Читать книгу Warda: Roman uit het oude Egypte - Георг Эберс - Страница 14
ОглавлениеAan het eind van den loop zijner gedachten bleef Ameni staan. Toen riep hij een der zoogenaamde heilige vaders, zijn geheimschrijver, en zeide: »Stel oogenblikkelijk een zendbrief op aan alle priestercollegiën van het land. Deel hun mede, dat de dochter van Ramses zich zwaar vergrepen heeft tegen de wet door zich te verontreinigen, en schrijf hun voor, dat men openlijke — versta mij goed: openlijke! — gebeden uitspreke voor hare reiniging in alle tempels. Leg mij den brief binnen een uur ter onderteekening voor! Doch neen, geef mij uwe pen73) en uw palet; ik zal de verordening zelf opstellen!”
De heilige vader overhandigde hem het schrijfgereedschap en trad terug naar den achtergrond van het vertrek. Ameni prevelde: »De koning wil ons ongehoord geweld aandoen. Best! Dit schrijven zij de eerste pijl in antwoord op zijn lansworp.”
65) Een beroemd reukwerk van de Egyptenaren. Recepten om het te bereiden zijn bewaard gebleven in den papyrus-Ebers, in de laboratoriën van de tempels, bij Dioskorides, Plutarchus, Galenus e.a. Parthey heeft door den apotheker L. Voigt te Berlijn drie soorten laten namaken. Het kyphi volgens het voorschrift van Dioskorides, was het beste. Voigt bereidde het uit rozijnen, wijn, radix Galangae, baccula juniperi, radix calami aromatici, asphalt, mastik, myrrhe, Bourgondische hars en honig.
66) Een muziekinstrument, dat bij de godsdienstplechtigheden der Egyptenaars wordt gebruikt en waarvan nog vele exemplaren in de museën worden bewaard. Plutarchus beschrijft het met juistheid aldus: „Het sistrum is van boven rond gebogen, en de gebogen plaat omvat de vier staven, die in beweging worden gebracht. Op de ronding, boven, bevestigen zij het beeld van eene kat met een menschengezicht; onder de vier beweegbare staafjes plaatsen zij aan de eene zijde het gezicht van Isis en aan de andere zijde dat van Nephthys.” Boven op een bronzen sistrum in het museum te Berlijn is de kat aanwezig; bij andere exemplaren vindt men gewoonlijk aan het einde van den steel maskers van Hathor. In het sanctuarium van den tempel dezer godin te Dendera werd eene afbeelding van het heilige sistrum op eene in het oog vallende plaats aangebracht.
67) Amon, d. i. de verborgene. Hij was de god van Thebe, die, nadat onder zijne bescherming de Hyksos uit het Nijldal waren verdreven, met Ra van Heliopolis werd vereenigd, en toegerust met de attributen van alle overige goden. Het wezen dezer godheid werd hoe langer hoe meer vergeestelijkt tot dat men het, in de esoterische leer onder de Ramessiden, gelijk stelde met het eeuwig verstand, dat het heelal vervult en alles bestuurt. Hij is de „echtgenoot zijner moeder, zijn eigen vader en zijn eigen zoon.” Als „levende Osiris” bezielt hij al het geschapene, het vervullende met zijn geest. Het stoffelijke komt bij hem tot een hooger bestaan. Hij wordt „weldadig, schoon, zonder gelijke” genoemd, maar ook een „vernietiger van het kwade,” in wien de mensch met vreugd de geheime kracht vereert, die het goede verheft en het booze nederwerpt. Men erkent hem aan de hooge dubbele veder op zijn kroon. Als Amon-Chnem wordt hij afgebeeld met een ramskop.
68) Oorspronkelijk de zonnegod. Zijn naam werd later in de pantheïstische leer der mysteriën gebruikt voor dien van den god die het Al is.
69) Ptah, door de Grieken Hephaistos genoemd, is de oudste onder de goden; de groote godheid die de grondstof der schepping heeft gemaakt, „die er van den aanvang geweest is;” wien de zeven Chnemoe als architecten helpend ter zijde staan, en die „de Heer der waarheid” wordt genoemd, omdat de wetten en de bepalingen, waaraan wat ontstaat onderworpen is, door hem zouden zijn ingesteld. Hij schiep ook de kiemen van het licht, staat daarom aan het hoofd van alle zonnegoden, en wordt schepper genoemd van het ei, waaruit, nadat hij de schaal had verbroken, zon en maan te voorschijn traden. Van daar zijn naam: „Hij die opent.” Hij werd voornamelijk te Memphis vereerd. De Apis was zijn heilig dier. In de leer der onsterfelijkheid en in de onderwereld treedt hij gewoonlijk op als Ptah Sokar Osiris, die de ondergaande zon en de afgestorvenen datgene verleent, wat zij behoeven om weder op te gaan en op te staan.
70) De heilige Sirius of het Hond-gesternte, dat aan Isis geheiligd was. De omloop van dit gesternte stemde in den tijd der pharao’s overeen met het ware astronomische jaar en kon den Egyptenaars daarom reeds vroeg tot grondslag voor de tijdrekening dienen.
71) Toth-Hermes. Zie boven.
72) De Egyptische naam van Mozes, dien wij als een tijdgenoot van Ramses mogen aanmerken, daar de uittocht der Joden onder zijne opvolgers geschiedde.
73) De Egyptenaars schreven met dunne rietjes, die in schrijftafeltjes geborgen werden. Vert.