binnen stormde, dan sloegen mensen op de vlucht. Als je huizen in de verkeerde volgorde verbrandde, dan bestond de kans dat er waardevolle spullen werden achtergelaten. Als je te veel ontsnappingsroutes openliet, dan waren de rijen met slaven waren korter dan ze moesten zijn.

Het belangrijkste was een goede voorbereiding. Hij had zijn mannen zich in een cordon voor het dorp laten opstellen, waarna hij in zijn oh zo opvallende wapenrusting naar binnen was gereden. Een aantal van de boeren waren gevlucht toen ze hem zagen, en Lucious had daarvan genoten. Het voelde goed om gevreesd te zijn. Het was ook terecht.

Nu waren ze bij de volgende fase, waar ze een aantal van de minst waardevolle huizen verbrandden. Van bovenaf, natuurlijk, door fakkels op het rieten dak te gooien. Mensen konden niet vluchten als je hun schuilplaatsen vanaf de grond in brand stak, en als ze niet vluchtten was er geen entertainment.

Later zou er tijd zijn voor een traditionele plundering, gevolgd door het martelen van degenen die vermoedelijk met de rebellen sympathiseerden, of zij die misschien kostbaarheden verborgen hielden. En daarna de executies, natuurlijk. Lucious glimlachte bij de gedachte. Normaal gesproken gebruikte hij ze alleen om een voorbeeld te geven. Maar vandaag zou zijn aanpak wat… grondiger zijn.

Hij betrapte zichzelf erop dat hij aan Stephania dacht terwijl hij door het dorp reed en zijn zwaard trok om links en rechts te hakken. Normaal gesproken zou hij niet zo goed hebben gereageerd op iemand die hem op die manier afwees. Als één van de jonge vrouwen in dit dorp het had gedaan, zou Lucious hen waarschijnlijk levend gevild hebben in plaats van hen naar de slavenkuilen te sturen.

Maar Stephania was anders. Het was niet alleen dat ze mooi en elegant was. Toen hij nog had gedacht dat dat alles was, had hij het idee om haar te laten knielen als een verheven huisdier gewoon vermakelijk gevonden.

Nu bleek dat ze meer om het lijf had, merkte Lucious dat zijn gevoelens veranderden. Ze was niet alleen het perfecte ornament voor een toekomstige koning; ze was iemand die begreep hoe de wereld in elkaar zat, en die bereid was om plannen te smeden om te krijgen wat ze wilde.

Dat was één van de redenen dat Lucious had besloten haar te laten gaan; hij genoot te veel van het spelletje tussen hen. Hij had haar in het nauw gedreven, en ze was bereid geweest om hem met zich mee naar beneden te sleuren. Hij vroeg zich af wat haar volgende zet zou zijn.

Hij werd uit zijn gedachten opgeschrikt door de aanblik van twee van zijn mannen die een gezin het mes op de keel hadden gezet: een dikke man, een oudere vrouw, en drie kinderen.

“Waarom ademen ze nog?” vroeg Lucious.

“Uwe hoogheid,” smeekte de man, “alstublieft. Mijn gezinsleden zijn altijd de meest trouwe onderdanen van uw vader geweest. We hebben niets te maken met de rebellen.”

“Dus je zegt dat ik het bij het verkeerde eind heb?” vroeg Lucious.

“We zijn trouw, uwe hoogheid. Alstublieft.”

Lucious hield zijn hoofd schuin. “Goed dan, omdat je zo trouw bent, zal ik ruimhartig zijn. Ik laat één van je kinderen leven. Ik laat jou zelfs kiezen welke. Sterker nog, ik beveel het je.”

“M-maar… we kunnen niet tussen onze kinderen kiezen,” zei de man.

Lucious wendde zich tot zijn mannen. “Zie je? Zelfs als ik bevelen geef gehoorzamen ze niet. Maak ze allemaal af, en verspil mijn tijd niet meer met dergelijke gevallen. Iedereen in dit dorp wordt gedood of tot slaaf gemaakt. Ik zeg het niet nog een keer.”

Hij reed weg, in de richting van meer brandende gebouwen, terwijl het geschreeuw achter hem oprees. Het was echt een mooie ochtend.

Opstandeling, Pion, Koning

Подняться наверх