Читать книгу Cliniclowns en HappyMeals - Süreyya Turan - Страница 5
Hoofdstuk 3
Оглавление’Ik ga haar hier niet alleen laten slapen,’ zeg ik stellig tegen mijn man. Ga jij maar naar huis, ik blijf wel hier. Naderhand gezien was de afgelopen nacht voorlopig de laatste nacht dat ik naast mijn man in bed zou liggen. Dat wist ik alleen toen nog niet. Ik wilde persé bij Süreyya blijven zodat mijn man thuis bij onze zoon kon zijn. De zusters legden een opklapbed voor mij op de grond naast Süreyya’s bed.
Elke ochtend stond ik om zes uur op. Ik wilde niet dat mijn dochter zou zien hoe moe ik er uit zag. Hoe slecht ik sliep en hoe de zorgen me wakker hielden in de nacht. Dus, ik zette de wekker vroeg en zorgde dat ik aangekleed en gewassen was voordat zij wakker zou worden en de stroom aan doctoren en zusters de kamer in en uit zou lopen. Wanneer Süreyya wakker werd, waste ik haar met een washandje met Zwitsal. Dat was zo’n beetje het enige rustige moment dat we samen hadden. Daarna kwamen de zusters om haar temperatuur en bloeddruk op te meten. Ze kreeg paracetamol en er werd bloed geprikt. De eerste échte dag in het ziekenhuis zal ik nooit meer vergeten, en Süreyya -ondanks dat ze pas vier jaar oud was - ook niet.
‘Hoi Süreyya! Hoe voel je je vandaag?’ vraagt de zuster wanneer ze mijn kamer binnenkomt. ‘Goed hoor,’ antwoord ik terwijl ik mijn knuffel dicht tegen mij aandruk. ‘Dat is een mooie knuffel die je daar hebt. Maar ik heb ook iets voor je! De zuster tovert achter haar rug een pop tevoorschijn. Het is een rare pop, niet zoals de poppen die ik thuis heb liggen. Deze is kaal en heeft een blauw operatiehesje aan. ‘Als jij het goed vindt, ga ik jou samen met deze pop uitleggen wat we vandaag gaan doen. Is dat goed?’ Ze lacht vriendelijk. Mijn blik blijft hangen op de pop terwijl ik zachtjes knik. Waarom is ze kaal? De zuster komt op de rand van mijn bed zitten en zet de pop op haar schoot. Ze legt haar op haar zij en duwt de armpjes en beentjes naar binnen. ‘Dadelijk mag je zo op bed gaan liggen, zie je dat? Net als een poes in een mandje. Ik wil dat je jezelf héél klein maakt! Net alsof we verstoppetje aan het spelen zijn en je niet gevonden wil worden.’ Ze legt vervolgens uit hoe ze daarna een naald in mijn onderrug gaan steken. Ze wijst de precieze plek aan op het ruggetje van de pop. Wanneer ze klaar is met uit uitbeelden, plakt ze een pleister op de pop haar rug. ‘En dan zijn we alweer klaar!’ Ik vind het maar eng klinken. Ik houd niet van naalden. ‘Waarom moeten we dit eigenlijk doen?’ vraagt mijn vader. ‘Zo kunnen we kijken of er spraken is van uitzaaiingen. Vervolgens kunnen we bepalen welke vorm van chemo we in gaan zetten.’
‘Zullen we dan maar beginnen?’ vraagt de arts wanneer we in de behandelkamer zijn aangekomen.
Ik durf niet te knikken. Maar voor ik het weet, wordt mijn shirtje uitgetrokken en moet ik op mijn zij liggen.
‘Kan je in elkaar duiken, lieverd? Als een klein poesje?’ vraagt papa. Hij zit naast me en houdt mijn hand stevig vast.
Mijn ogen schieten van links naar rechts. Wat gaan ze nu doen?
‘Süreyya, je gaat nu een klein prikje voelen. Het is héél belangrijk dat je stil blijft zitten en niet beweegt, oké?’
Ik maak een hummend geluid.
En daar komt de prik. Langzaam verdwijnt er een naald van twintig centimeter in mijn onderrug. Een pijnscheut schiet door mijn rug en benen en ik schrik. Ik schreeuw het uit: ‘Help! Hélp!’
De tranen stromen over mijn wangen. Het doet pijn.
‘Schat je moet even stil blijven zitten,’ hoor ik papa zeggen. Hij knijpt nog iets harder in mijn hand, en ik in die van hem. Ik schreeuw het uit. En hard.
‘Papa hèèèlp!’
Mijn vader staat aan de andere kant van het bed. De tranen stromen over zijn wangen.
Wanneer ik nogmaals om zijn hulp piep, breekt hij. De zusters proberen hem te troosten.
Wanneer is dit voorbij? Ik wil dat ze stoppen. Ik wil dat ze nú stoppen.
‘Goed gedaan Süreyya! Het zit er weer op. Wat ben jij een sterke meid, zeg!’ De arts lacht me toe.
Ik vind het niet grappig.
Ik hoor de arts tegen mijn ouders zeggen dat het allemaal goed is gegaan, maar dat ik nog wel een paar uur plat en stil moet blijven liggen. Terwijl ik daar lag, voelde ik mijn vaders hand op mijn been.
‘We dienen haar een serum toe zodat ze slaperig wordt en dit zal vergeten,’ hoor ik de arts zeggen.
‘Ze zal het niet onthouden’ verzekert hij mijn ouders.
Maar ik ben het niet vergeten. Dit zal ik nooit meer vergeten.
Bij een ruggenprik - ook wel lumbaalpunctie genoemd - neemt men een kleine hoeveelheid hersenvocht af voor onderzoek in het laboratorium. Het hersenvocht bevindt zich in een soort zak, die wordt gevormd door de hersenvliezen en loopt van de binnenkant van de schedel door alle wervels heen tot aan het stuitje. Helemaal onderaan de onderrug ligt geen ruggenmerg meer, slechts hersenvocht en zenuwen. Daarom is deze plek geschikt om tussen de wervels met een naald wat hersenvocht weg te halen voor onderzoek.
Tijdens de lumbaalpunctie ligt de patiënt op zijn of haar zij of moet hij of zij rechtop zitten. Vervolgens is het de bedoeling dat de rug zo krom mogelijk wordt gemaakt door de knieën op te trekken en het hoofd tussen de knieën te leggen. Wanneer de arts de precieze plek heeft bepaald, zal deze met een dunne naald door de huid tussen de wervels hersenvocht afnemen. Meestal gaat deze ingreep vrij vlot, maar soms kan het voorkomen dat er een passerende zenuw wordt geraakt. Dit geeft een pijnschuit of prikkeling door een van de benen. Dit is echter niet gevaarlijk of schadelijk.
Bron: ErasmusMC.nl