Читать книгу Cliniclowns en HappyMeals - Süreyya Turan - Страница 7
ОглавлениеBijwerkingen chemo:
De bijwerkingen van chemotherapie, kunnen erg uiteenlopend zijn. Hieronder staan de meest voorkomende bijwerkingen vermeld:
-Haarverlies: zowel van haar op het hoofd als ander lichaamshaar zoals wimpers, wenkbrauwen en armhaar. -Misselijkheid en spugen -Eetlust: door de chemo en de daaropvolgende misselijkheid heeft de patiënt vaak een sterk verminderde eetlust. Doordat de patiënt ook smaakvermindering ervaart, wilt hij of zij vaak liever niet eten. Goed eten is cruciaal voor een goed herstel, dus soms kan er voor worden gekozen om met sondevoeding te starten.
-Slijmvlies: Het slijmvlies aan de binnenkant van de mond en keelholte kan aangetast worden door de chemo. Dit leiden tot ontstekingen en pijnlijke plekken. Om dit te voorkomen, moeten kinderen zo vaak mogelijk hun tanden poetsen. Het liefst na elke maaltijd en voor het slapen gaan. Ook kunnen de chemokuren leiden tot het ontwikkelen van bepaalde schimmelsoorten in de mond, uitgedroogde lippen en tot een koortslip.
-Pijnlijke, droge ogen
-Huid en nagels: De huid van kinderen kan erg gevoelig worden na chemotherapie. Er ontstaan sneller blauwe plekken en droge gebieden op de huid. Ook is de huid enorm gevoelig voor zonlicht. Daarom is het van belang het kind regelmatig in te smeren, een hoedje op te doen tegen de zon en om het kind te beschermen met lange mouwen en lange broeken.
-Verstopping: verstopte darmen zijn een veelvoorkomende klacht. Dit kan leiden tot buikpijn, misselijkheid en spugen.
-Tekort aan rode bloedcellen: dit zorgt er voor dat het bloed minder goed/snel stolt waardoor wondjes minder goed genezen. Dit leidt weer tot het sneller krijgen van blauwe plekken. Ook kunnen er spontane bloedneuzen opkomen.
-Vermoeidheid: chemotherapie is erg zwaar voor het lichaam van een kind. Daarom is het van belang om extra rustmomenten gedurende de dag in te bouwen.
-Stemming: Niet alleen de chemotherapie zelf, maar ook het regelmatig naar het ziekenhuis moeten, prikken en het anders zijn dan andere kinderen kan ervoor zorgen dat het kind sneller geprikkeld raakt of boos wordt. Ieder kind reageert anders. Waar het ene kind drukker wordt en snel boos kan worden, kan het andere kind juist stiller worden en zichzelf vaker terugtrekken.
-Lever, longen, hart en nieren: deze organen kunnen (permanente) schade oplopen door de chemotherapie waardoor deze minder goed functioneren dan voorheen.
Bronnen: Kinderneurologie.eu & UZGent.be