Читать книгу De Reis naar de Maan in 28 dagen en 12 uren - Jules Verne - Страница 13
Tiende hoofdstuk. De inschrijvingen.
ОглавлениеKapitein Nicholl was niet de eenige die het Barbicane en de Gun-club moeilijk maakte. De vraag werd opgeworpen, welke Staat der Unie de eer zou genieten, het grootsche ontwerp uit te voeren. Aan geen ander plekje op aarde gunde de trots der Yankees die eer. Maar ongelukkig kwamen twee plekken in aanmerking: een gedeelte van Texas en een gedeelte van Florida; alleen die lagen binnen den Breedtecirkel 28°, door de sterrenwacht aanbevolen met de opmerking, dat men het best deed het projectiel loodrecht naar boven te schieten, daar de maan alleen op die plaatsen in het toppunt kon komen, welke minder N. of Z. Breedte hadden dan 28°. De twist over dit punt liep tusschen de Texasisten en Floridalisten tot vechtens toe. Allerlei bewijsgronden of schijngronden werden bijgebracht. Ten laatste echter won Florida het pleit, en daarmede waren, nevens de astronomische en mechanische moeilijkheden, ook de topographische uit den weg geruimd. Nu was de financiëele kwestie aan de orde. Het vraagstuk dat zij stelde was zeer eenvoudig en duidelijk; hoe aan het voor de uitvoering van het plan benoodigde geld te komen? Geen persoon, geen Staat kon over zooveel millioenen beschikken.
Daarom besloot de voorzitter Barbicane, de onderneming mocht dan Amerikaansch zijn zooveel zij wilde, er eene zaak der geheele beschaafde wereld van te maken en overal geldelijke medewerking in te roepen. Waar het den wachter des aardbols geldt, heeft de geheele aardbol recht en plicht om mede te doen. Daarom geschiedde dan ook de uitnoodiging zonder beperking, aan allen in het algemeen, en aan ieder in het bijzonder.
Men twijfelde niet aan den goeden uitslag: het was geen leening maar verzoek om bijdragen. Belangloosheid stond op den voorgrond.
De uitnoodiging werd over de geheele wereld verspreid, door de Vereenigde Staten, door geheel de Nieuwe en Oude wereld, op vastelanden en op eilanden. Ook de wetenschap liet er zich aan gelegen liggen. De sterrenwachten der Unie stelden zich in onmiddellijke betrekking tot die in vreemde landen, zoo in de verschillende Staten van Europa als in Azië en Zuid-Afrika. Sommigen zonden gelukwenschen aan de Gun-club; anderen namen een afwachtende houding aan.
Greenwich werd een tweede Nicholl; gevolgd door de 22 andere sterrenwachten van Groot-Brittannië, verklaarde het zich tegen de zaak, haar uitvoerbaarheid loochenende; men legde het voorstel Barbicane eenvoudig ter zijde—Engelsche afgunst, niet anders.
Overigens was de uitslag in de wetenschappelijke wereld schitterend; ook het groote publiek begroette de onderneming met levendigen bijval. Dat voorspelde veel goeds, want het groote publiek zou worden opgeroepen tot het inschrijven voor een aanzienlijk kapitaal.
De voorzitter Barbicane had onder dagteekening van 8 October een oproeping, in ietwat gezwollen stijl, uitgevaardigd »aan alle welwillenden op de aarde.” Dit stuk, in alle talen overgezet, werd met goedkeuring ontvangen.
De inschrijvingen werden geopend in de voornaamste steden der Unie, ten einde ze over te maken aan de bank te Baltimore, Baltimore street Nº. 9. Voorts bij de voornaamste bankiershuizen enz. in de verschillende Staten der Oude wereld als:
Te Weenen bij Rothschild,
Te Petersburg bij Stieglitz en Comp.
Doch wij zullen al die huizen niet opnoemen en alleen iets van den uitslag zeggen, waarbij wij dan de kantoren van inschrijving tegelijk kunnen opgeven,
Drie dagen na het verschijnen der oproeping waren in de verschillende steden der Unie 4 millioen dollar1 gestort. Met zulk eene kas kon de Gun-club haar voorbereidende maatregelen voortzetten.
Eenige dagen later werd van alle zijden naar Amerika getelegrapheerd, dat in den vreemde met buitengewone geestdrift werd ingeschreven! slechts enkele landen maakten hierop een onderscheid.
Rusland stortte voor zijn aandeel de belangrijke som van 368,733 roebels. Men kan zich daarover verbazen, maar bevreemden kan het niet, indien men in aanmerking neemt, dat in Rusland de sterrenkunde zeer bloeit en de voornaamste van de talrijke sterrenwachten in dat land 2 millioen roebels heeft gekost.
Frankrijk begon met de zaak te bespotten. De maan moest het ontgelden in kwinkslagen, in tooneelstukjes en dergelijken. Maar gelijk de Franschen vroeger hadden betaald na het zingen, zoo betaalden zij nu na het spotten: zij schreven bij het Crédit mobilier in voor 1.253,930 franc. En voor dat geld mochten zij wel wat vroolijk zijn.
Oostenrijk maakte het voor zijn geldelijke verwarringen nog zeer goed: een algemeene inschrijving bracht 216,000 florijnen op, die zeer welkom waren.
Zweden en Noorwegen kwamen, te Stockholm bij Tottie en Arfürradson, met 52,000 rijksdaalders—voor dat land waarlijk ruim. Maar het zou meer geweest zijn indien de inschrijving te Christiania tegelijk gekomen ware met die te Stockholm. Waarom dan ook, maar de Noorwegers houden er niet van hun geld naar Zweden te zenden.
Pruisen, inschrijving bij Mendelssohn te Berlijn, toonde zijn hooge goedkeuring van het plan door 250.000 thaler te zenden. De verschillende sterrenwachten van dat land wedijverden in het toestaan van belangrijke bijdragen en moedigden den voorzitter Barbicane met kracht aan.
Turkije hield zich goed, maar het was ook van nabij in de zaak betrokken: de maan regelt den Turkschen almanak en de vastenmaand Ramadan. Men kon dus al niet minder geven dan 1,372,640 piasters, maar gaf die, door tusschenkomst der Bank, met een ijver, die aan een krachtigen aandrang der Porte deed denken.
»De inschrijvingen werden geopend. Bladz. 39.
België onderscheidde zich onder de staten van den tweeden rang door een geschenk van 513,000 Franc, omtrent 12 centimes per inwoner. Het kantoor Lambert te Brussel belastte zich met de inschrijvingen.
Nederland en zijn koloniën lieten zich, bij de Nederlandsche Bank aan de onderneming gelegen liggen ten bedrage van 110,000 gulden, met verzoek om 5 % korting voor de contante betaling.
Denemarken, hoewel kleiner van omvang geworden, gaf toch door tusschenkomst van de Bank, 9000 dukaten, getuigende dat de Denen een hart hebben voor wetenschappelijke expeditiën.
Het Duitsch Verbond droeg 34,285 florijnen bij; men kon er niet meer van vragen en het zou ook niet meer gegeven hebben.
Italië, hoewel niet vrij in zijn bewegingen, vond 200,000 livres in de zakken zijner kinderen, als men ze goed omkeerde. Zoo het Venetië gehad had, zou het beter gegaan zijn; maar het had Venetië nog niet. Het inschrijvingskantoor was Ardouin en Comp. te Turijn.
De Kerkelijke Staat, inschrijving bij Tortonia en Comp. te Rome, meende niet minder te moeten zenden dan 7040 Romeinsche kronen, terwijl Portugal (Lecesne te Lissabon) zijn wetenschappelijken zin tot 30,000 cruzades opvoerde, en Mexico als penningske der weduwe 86 harde piasters ten kantore Martin Darana en Comp. offerde—nieuwe keizerrijken zijn altijd wat hard in de beurs.
Voor Zwitserland zonden Dombard, Odier en Comp. 257 fr., maar men moet ook zeggen, dat Zwitserland geen dadelijk nut in deze Amerikaansche onderneming zag. Het vond niet dat het schieten van een projectiel naar de maan tot het aanknoopen van betrekkingen met de nachtvorstin zou leiden, en rekende het wat gewaagd zijn geld in een zoo gewaagde onderneming te steken. In den grond had Zwitserland gelijk.
Spanje kon bij geen mogelijkheid meer dan 110 realen2 ten kantore Weisweller te Madrid bijeenbrengen. Het wendde voor, zijn spoorwegen te moeten voltooien. De waarheid is, dat de wetenschap daar te lande weinig in tel is. Het is nog wat achterlijk. En buitendien namen eenige Spanjaarden, en dat niet de minst ontwikkelden, de moeite niet om de massa van het projectiel juist te vergelijken met die der maan; zij meenden, dat het haar in haar baan zou storen en haar op de aarde doen nedervallen. En in dat geval was het best er niet aan te doen, gelijk dan ook op eenige realen na het geval was.
Eindelijk Engeland. Men wist dat dit land sterk tegen het voorstel Barbicane gekant was. De Engelschen hebben enkel gevoel voor de 36 millioen inwoners van Groot-Brittannië. Zij gaven te verstaan, dat de onderneming der Gun-club in strijd was met het beginsel van non-interventie en schreven nog voor geen dubbeltje in.
Dit vernemende, haalde de Gun-club de schouders op, en nadat Zuid-Amerika, namelijk Peru, Chili, Brazilië, de la Plata-provinciën en Columbia hun 300,000 dollar hadden overgemaakt, bleek voorhanden te zijn:
Uit de Vereenigde Staten | 4,000,000 dollar. |
Uit verschillende landen | 1,446,675 dollar. |
——— | |
Samen | 5,446,675 dollar. |
Voor de zaak was dit niet zoo overvloedig. Het gieten, het uitboren, het metselwerk, het vervoer der werklieden, hun onderkomen in een bijna onbewoond land, het bouwen van ovens en loodsen, het gereedschap der werkplaatsen, het projectiel, de onvoorziene uitgaven—dat alles zou bijna de geheele som wegnemen. In den Amerikaanschen oorlog zijn wel kanonnen van 1000 dollar gebruikt, en waarom zou dat van Barbicane, dat eenig zou zijn in zijn soort, niet 5000 maal zooveel kunnen kosten?
Den 8sten October, werd een overeenkomst aangegaan met de gieterij der firma Goldspring, bij New-York, die in den oorlog aan Parrott zijn beste kanonnen geleverd had.
Deze firma zou, gelijk tusschen de contracteerende partijen werd overeengekomen, het voor het gieten van de Columbiad benoodigde materiëel naar Tampa-Town in Zuid-Florida vervoeren.
De onderneming moest uiterlijk den 15den October des volgenden jaars voltooid zijn en het kanon in goeden staat opgeleverd, op verbeurte van 100 dollar daags tot op het oogenblik dat de maan zich andermaal in denzelfden stand zou bevinden, dat is 18 jaren en 11 dagen later.
Het in dienst nemen van de werklieden, hun loon en de noodige onkosten kwam voor rekening der firma Goldspring.
Deze overeenkomst werd in dubbel opgemaakt en onder goedkeuring van het daarin vervatte geteekend, ter eene zijde door I. Barbicane, als voorzitter der Gun-club, en J. Murchison als directeur der firma Goldspring, ter andere zijde.
1 De dollar = ƒ 2.50.
2 Misschien zal de lezer gaarne deze sommen in dezelfde geldswaarde willen overbrengen. Hij wete daartoe, dat volgens de in het oorspronkelijke ook in francs opgegeven waarden, de roebel berekend is op bijna 4 fr., de florijn op 2.4 fr., de rijksd. op omtrent 5½ fr., de thaler op 3,7 fr., de piaster op omtrent 0.3 fr., de gulden op 2.2 fr., de dukaat op 13 fr., de florijn op ruim 2 fr., de Rom. kr. op 5.5 fr., de cruzade op 3,7 fr., de harde piaster op 20 fr., de reaal op ruim 0,5 fr., dollar op ruim 5 fr.