Читать книгу Eens gejaagd - Блейк Пирс - Страница 10

HOOFDSTUK VIER

Оглавление

Riley keek hoe April het doosje met Ryans kerstcadeau voor haar opende. Ze vroeg zich af in hoeverre Ryan op de hoogte was van haar dochters smaak tegenwoordig.

April glimlachte terwijl ze het bedelarmbandje pakte.

“Het is prachtig, Pappa!” zei ze, en ze gaf hem een kus op zijn wang.

“Ik hoorde dat ze op het moment helemaal in zijn,” zei Ryan.

“Dat zijn ze!” zei April. “Dankjewel!”

Ze knipoogde bijna onzichtbaar naar Riley. Riley onderdrukte een lachje. Een paar dagen geleden had April nog tegen Riley gezegd dat ze zo’n hekel had aan deze stomme armbandjes die alle meisjes nu droegen. Desondanks speelde April perfect alsof ze heel enthousiast was.

Riley wist dat dat natuurlijk niet allemaal toneelspel was. Ze zag dat April blij was dat haar vader tenminste de moeite had gedaan om een leuk kerstcadeau voor haar te kopen.

Riley dacht hetzelfde over de dure handtas die Ryan voor haar gekocht had. Hij was helemaal niet haar smaak, en ze zou hem nooit gebruiken, behalve wanneer Ryan in de buurt was. En voor zover zij wist, dacht Ryan misschien wel hetzelfde over de portemonnee die zij en April voor hem uitgekozen hadden.

We proberen weer een gezin te zijn, dacht Riley.

En voor nu leek het erop alsof ze daarin slaagden.

Het was kerstochtend, en Ryan was zojuist hier gekomen om de dag met ze door te brengen. Riley, April, Ryan en Gabriela dronken allemaal warme chocolademelk voor de knisperende open haard. De heerlijke geur van Gabriela’s uitgebreide kerstdiner kwam uit de keuken.

Riley, April en Ryan droegen alle drie de sjaals die Gabriela voor ze gebreid had, en Gabriela droeg pluizige pantoffels die April en Riley voor haar gekocht hadden.

De deurbel ging, en Riley stond op om open te doen. Haar buurman, Blaine, en zijn tienerdochter, Crystal, stonden buiten.

Riley vond het zowel fijn als ongemakkelijk om ze te zien. In het verleden was Ryan meer dan een beetje jaloers geweest op Blaine; en niet geheel zonder reden, moest Riley toegeven. In alle eerlijkheid vond ze hem best aantrekkelijk.

Riley kon het niet laten om hem in haar hoofd te vergelijken met Bill en Ryan. Blaine was een paar jaar jonger dan zij, slank en fit, en ze vond het leuk dat hij geen moeite deed om zijn terugtrekkende haarlijn te verhullen.

“Kom binnen!” zei Riley.

“Sorry, ik kan niet,” zei Blaine. “Ik moet naar het restaurant. Ik kwam Crystal wel even langs brengen.”

Blaine was eigenaar van een populair restaurant in het centrum. Riley besefte dat ze niet verbaasd moest zijn dat het met kerst open was. Het diner bij Blaine’s Grill vanavond zou vast heerlijk zijn.

Crystal haastte zich naar binnen en ging bij de anderen bij de open haard zitten. Zij en April scheurden meteen giechelend het pakpapier van de cadeaus die ze voor elkaar gekocht hadden.

Riley en Blaine gaven elkaar onopvallend een kerstkaart, en Blaine vertrok. Toen Riley zich weer bij de groep voegde, keek Ryan nogal nors. Riley stopte de kaart weg zonder deze te openen. Ze zou wachten tot Ryan weg was.

Mijn leven is zeker ingewikkeld, dacht ze. Maar het begon bijna als een normaal leven te voelen, een leven waar ze van kon genieten.

*

Riley’s voetstappen echoden in de grote, donkere kamer. Opeens hoorde ze hoorde ze het luide geklap van schakelaars. De lichten gingen aan, en even was ze verblind.

Riley bevond zich in een gang in wat op een wassenbeeldenmuseum leek, gevuld met akelige opstellingen. Aan het rechterkant was het lijk van een naakte vrouw als een pop tegen een boom gespreid. Links van haar hing een dode vrouw in kettingen gewikkeld aan een lantaarnpaal. Een opstelling verderop toonde de lichamen van meerdere vrouwen met de armen achter hun rug vastgebonden. Daarachter waren uitgehongerde lijken met hun ledematen grotesk neergelegd.

Riley herkende ieder tafereel. Het waren allemaal zaken waaraan ze in het verleden had gewerkt. Ze was haar persoonlijke spookhuis binnengekomen.

Maar wat deed ze hier?

Opeens hoorde ze een jonge stem angstig roepen.

“Riley, help me!”

Ze keek recht voor zich en zag het silhouet van een jong meisje dat haar armen wanhopig vooruit stak. Het leek op Jilly. Ze zat weer in de problemen.

Riley zette het op een rennen richting haar. Maar toen ging er nog een lamp aan en zag ze dat het silhouet helemaal niet Jilly was.

Het was een gerimpelde oude man die het uniform van een kolonel van de Marine droeg.

Het was Riley’s eigen vader. En hij lachte om Riley’s vergissing.

“Je dacht toch niet dat je hier een levend iemand zou vinden, toch?” zei hij. “Je bent niet nuttig voor anderen, tenzij ze dood zijn. Hoe vaak moet ik je dat nog zeggen?”

Riley was verward. Haar vader was maanden geleden overleden. Ze miste hem niet. Ze deed haar best om nooit meer aan hem te denken. Hij was altijd een harde man geweest die haar niets meer dan pijn had gegeven.

“Wat doe je hier?” vroeg Riley.

“Ik kwam hier toevallig langs.” grinnikte hij. “Ik kwam even kijken hoe je je leven aan het verpesten was. Op dezelfde manier als altijd, zie ik.”

Riley wilde op hem afspringen. Ze wilde hem zo hard slaan als ze kon. Maar ze merkte dat ze verstijfd op haar plek stond.

Toen kwam een hard trillend geluid.

“Ik wou dat ik kon blijven kletsen,” zei hij. “Maar blijkbaar heb je wat anders te doen.”

Het trillen werd luider en luider. Haar vader draaide zich om en liep weg.

“Je hebt nooit iets goeds betekend, voor wie dan ook,” zei hij. “Niet eens voor jezelf.”

Riley’s ogen vlogen open. Ze besefte dat haar telefoon afging. Op de klok zag ze dat het zes uur ’s morgens was.

Ze zag dat de oproep van Quantico was. Dat ze op deze tijd gebeld werd, moest iets ergs te betekenen hebben.

Ze nam de telefoon op en hoorde de strenge stem van haar baas, Special Agent in Charge Brent Meredith.

“Agent Paige, kom onmiddellijk naar mijn kantoor,” zei hij. “Dat is een bevel.”

Riley wreef in haar ogen.

“Waar gaat dit over?” vroeg ze.

Er viel een korte stilte.

“Dat zullen we moeten bespreken in persoon,” zei hij.

Hij hing op. In haar suffigheid vroeg Riley zich even af of ze op haar kop zou krijgen voor iets wat ze gedaan had. Maar nee, ze was al maandenlang buiten dienst. Een telefoontje van Meredith kon maar één ding betekenen.

Het is een zaak, dacht Riley.

Hij zou haar voor geen enkele andere reden op een feestdag bellen.

En aan Merediths stem te horen, was het zeker weten iets groots. Misschien wel iets wat haar leven zou veranderen.

Eens gejaagd

Подняться наверх