Читать книгу Aspasia - Robert Hamerling - Страница 6
Оглавление2 Een Grieksch woord, dat eigenlijk verzameling en en verzamelplaats beteekent, van daar de markt.↑
3 Faunus eig. een oude mythische koning van Latium, later als landgod geëerd, werd dikwijls met den Griekschen herdersgod Pan verwisseld, evenals zijne kinderen de Fauni met de Satyrs, die tot het gevolg van Pan behooren.↑
4 De voornaamste der drie havens van Athene, waartoe Pericles in 482 v. C. reeds de grondslagen gelegd had. De twee oudere havens waren Zen en Munichia.↑
5 Een zeeboezem, vroeger als haven gebruikt.↑
6 Athene stond onder de bijzondere bescherming van de Godin Pallas Athene, dochter van Zeus, v.d. ook Athene Polias (beschermster der stad) geheeten.↑
7 Pericles behoorde van vaders kant tot het geslacht der Buzygen, van de zijde zijner moeder (Argariste) totdat der Alcmaeöniden.↑
9 Een hoed met breeden rand, vooral een reishoed, zooals doorgaans de jonge mannen (Epheben), droegen.↑
10 De Godin der jacht, dochter van Zeus en Leto (Latona), overeenkomende met de Romeinsche Diana.↑
11 Eig. eene zuil, voor de zuilengaanderij te Athene, gebruikt tot opteekening en bekendmaking van wetten; beroemd is de poikile (de bonte) met muurschilderijen van Polygnotus.↑
12 Eig. een proefstuk, ook in de havens te Athene en Rhodus de plaats, waar de kooplieden hunne waar ten toon stelden.↑
13 Pontus (Euxinus) is de Zwarte zee.↑
14 Namen van slaven in de Grieksche comedies veel voorkomende. Phormio komt voor als de naam van een berucht tafelschuimer.↑
15 Hiermede wordt doorgaans het Attische talent bedoeld, dat 60 minen bevatte, plus minus ƒ2640, later (in de 4e en 3e eeuw) slechts ƒ2497. Het Euboeiscbe talent was ongeveer ƒ3675, het Aeginetische en Babylonische ƒ4400, later slechts ƒ3937.↑
16 Een licht, snelvarend oorlogsschip, met drie rijen roeibanken boven elkander.↑
17 De plaats, waar de volksvergaderingen te Athene gehouden werden, bij den heuvel Lycabettus, tegenover de Acropolis en de Areopagus.↑
18 Bevelhebber over eene triëre of galei; ook degeen te Athene, die alleen of met andere burgers eene triëre voor den staatsdienst moest uitrusten, over welke hij òf in persoon òf door een plaatsbekleeder het bevel had.↑
19 Griekenland. Eigenlijk heette Hellas alleen Midden-Griekenland, doch dikwijls wordt dezen naam aan het geheel gegeven. Men vergelijke ons Holland; naam der provincie en tevens vaak als die van ons geheele land gebezigd.↑
20 Promachos beteekent in de voorste rijen strijdend, ook als subst. Kampvechtster.↑
21 De drie dochters van den zeegod Phorcys en de slang Echidna werden Gorgonen genoemd, vooral Medusa, die, met slangen omgord en met adders gelokt, allen die haar aanzagen in steen veranderde. Zij werd door Perseus overweldigd.↑
23 De Panathenaeën waren, zooals de naam aanduidt, een algemeen volksfeest, verdeeld in de groote en kleine Panathenaeën; de groote werden om de vier jaren, in het derde jaar van iedere Olympiade, de kleine jaarlijks gevierd.↑
24 De beroemde slag van Marathon, een vlek in Attica, werd door 9000 Atheners en 1000 Plataeërs, onder aanvoering van Miltiades tegen eene tienmaal sterkere macht der Perzen onder Datis en Artaphernes in 490 v. C. glorierijk gestreden.↑
25 Aphrodite (Venus) was, naar de mythe, nabij het eiland Cyprus uit de zee opgestegen; haar naam wordt dan ook verklaard door „de uit het schuim der zee opgestegene.” Vandaar haar bijnaam Cypris en Cypria. Op Cyprus werd zij hoog vereerd; een prachtige tempel, haar gewijd, bevond zich daar.↑
26 Een belangrijk eiland in de Aegaeïsche zee, behoorende tot de groep der Cycladen, bekend om zijn schitterend wit marmer. Tot de Cycladen behoort ook Delos, beroemd als geboorteplaats van Apollo en Artemis, kinderen van Zeus en Leto.↑
27 Ictinus, Callicrates en Mnesicles waren de beroemdste bouwmeesters dier dagen. De beide eersten wijdden hunne krachten vooral aan het Pharthenon, aan Athene gewijd, de laatste aan de Propylaeën, het voorhof van den burg te Athene.↑
28 De Godinnen, die aan het leven liefelijkheid en bevalligheid bijzetten: Aglaia, Euphrosyne en Thalia. De Romeinen noemden ze Gratiae, Gratiën (eig. bevalligheden, wat ook het Grieksche woord uitdrukt).↑
29 Een beroemd gebergte op de kust van Azië in Phrygië, Mysië en Troas ten zuiden van den Hellespont (tegenw. zee der Dardanellen) gelegen. Aan den voet daarvan lag het beroemde Ilium (Troje). Een gebergte van dienzelfden naam bevond zich op Creta.↑
30 Pygmalion, een „koning” van Cyprus, vatte voor het ivoren beeld van een jonkvrouw, ’t welk hij zelf vervaardigd had, zulk eene hartstocht op, dat hij Aphrodite smeekte, het te bezielen. Toen dit geschied was, nam hij haar tot echtgenoot, bij wie hij Paphos verwekte. Vgl. het drama van Rousseau, aan deze mythe ontleend en Brockhaus, Conversationslexicon, in voce.↑
31 Peristylium of Peristylum is eene met zuilen omgeven plaats, evenwel geene zuilengaanderij om een tempel; dit heet in de antieke bouwkunst: Pteroma.↑
32 De God der liefde, overeenkomende met de Romeinsche Cupido.↑
33 De Muzen waren de godinnen van het gezang, de dichtkunst en de muziek. Vroeger was haar aantal slechts drie: Mneme, Aoide en Melete dochters van Zeus en Mnemosyme. Later worden er negen vermeld, te weten: Calliope, Clio, Euterpe, Thalia, Melpomene, Terpsichore, Erato, Polyhymnia en Urania, welke ieder eene bijzondere kunst beoefenden en elk hare attributen had. De Grieksche namen zelven verklaren, welke kunst aan iedere Muze was toegewezen. Haar dienst kwam uit het Thracisch landschap Piërië naar Griekenland over. V.d. de Piëriden = de Muzen. Vgl. verder Brockhaus, in voce.↑
34 Hesiodus was een Grieksch ditactisch dichter in Ascra in Boeötië geboren in de 9e eeuw v. C. Behalve eenige gedichten als „Werken en Dagen” schreef hij ook eene Theogenie, behelzende de mythen en sagen omtrent de Goden. Homerus werd beschouwd als de beroemdste dichter van Griekenland, de schepper van de Ilias en Odyssee, doch tegenwoordig meent men dat hij werkelijk niet heeft bestaan en zijne gedichten eene samenvoeging zijn der werken van tal van dichters.↑
35 Pindarus was de beroemdste der Grieksche lyrische dichters, ongeveer in 521 te Cynocephalae geboren, gestorven circa 433 v. C. Hij schreef hymnen van allerlei soort, zegeliederen, e. a., vooral ter eere der overwinnaars in de groote nationale spelen. Door kunstkenners als Horatius wordt zijne poëzie hoog gewaardeerd.↑
36 Anaxagoras was een der beroemdste Ionische wijsgeeren, omstreeks 500 v. C. te Clazomenae geboren. Hij had grondige studie van de natuurwetenschappen gemaakt. Tot zijn beroemdste leerlingen behooren Pericles, de geschiedschrijver Thucydidus, de natuurkundige Archelaüs en de treurspeldichter Euripides. Anaxagoras was van oordeel, dat de stof zelve onbewegelijk was, maar door een eeuwig verstandig wezen, in beweging gebracht en dat door scheiding van het ongelijke en vereeniging van het gelijke de wereld ontstaan was. Hij werd van ketterij beschuldigd, verliet Athene en stierf te Lampsacus in 428 v. C.↑
37 Onder byssus verstaat men eene soort boomwol, die in de vroegste tijden uit Aegypte en later uit Indië werd aangevoerd. Daaruit vervaardigde kleederen noemt men sindones; andere namen voor byssus zijn gossypium en chylon.↑
38 De chiton is eigenlijk een wollen onderkleed, door mannen en vrouwen gedragen, waarover men een wijden mantel, chlaena of pharos genaamd, wierp, overeenkomende met de Romeinsche tunica. Verder duidt het algemeen een kleed, of gewaad aan. Zie Guhl und Koner, Das Leben der Griechen und Römer S. 179.↑
39 Alle niet-Grieken werden door hen barbaren geheeten; zóó deden later ook de Romeinen wat hen zelven betrof.↑
40 Onder Olympiërs verstaat men de Goden, die, naar de mythe, hun zetel hadden opgeslagen op de toppen van den Olympus, een berg in Thessalië.↑
41 Pisistratus maakte zich met geweld van den heerschappij over Athene meester in 560 v. C. Hij stierf in 527 v. C. Zijne zonen Hippias, Hipparchus en Thessalus, gemeenlijk de Pisistratiden geheeten, werden van de tyrannie (alleenheerschappij) beroofd en verdreven. (510 v. C.) Hipparchus werd door Harmodius en Aristogiton vermoord.↑
42 Men wachte zich het woord tyran in onze beteekenis op te vatten. Het wordt hier gebezigd in den Griekschen zin en geeft enkel een alleenheerscher, die zich in een vrijen staat gewelddadig van de heerschappij heeft meester gemaakt, te kennen.↑
43 Erechtheüs (ook Erichthonius) was een Attische heros, wiens mythe nauw in verband staat met den oorsprong van Athene en de beschaving van Attica. Ook komt hij in onmiddellijke betrekking voor met den eeredienst. Van hem of Theseus leidt men het ontstaan der Panathenaeën af.↑
44 Een Grieksch woord, beteekenende: (de stad beschermende). Dat schild heette Palladium. In een latere noot wordt dit nader toegelicht.↑
45 Nemesis is de Godin van het zedelijk rechtsgevoel, ook van de wraak. Zij heet ook wel Adrastea en Rhamnusia, welken laatsten naam zij ontleent aan het vlek Rhamnus in Attica, waar zij een tempel en een standbeeld had, ’t welk men beweert dat Agoracritus uit het op de Perzen veroverd marmer gebeiteld had.↑
46 Socrates, een der beroemdste Grieksche wijsgeeren, was te Athene ongeveer 470 v. C. geboren. Zijn moeder heette Phaenarete. Zijn hoogste streven was zelfkennis. Bekend is zijne methode, om de menschen te ondervragen. Van ketterij beschuldigd, moest hij den giftbeker drinken, ongeveer 400 v. C.↑