Читать книгу Keltische Mythen en Legenden - T. W. Rolleston - Страница 46
Teekens in den vorm van schotels en ringen.
ОглавлениеEen ander merkwaardig zinnebeeld, waarvan de beteekenis tot nu toe nog in het duister ligt, komt herhaaldelijk voor in verband met megalithische monumenten. De hier opgenomen teekeningen geven daarvan voorbeelden. Op de oppervlakte van den steen zijn holten gemaakt in den vorm van schotels; deze zijn dikwijls omgeven met concentrische ringen, en van den schotel loopen één of meer lijnen van het middelpunt naar een punt buiten den omtrek der ringen. Somtijds is een stelsel van die schotels door die lijnen vereenigd, maar meer komt het voor, dat zij iets buiten den wijdsten van de ringen eindigen. Die vreemde teekens worden niet alleen gevonden in Groot-Brittannië en Ierland en in Bretagne, maar ook in verschillende plaatsen van Indië, waar zij mahadéos11 heeten. Wij hebben ook een merkwaardig voorbeeld—want dit schijnt het inderdaad te zijn—gevonden in Dupaix “Monumenten van Nieuw Spanje.” Het is weergegeven in “de Oudheden van Mexico,” deel IV, van Lord Kingsborough. Op den cirkelvormigen top van een cilindervormigen steen, bekend als de “Steen van het Zegevieren” is in het midden een schotel, gegraveerd met negen concentrische cirkels daar omheen, en een geleibuis of kanaal, getrokken van den schotel af door al de cirkels heen tot aan den rand. Behalve dat het patroon hier rijk versierd en nauwkeurig geteekend is, gelijkt het nauwkeurig op een typisch Europeesch teeken. Men kan er nauwelijks aan twijfelen, dat die teekens een beteekenis hebben, en dat zij overal waar zij gevonden worden ook hetzelfde beteekenen, maar nog steeds blijft het voor de oudheidkundigen een raadsel, die beteekenis te doorgronden. Misschien is de gissing niet te gewaagd, dat het schetsen of plannen zijn van een megalithisch graf. De binnenste holte stelt de eigenlijke plaats van het graf voor. De cirkels zijn de opgerichte steenen, grachten en wallen, die er dikwijls omheen liepen; en de lijn of gang, die van het midden naar den rand is getrokken, stelt den onderaardschen toegang van het graf voor. Dat die “gang” inderdaad den toegang bedoelt, blijkt duidelijk uit de verschillende vormen, die wij aan Simpson ontleenen. Daar het graf tevens een heilige plaats of tempel was, is het natuurlijk, dat die voorgesteld wordt onder ander snijwerk van gewijden aard; het zal wel een symbolische vorm zijn, om uit te drukken, dat de plaats gewijde grond was. Wij kunnen onmogelijk zeggen, in hoeverre deze opvatting op het Mexicaansche model van toepassing is.
Verschillende vormen van schotels en ringen.