Читать книгу Eens gejaagd - Блейк Пирс - Страница 11

HOOFDSTUK VIJF

Оглавление

Riley’s bezorgdheid steeg toen ze het gebouw van de Behavioral Analysis Unit binnenliep. Toen ze Brent Merediths kantoor binnenkwam, zat haar baas aan zijn bureau op haar te wachten. Meredith, een grote man met hoekige, Afro-Amerikaanse gelaatstrekken, was altijd een indrukwekkende aanwezigheid. Op het moment zag hij er ook bezorgd uit.

Bill was er ook. Riley kon aan zijn gezichtsuitdrukking zien dat hij nog niet wist waar deze vergadering over ging.

“Ga zitten, Agent Paige,” zei Meredith.

Riley ging in een lege stoel zitten.

“Sorry dat ik je feestdagen onderbreek,” zei Meredith tegen Riley. “Het is even geleden dat we elkaar spraken. Hoe is het met je?”

Riley was verrast. Het was niks voor Meredith om een vergadering zo te beginnen; met een spijtbetuiging en een vraag naar haar welzijn. Normaal gesproken viel hij meteen met de deur in huis. Hij wist natuurlijk dat ze met verlof was door de crisis met April. Riley begreep dat Meredith zich oprecht zorgen maakte. Alsnog vond ze dit vreemd.

“Het gaat beter, dank je,” zei ze.

“En je dochter?” vroeg Meredith.

“Ze is goed aan het herstellen, bedankt voor het vragen,” zei Riley.

Meredith staarde haar even in stilte aan.

“Ik hoop dat je klaar bent om weer aan het werk te gaan,” zei Meredith. “Want je bent nog nooit zó hard nodig geweest op een zaak, als op deze.”

Riley’s verbeelding ging op vrije loop terwijl ze wachtte op uitleg.

Eindelijk zei Meredith, “Shane Hatcher is ontsnapt uit de Penitentiaire Inrichting Sing Sing.”

De woorden kwamen als donderslag bij heldere hemel. Riley was blij dat ze op een stoel zat.

“Mijn god,” zei Bill, die net zo overdonderd leek.

Riley kende Shane Hatcher goed – veel beter dan ze zou willen. Hij had levenslang zonder kans op voortijdige vrijlating en zat al tientallen jaren in de gevangenis. Tijdens zijn tijd in de gevangenis was hij een expert op het gebied van criminologie geworden. Hij had artikelen in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd en had zelfs lesgegeven op de academie van de gevangenis. Riley had hem al een paar keer opgezocht in Sing Sing voor advies over zaken waar ze aan werkte.

Haar visites waren altijd aangrijpend geweest. Hatcher leek een soort speciale affiniteit te hebben met haar. En Riley wist dat ze diep vanbinnen meer door hem gefascineerd werd dan goed voor haar was. Het was waarschijnlijk de meest intelligente man die ze ooit ontmoet had – en waarschijnlijk ook de meest gevaarlijke.

Ze had na ieder bezoek gezworen dat ze nooit meer terug zou komen. Ze kon zich maar al te goed de laatste keer dat ze wegging uit Sing Sing herinneren.

“Ik kom hier niet meer terug om je weer te zien,” had ze tegen hem gezegd.

“Wellicht is dat ook niet nodig,” had hij geantwoord.

Terugkijkend leken de woorden zorgwekkend veel op een soort voorkennis.

“Hoe is hij ontsnapt?” vroeg Riley aan Meredith.

“Ik heb niet veel details,” zei Meredith. “Maar zoals je vast wel weet, bracht hij veel tijd door in de bibliotheek van de gevangenis, en werkte hij daar ook vaak als assistent. Hij was er gisteren toen er een nieuwe lading boeken geleverd werd. Hij moet weggeglipt zijn op de vrachtwagen die de boeken bracht. Gisteravond laat, zo rond de tijd dat de bewakers doorhadden dat hij verdwenen was, werd de vrachtwagen leeg gevonden op een paar kilometer afstand van Ossining. Er was geen spoor van de bestuurder.”

Meredith viel weer stil. Riley geloofde maar al te goed dat Hatcher zo’n gedurfde ontsnappingspoging had gewaagd. Wat de bestuurder betreft, dacht Riley eigenlijk liever niet aan wat er met hem gebeurd kon zijn.

Meredith leunde over zijn bureau naar Riley.

“Agent Paige, jij kent Hatcher beter dan wie dan ook. Wat kun je ons over hem vertellen?”

Riley, nog steeds duizelig van het nieuws, ademde diep in.

Ze zei, “Hatcher was in zijn jeugd een bendelid in Syracuse. Hij was ongewoon wreed, zelfs voor een geharde crimineel. Hij werd ‘Shane the Chain’ genoemd omdat hij leden van rivaliserende bendes doodsloeg met kettingen.”

Riley pauzeerde even en dacht terug aan wat Shane haar verteld had.

“Een wijkagent maakte het zijn persoonlijke missie om Hatcher te pakken. Hatcher nam wraak door hem tot een onherkenbare moes te slaan met sneeuwkettingen. Hij liet zijn verminkte lijk achter op zijn veranda, zodat zijn eigen gezin hem zou vinden. Dat is wanneer Hatcher gepakt werd. Hij zit nu dertig jaar in de gevangenis. Het was de bedoeling dat hij nooit vrij zou komen.”

Er viel nog een stilte.

“Hij is nu vijfenvijftig,” zei Meredith. “Ik denk dat hij na dertig jaar in de gevangenis niet meer zo gevaarlijk is als hij was toen hij jong was.”

Riley schudde haar hoofd.

“Je hebt het mis,” zei ze. “Toentertijd was hij slechts een onnozele schoft. Hij had geen idee waar hij toe in staat was. Maar hij heeft door de jaren heen veel kennis vergaard. Hij weet dat hij een genie is. En hij heeft nooit oprechte spijt getoond. O, hij heeft met de jaren geleerd hoe hij een perfecte façade op kan houden. En hij heeft zichzelf gedragen in de gevangenis – ook al verkort het zijn straf niet, hij krijgt er wel privileges voor. Maar ik weet zeker dat hij wreder en gevaarlijker is dan ooit.”

Riley dacht even na. Iets zat haar dwars. Maar ze kon er net niet bij komen wat dat was.

“Weet iemand waarom?” vroeg ze.

“Waarom wat?” zei Bill.

“Waarom hij ontsnapt is.”

Bill en Meredith keken elkaar verbaasd aan.

“Waarom ontsnappen mensen uit de gevangenis?” vroeg Bill.

Riley begreep nu hoe vreemd haar vraag klonk. Ze dacht aan die ene keer dat Bill met haar mee naar Hatcher gegaan was.

“Bill, jij hebt hem ontmoet,” zei ze. “Leek hij ontevreden? Rusteloos?”

Bill dacht fronsend na.

“Nee, hij leek eerder...”

Hij maakte zijn zin niet af.

“Bijna voldaan, misschien?” maakte Riley zijn gedachte af. “De gevangenis leek wel bij hem te passen. Ik heb nooit het gevoel gekregen dat hij überhaupt vrijheid wilde. Hij heeft iets ‘Zens’ over zich, hij is nergens in het leven echt aan gehecht. Voor zover ik weet heeft hij geen verlangens. Vrijheid heeft hem niks te bieden. En nu is hij op de vlucht, wordt hij gezocht. Dus waarom besloot hij te ontsnappen? En waarom nu?”

Meredith trommelde met zijn vingers op zijn bureau.

“Hoe ben je vorige keer dat je hem zag vertrokken?” vroeg hij. “Zijn jullie op goede voet uit elkaar gegaan?”

Riley onderdrukte maar net een wrange glimlach.

“We gaan nooit op goede voet uit elkaar,” zei ze.

Na een korte pauze, voegde ze toe, “Ik snap wat je bedoelt. Je vraagt je af of ik misschien zijn doelwit ben.”

“Is dat mogelijk?” vroeg Bill.

Riley gaf geen antwoord. Ze dacht weer terug aan wat Hatcher tegen haar gezegd had, toen ze hem zei dat ze niet terug zou komen om hem te zien.

“Wellicht is dat ook niet nodig.”

Was het een dreigement geweest? Riley wist het niet.

Meredith zei, “Agent Paige, ik hoef je niet uit te leggen dat dit een hectische, prominente zaak gaat worden waar veel druk op staat. Op dit moment verspreidt deze informatie zich al als een lopend vuurtje naar de media. Ontsnappingen uit de gevangenis komen altijd groots in het nieuws. Soms zorgen ze zelfs voor algehele paniek. Wat hij ook van plan is, we moeten hem snel stoppen. Ik had echt gewild dat je eerste zaak als je terugkwam niet zo gevaarlijk en moeilijk zou zijn. Voel je je klaar? Voel je je ertoe in staat?”

Riley voelde een vreemde tinteling terwijl ze de vraag overdacht. Het was een gevoel dat ze maar zelden had gevoeld voordat ze een zaak aannam. Het duurde haar even om te beseffen dat het pure, onvervalste angst was.

Maar het was geen angst voor haar eigen veiligheid. Het was iets anders. Het was iets onbekends, iets irrationeels. Misschien was het het feit dat Hatcher haar zo goed kende. In haar ervaring wilden gevangen altijd iets terug in ruil voor informatie. Maar Hatcher had geen interesse in de standaard ruilmiddelen als sigaretten of whiskey. Zijn eigen voor wat, hoort wat was zowel simpel als zeer huiveringwekkend geweest.

Hij wilde dat ze dingen over zichzelf vertelde.

“Iets waarvan je niet wil dat anderen het weten,” had hij gezegd. “Iets waarvan je niet wil dat ook maar iemand het weet.”

Riley had hier, achteraf gezien misschien te gemakkelijk, mee ingestemd. Nu wist Hatcher van alles over haar; dat ze een onvolmaakte moeder was, dat ze haar vader haatte en niet naar zijn begrafenis was gegaan, dat er een seksuele aantrekkingskracht hing tussen haar en Bill, en dat ze soms, net als Hatcher zelf, plezier haalde uit geweld en moord.

Ze dacht terug aan wat hij had gezegd tijdens haar laatste bezoek.

“Ik ken je. Op sommige manieren ken ik je beter dan dat je jezelf kent.”

Was ze echt opgewassen tegen de scherpzinnigheid van zo’n man? Meredith zat daar en wachtte geduldig op antwoord op zijn vraag.

“Ik ben zo klaar als maar kan,” zei ze, terwijl ze probeerde om zelfverzekerder te klinken dan dat ze zich voelde.

“Mooi,” zei Meredith. “Hoe denk je dat we verder moeten?”

Riley dacht even na.

“Bill en ik moeten alle informatie over Shane Hatcher bestuderen die de FBI heeft,” zei ze.

Meredith knikte en zei, “Ik heb al tegen Sam Flores gezegd dat hij alles moet klaarzetten.”

*

Een paar minuten later zaten Riley, Bill en Meredith in de vergaderzaal van de BAU te kijken naar het enorme multimediascherm dat Sam Flores had klaargezet. Flores was een labtechnicus met een bril met zwart montuur.

“Ik denk dat ik alles heb wat jullie mogelijk zouden willen zien,” zei Flores. “Geboorteakte, arrestatiegegevens, rechtbankverslagen, alles.”

Riley zag dat het een indrukwekkende tentoonstelling was. En het liet zeker weten niets aan de verbeelding over. Er waren enkele gruwelijke foto’s van Shane Hatchers vermoorde slachtoffers, waaronder de verminkte agent die op zijn eigen veranda lag.

“Wat weten we over de agent die Hatcher vermoord heeft?” vroeg Bill.

Flores bracht enkele foto’s van een vriendelijk uitziende politieagent naar voren.

“Het is Agent Lucien Wayles, zesenveertig jaar oud toen hij overleed in 1986,” zei Flores. “Hij was getrouwd en had drie kinderen, had een Medaille voor Uitzonderlijke Moed, was geliefd en werd gerespecteerd. De FBI werkte samen met de plaatselijke politie en kreeg Hatcher een paar dagen na de moord op Wayles te pakken. Het is verbazingwekkend dat ze hem niet op dat moment zelf tot moes geslagen hadden.”

Terwijl ze het scherm bestudeerde, was Riley het meest getroffen door de foto’s van Hatcher zelf. Ze herkende hem amper. Alhoewel de man die ze kende intimiderend kon zijn, maakte hij toch een fatsoenlijke, zelfs geleerde indruk, met zijn leesbril die altijd op zijn neus stond. De jonge Afro-Amerikaan op de arrestatiefoto’s uit 1986 had een mager, hard gezicht en een wrede, lege blik. Riley kon bijna niet geloven dat dit dezelfde persoon was.

Ondanks de compleetheid en de mate van detail in de tentoonstelling, voelde Riley zich toch ontevreden. Ze dacht dat ze Shane Hatcher zo goed kende als wie dan ook. Maar ze kende deze Shane Hatcher niet, het wrede jonge bendelid genaamd “Shane the Chain.”

Ik moet hem leren kennen, dacht ze.

Anders maakte ze geen enkele kans om hem te pakken te krijgen.

Op een of andere manier had ze het gevoel dat het koele, digitale display tegen haar werkte. Ze had iets tastbaarders nodig; echte glimmende foto’s met vouwen en rafelige randjes, vergeelde en brosse verslagen en documenten.

Ze vroeg aan Flores, “Zou ik de originele documenten kunnen inzien?”

Flores snoof lichtelijk in ongeloof.

“Sorry, Agent Paige, maar dat is niet mogelijk. De FBI heeft alle papieren dossiers in 2014 versnipperd. Alles is nu gescand en gedigitaliseerd. Dat wat je nu ziet, is alles wat we hebben.”

Riley zuchtte teleurgesteld. Ja, ze kon zich de versnippering van die miljoenen papieren dossiers nog wel herinneren. Andere agenten hadden erover geklaagd, maar toentertijd had het haar niet echt een probleem geleken. Maar nu verlangde ze eerlijk gezegd naar wat ouderwetse tastbaarheid.

Op dit moment was het echter belangrijk om Hatchers volgende stap te achterhalen. Een idee kwam in haar op.

“Wie was de agent die Hatcher gearresteerd heeft?” vroeg ze. “Als hij nog in leven is, is hij vermoedelijk Hatchers eerste doelwit.”

“Het was geen plaatselijke agent,” zei Flores. “En het was geen ‘hij.’”

Hij bracht een oude foto van een vrouwelijke agent naar voren.

“Haar naam was Kelsey Sprigge. Ze was een FBI agent op het kantoor in Syracuse, was op dat moment vijfendertig. Ze is nu zeventig, met pensioen en woont in Searcy, een plaats vlakbij Syracuse.”

Riley was verbaasd dat Sprigge een vrouw was.

“Ze moet bij de FBI gegaan zijn...” begon Riley.

Flores maakte haar gedachte af.

“Ze kwam erbij in 1972, vlak na het overlijden van J. Edgar. Toen was het eindelijk ook voor vrouwen toegestaan om FBI agent te worden. Daarvoor was ze een plaatselijke politieagent.”

Riley was onder de indruk. Kelsey Sprigge had heel wat geschiedenis meegemaakt.

“Wat kun je me over haar vertellen?” vroeg Riley aan Flores.

“Ze is weduwe en heeft drie kinderen en drie kleinkinderen.”

“Bel het FBI-kantoor in Syracuse en zeg dat ze er alles aan moeten doen om Sprigge veilig te houden,” zei Riley. “Ze is ernstig in gevaar.”

Flores knikte.

Toen richtte ze zich op Meredith.

“Meneer, ik heb een vliegtuig nodig.”

“Waarom?” vroeg hij verward.

Ze ademde diep in.

“Shane is misschien onderweg naar Sprigge om haar te vermoorden,” zei ze. “En ik wil haar eerst zien.”

Eens gejaagd

Подняться наверх