Читать книгу Rebel, Gevangene, Prinses - Морган Райс, Morgan Rice - Страница 16

HOOFDSTUK ZEVEN

Оглавление

“Ik blijf zeggen dat we hem moeten openrijten en zijn lichaam moeten achterlaten voor de andere soldaten van het Rijk.”

“Dat zeg je omdat je een idioot bent, Nico. Zelfs als het ze zou opvallen dat er nog een extra lichaam is bij gelegd, wie zegt dan dat het hen iets kan schelen? Daarbij moeten we hem dan helemaal naar beneden brengen, naar een plek waar ze hem zien. Nee. We moeten losgeld voor hem vragen.”

Thanos zat in de grot waar de rebellen zich momenteel schuilhielden, en luisterde terwijl ze over zijn lot ruzieden. Zijn handen waren vastgebonden, maar ze hadden in ieder geval hun best gedaan om zijn wonden te verbinden, en ze hadden hem bij een klein vuur gezet zodat hij niet zou bevriezen terwijl ze besloten of ze hem nu wel of niet in koelen bloede moesten afmaken.

De rebellen zaten bij de andere vuren en bespraken wat ze konden doen om te voorkomen dat het eiland in handen van het Rijk zou vallen. Ze spraken zachtjes zodat Thanos de details niet kon horen, maar hij wist al waar het op neer kwam: ze waren aan het verliezen, en niet zo’n beetje ook. Ze zaten nu in de grotten omdat ze nergens anders meer heen konden.

Na een tijdje kwam degene die overduidelijk hun leider was tegenover Thanos zitten. Hij kruiste zijn benen op de harde stenen vloer van de grot. Hij duwde een stuk brood naar hem toe, dat Thanos hongerig verslond. Hij wist niet hoe lang het geleden was sinds hij voor het laatst had gegeten.

“Ik ben Akila,” zei de man. “De commandant van dit verzet.”

“Thanos.”

“Alleen Thanos?”

Thanos kon de nieuwsgierigheid in zijn stem horen, en zijn ongeduld. Hij vroeg zich af of de man had geraden wie hij was. Hoe dan ook, de waarheid leek op dat moment de beste optie.

“Prins Thanos,” gaf hij toe.

Akila zat daar een paar seconden tegenover hem, en Thanos vroeg zich af of hij nu zou sterven. Het was al kantje boord geweest toen de rebellen hadden gedacht dat hij slechts iemand van adel zonder naam was. Nu ze wisten dat hij lid was van de koninklijke familie en dicht bij de koning stond die hen onderdrukte, leek het onmogelijk dat ze iets anders zouden doen dan hem afmaken.

“Een prins,” zei Akila. Hij keek naar de anderen, en Thanos ving een glimp van een glimlach op. “Hey, jongens, we hebben hier een prins.”

“Dan moeten we zeker losgeld voor hem vragen!” riep één van de rebellen uit. “Hij zou een fortuin waard zijn!”

“We moeten hem zeker afmaken,” beet een ander. “Denk eens aan wat zijn soort ons allemaal heeft aangedaan!”

“Oké, dat is genoeg,” zei Akila. “Concentreer je op het naderende gevecht. Het wordt een lange nacht.”

Thanos hoorde de andere man licht zuchten terwijl ze zich weer tot hun kampvuren wendden.

“Dus het gaat niet goed?” zei Thanos. “Je zei eerder al dat jouw kant aan het verliezen was.”

Akila wierp hem een scherpe blik toe. “Ik weet wanneer ik mijn mond moet houden. Misschien moet jij dat ook doen.”

“Je denkt na over of je me toch zal doden,” merkte Thanos op. “Ik denk niet dat ik veel te verliezen heb.”

Thanos wachtte. Dit was niet het soort man waar hij antwoorden uit kon trekken. Er was iets hards aan Akila. Onverzettelijk en recht door zee. Thanos dacht dat hij hem gemogen zou hebben als ze elkaar onder betere omstandigheden ontmoet hadden.

“Goed dan,” zei Akila. “Ja, we verkiezen. Jullie Imperialen hebben meer mannen dan wij, en het kan jullie niet schelen hoeveel schade jullie aanrichten. De stad ligt onder vuur vanaf het land en vanaf het water, zodat niemand weg kan. We vechten vanaf de heuvels, maar zij kunnen nieuwe troepen aanvoeren vanaf het water, dus er is niet veel dat we kunnen doen. Draco mag dan een beul zijn, maar hij is wel een slimmerik.”

Thanos knikte. “Dat is hij zeker.”

“Ja, jij was er waarschijnlijk bij toen hij dit allemaal plande,” zei Akila.

Nu begreep Thanos het. “Is dat waar je op hoopt? Dat ik op de hoogte ben van hun plannen?” Hij schudde zijn hoofd. “Ik was er niet bij. Ik wilde hier niet zijn, en ik ben alleen maar gekomen omdat ze me onder toezicht naar het schip escorteerden. Als ik er wel was geweest, zou misschien hebben gehoord hoe ze planden om mij in mijn rug te steken.”

Hij dacht aan Ceres, over de manier waarop hij was gedwongen om haar achter te laten. Dat deed hem meer pijn dan al het andere bij elkaar. Als iemand in een machtspositie probeerde om hem af te maken, vroeg hij zich af, wat zouden ze dan met haar doen?

“Je hebt vijanden,” stemde Akila in. Thanos zag zijn vuisten ballen en ontspannen, alsof de lange strijd om de stad kramp veroorzaakte. “Het zijn zelfs dezelfde vijanden als die van mij. Maar ik weet niet of dat jou tot mijn vriend maakt.”

Thanos keek de grot rond, naar het schokkend lage aantal soldaten dat er over was. “Op dit moment ziet het eruit alsof je alle vrienden nodig hebt die je kunt krijgen.”

“Je bent nog altijd een man van adel. Je hebt je positie vanwege het bloed van gewone mensen,” zei Akila. Hij zuchtte weer. “Het ziet ernaar uit dat als ik je afmaak, ik doe wat Draco en zijn meesters willen. Maar je hebt me ook duidelijk gemaakt dat als ik losgeld vraag, ik niets voor je krijg. Ik heb een gevecht te winnen, en geen tijd om gevangenen in de buurt te houden als ze niets weten. Dus wat moet ik nu met je doen, Prins Thanos?”

Thanos kreeg de indruk dat hij serieus was. Dat hij daadwerkelijk een betere oplossing zocht. Thanos dacht snel na.

“Ik denk dat je me het beste kunt laten gaan,” zei hij.

Akila moest lachen. “Leuk geprobeerd. Als dat het beste is dat je hebt, blijf dan stil zitten. Ik zal proberen dit zo pijnloos mogelijk te maken.”

Thanos zag zijn hand naar één van zijn zwaarden glijden.

“Ik meen het,” zei Thanos. “Ik kan je niet helpen om de slag om het eiland te winnen als ik hier vast zit.”

Hij kon Akila’s ongeloof zien, zijn overtuiging dat het een val moest zijn. Thanos ging snel verder. Hij wist dat hij, om te overleven, deze man moest zien te overtuigen dat hij het verzet wilde helpen.

“Je hebt zelf gezegd dat één van de grootste problemen is dat het Rijk haar vloot heeft,” zei Thanos. “Ik weet dat ze voorraden op de schepen hebben achtergelaten omdat ze onmiddellijk de aanval in wilden zetten. Dus kunnen wij de schepen nemen.”

Akila stond op. “Hebben jullie dit gehoord, jongens? De prins hier heeft een plan om de schepen van het Rijk af te nemen.”

Thanos zag de rebellen dichterbij komen.

“Wat zou dat uitmaken?” vroeg Akila. “We bezetten hun schepen, en wat dan?”

Thanos deed zijn best om het uit te leggen. “We kunnen dan in ieder geval een ontsnappingsroute voor een aantal mensen uit de stad bieden, en voor je soldaten. Daarbij hebben de soldaten van het Rijk dan geen voorraden meer, waardoor ze niet lang door kunnen gaan. En dan zijn er nog de ballistae.”

“Wat zijn dat?” riep één van de rebellen uit. Hij zag er niet bepaald uit als een veteraan. De meesten van hen eigenlijk niet, merkte Thanos.

“Vlammenwerpers,” legde Thanos uit. “Wapens die ontworpen zijn om andere schepen te beschadigen. Maar als we ze zouden inzetten tegen de soldaten op de kust…”

Akila zag er in ieder geval uit alsof hij de mogelijkheden overwoog. “Dat zou iets kunnen zijn,” gaf hij toe. “En we kunnen de schepen die we niet gebruiken in brand steken. Draco zou zijn mannen terug kunnen trekken om te proberen zijn schepen terug te krijgen. Maar hoe kunnen we die schepen bezetten, Prins Thanos? Ik weet dat waar jij vandaan komt, een prins krijgt wat hij wil. Maar ik betwijfel dat dat ook van toepassing is op Draco’s vloot.”

Thanos dwong zichzelf om te glimlachen met een zelfverzekerdheid die hij niet voelde. “Dat is bijna precies wat we gaan doen.”

Weer had Thanos de indruk dat Akila het sneller door had dan de rest van zijn mannen. De leider van de rebellen glimlachte.

“Je bent gestoord,” zei Akila. Thanos wist niet of dat bedoeld was als een belediging of niet.

“Er liggen genoeg doden op de stranden,” legde Thanos uit zodat de anderen het ook zouden begrijpen. “We nemen hun wapenrustingen en gaan naar de schepen. En omdat ik erbij ben, zal het eruit zien als een groep soldaten die terugkeert van de strijd om munitie op te galen.”

“Wat denken jullie?” vroeg Akila.

In het flikkerende licht van het vuur in de grot kon Thanos de mannen die spraken niet onderscheiden. Hun vragen leken uit de duisternis te komen, en hij kon niet zien wie het met hem eens was, wie aan hem twijfelde en wie hem liever dood wilde. Toch was het niet erger dan de politiek thuis. Beter zelfs nog, omdat hier niemand naar hem glimlachte terwijl hij ondertussen bedacht hoe hij hem kon doden.

“Hoe zit het met wachters op de schepen?” vroeg één van de rebellen.

“Er zullen er niet veel zijn,” zei Thanos. “En ze weten wie ik ben.”

“En de mensen in de stad dan?” riep een ander uit.

“Zij zijn nu stervende,” benadrukte Thanos. “Op deze manier hebben jullie in elk geval een manier om terug te vechten. Als we dit goed doen, kunnen we er honderden redden, misschien wel duizenden.”

Er viel een stilte, en de laatste vraag kwam eruit als een pijl uit een boog.

“Hoe kunnen we hem vertrouwen, Akila? Hij is niet alleen één van hen, hij is van adel. Een prins.”

Thanos draaide zich om en liet zijn rug zien. “Ze hebben me in mijn rug gestoken. Me achtergelaten om te sterven. Ik heb net zo veel reden om hen te haten als elke man hier.”

Op dat moment dacht hij niet alleen aan de Tyfoon. Hij dacht aan alles dat zijn familieleden de mensen in Delos hadden aangedaan, aan alles dat ze Ceres hadden aangedaan. Als ze hem niet hadden gedwongen om naar het Fonteinplein te gaan, zou hij er niet bij zijn geweest toen haar broer stierf.

“We kunnen hier blijven zitten,” zei Thanos, “of we kunnen in actie komen. Ja, het zal gevaarlijk zijn. Als ze door onze vermomming heen prikken, zijn we er waarschijnlijk geweest. In ben bereid om het te riskeren. Zijn jullie dat ook?” Toen niemand antwoordde, verhief Thanos zijn stem. “Zijn jullie dat ook?”

Dat leverde gejuich op. Akila liep naar hem toe en legde een hand op Thanos’ schouder.

“Goed dan, Prins, het ziet ernaar uit dat we het op jouw manier gaan doen. Als dit lukt, heb je een vriend voor het leven.” Toen verstevigde zijn greep zich, en Thanos voelde de pijn door zijn rug schieten. “Maar als je ons verraad en ervoor zorgt dat mijn mannen gedood worden, dan zweer ik dat ik je zal opjagen.”

Rebel, Gevangene, Prinses

Подняться наверх