Читать книгу Vijf weken in een luchtballon - Jules Verne - Страница 4

I.

Оглавление

Inhoudsopgave

Einde van eene zeer toegejuichte redevoering.—Voorstelling van doctor Ferguson.—“Excelsior”—Persoonsbeschrijving van den doctor.—Een overtuigd fatalist.—Maaltijden in den Club der Reizigers.—Tallooze toosten.


Den 14den Januarij 1862 was er een groote samenloop van toehoorders bij de zitting van het Koninklijk Aardrijkskundig genootschap te Londen, Waterloo Place, 3. De president, sir Francis Maris, deed aan zijne geëerde medeleden eene belangrijke mededeeling in eene redevoering, die dikwijls door toejuichingen werd afgebroken.

Dit zeldzame stuk van welsprekendheid eindigde met eenige overdrevene spreekwijzen, waaruit de vaderlandsliefde ten volle bleek.

“Engeland is altijd het voornaamste volk geweest door de onverschrokkenheid zijner reizigers in aardrijkskundige ontdekkingen. (talrijke toejuichingen.) Doctor Samuel Ferguson, een zijner roemrijkste inwoners, zal zijn oorsprong geene schande aandoen (van alle kanten: Neen! neen!) Deze poging zal, als zij gelukt (zij zal gelukken!) al wat men tot hiertoe van de aardrijkskunde van Afrika weet met elkander verbinden (algemeene goedkeuring.) en, als zij mislukt (nooit! nooit!), zal zij ten minste van een der stoutmoedigste plannen van het menschelijk genie getuigen! (hevig stampen met de voeten.)”

“Hoezee! hoezee!” riep de vergadering, door deze treffende woorden opgewekt.

“Hoezee voor den onverschrokken Ferguson!” riep een der uitbundigste toehoorders.

Kreten van verrukking weergalmden. De naam van Ferguson kwam op ieders lippen, en wij hebben reden om te gelooven, dat hij er veel bij won dat hij door Engelschen werd vermeld.

Daar toch waren talrijke, vergrijsde, vermoeide en onverschrokken reizigers, die de geheele wereld hadden doorkruist! Allen waren ontsnapt aan schipbreuken, branden of de tomahawks der Indianen, de knodsen der wilden, de strafpaal en de magen van Australiërs, maar niets kon het kloppen van hun hart bedwingen gedurende de redevoering van sir Francis Maris, en naar menschen geheugen was dit de schoonste uitslag eener aanspraak in het Koninklijk Aardrijkskundig genootschap van Londen.

Maar in Engeland bepaalt zich de geestdrift niet alleen tot woorden. Er werd terstond gestemd over eene tegemoetkoming voor den doctor Ferguson, welke 2500 pond sterling beliep. De belangrijkheid der som was geëvenredigd aan de belangrijkheid der onderneming.

Een der leden van het gezelschap verzocht den president het woord, ten einde te vragen of doctor Ferguson niet officieel voorgesteld zou worden.

“De doctor stelt zich ter beschikking der vergadering,” antwoordde sir Francis Maris.

“Laat hem binnenkomen,” riep men, “laat hem binnenkomen! Het is goed een zoo buitengewoon stoutmoedig man te zien!”

“Misschien heeft dit ongeloofelijke voorstel geen ander doel gehad dan om ons te misleiden,” zeide een oude kommodore.

“En als doctor Ferguson niet bestond!” riep eene andere stem.

“Dan zou men hem moeten vinden,” antwoordde schertsend een lid van dit deftige genootschap.

“Laat doctor Ferguson binnenkomen,” zeide sir Francis Maris.

De doctor trad binnen te midden van donderende toejuichingen, niet in het minste ontroerd.

Het was een man van ongeveer veertig jaar en van gewone lichaamsgestalte; zijn bloedrijk gestel verraadde zich door eene hoogroode kleur; hij had regelmatige trekken, met een neus in de gedaante der voorsteven van een schip, gewoonlijk de neus der menschen, die tot ontdekkingen voorbeschikt zijn, genoemd; zijne zachte meer verstandige dan stoutmoedige oogen zetten eene groote bekoorlijkheid bij aan zijne gelaatstrekken; zijne armen waren lang en zijne voeten zette hij neder met al de deftigheid van een grooten looper.

Die kalme deftigheid vertoonde zich in den geheelen persoon des doctors, en niemand kwam het in de gedachte eenig vermoeden te koesteren, dat hij het werktuig van de onschuldigste misleiding kon zijn.

Ook hielden de toejuichingen slechts op, op het oogenblik dat doctor Ferguson door een zacht gebaar stilte verzocht; hij ging naar den armstoel, die voor zijne voorstelling was gereed gemaakt; vervolgens rechtop staande hief hij den rechter wijsvinger omhoog, opende den mond en sprak dit enkele woord: “Excelsior!”1.

Neen, nooit had een voorstel van lord Palmerston om gelden te vragen voor het bezetten der rotsen van Engeland een zoo goeden uitslag gehad. De redevoering van sir Francis Maris was ver overtroffen. De doctor toonde zich te gelijk verheven, groot en edel.

De oude kommodore, volkomen met dien zonderlingen man verzoend, verzocht de “volledige” opneming van de redevoering Ferguson in “de Bulletins van het Koninklijk Aardrijkskundig genootschap van Londen.”

Wie was dan toch die doctor, en aan welke onderneming ging hij zich wijden?

De vader van den jongen Ferguson, een dapper kapitein ter zee, had zijn zoon, van diens prille jeugd af, deel doen nemen aan de gevaren en avonturen van zijn beroep. Dit waardige kind, dat nooit de vrees schijnt gekend te hebben, toonde reeds vroegtijdig een levendigen geest, een begrip van onderzoek en eene merkwaardige geneigdheid tot de wetenschappen; daarenboven legde hij eene groote behendigheid aan den dag om zich uit de verlegenheid te helpen; hij was met niets verlegen, zelfs niet met het gebruik zijner eerste vork, waarin de kinderen in het algemeen zoo zelden slagen.

Weldra ontvlamde zijne verbeeldingskracht bij het lezen der stoute ondernemingen en der onderzoekingen ter zee; hij volgde oplettend de ontdekkingen in het eerste gedeelte der negentiende eeuw, hij droomde van den roem van Mungo Park, Bruce, Gaillié, Levaillant en zelfs, geloof ik, van dien van Selkirk, den Robinson Crusoe, die hem niet geringer scheen. Hoeveel uren bracht hij met hem door op zijn eiland Juan Fernadez! Hij keurde dikwijls de denkbeelden van den verlaten matroos goed, somtijds beredeneerde hij zijne plannen en ontwerpen; hij zou anders misschien later op zijn minst genomen even goed hebben gehandeld! Maar zeker is het, dat hij nooit dat gelukkige eiland zou ontvlucht zijn, waar hij gelukkig was als een koning zonder onderdanen...., neen, zelfs niet al had hij eerste lord der admiraliteit kunnen worden.

Ik laat u te denken hoe deze aanleg zich gedurende zijne avontuurlijke jeugd ontwikkelde, geslingerd als hij was naar alle hoeken der wereld. Zijn vader, als een kundig man, versterkte dit levendig verstand door ernstige studiën in natuurkunde en werktuigkunde, vereenigd met een weinig plantenkunde, geneeskunde en sterrenkunde.

Bij den dood van den waardigen kapitein, had Samuel Ferguson, twee-en-twintig jaren oud, reeds eene reis rondom de wereld gedaan; hij nam dienst in het korps bengaalsche ingenieurs en onderscheidde zich bij verschillende gelegenheden; maar het soldatenleven beviel hem niet; daar hij er niet om gaf om te bevelen, wilde hij ook niet gaarne gehoorzamen. Hij diende zijn ontslag in, en nu eens jagende, dan eens planten zoekende, ging hij naar het noorden van het Indische schiereiland, en doorreisde dit van Calcutta tot Surate.

Van Surate zien wij hem naar Australië gaan en in 1845 deelnemen aan de onderneming van kapitein Sturt, belast met het verkennen der Kaspische zee, die men onderstelt te bestaan in het midden van Nieuw-Holland.

Samuel Ferguson kwam omstreeks 1850 in Engeland terug, en meer dan ooit bevangen met de zucht naar ontdekkingen, vergezelde hij tot in 1853 kapitein Mac Clure op den tocht naar Amerika van de Behringstraat tot aan Kaap Farewell.

In spijt der vermoeienissen van allerlei aard en onder alle luchtstreken, genoot Ferguson eene bloeiende gezondheid, hij leefde op zijn gemak te midden der grootste ontberingen; hij was het beeld van een volmaakten reiziger, wiens maag zich naar willekeur inkrimpt of uitzet, wiens beenen langer of korter worden, naar gelang van de rustplaats waarop hij ligt, die op elk uur van den nacht inslaapt en op elk uur van den nacht ontwaakt.

Niets is sedert minder verbazend dan onzen onvermoeiden reiziger terug te vinden op zijn tocht door het westen van Thibet, in gezelschap der broeders Schlagintweit, van 1855 tot 1857, waarvan merkwaardige opmerkingen over volkenkunde het gevolg waren.

Gedurende die verschillende reizen was Samuel Ferguson de werkzaamste en belangrijkste correspondent van den “Daily Telegraph,” het dagblad van een penny, waarvan dagelijks 140,000 exemplaren worden gedrukt, die nauwelijks voldoende zijn voor vele millioenen lezers. Men kende hem wel, dien doctor, hoewel hij geen lid was van eenige geleerde instelling, noch van de Koninklijk Aardrijkskundige genootschappen van Londen, Parijs, Berlijn, Weenen of St. Petersburg, noch van de club der Reizigers, noch zelfs van het Koninklijk Polytechnisch Instituut, waar zijn vriend, de geleerde Kokburn, eene eervolle plaats bekleedde.


Het gastmaal in Pall Mall. Blz. 6.

Deze geleerde stelde hem eens voor het volgende vraagstuk op te lossen: Gegeven zijnde het aantal mijlen door den doctor doorloopen, hoe veel weg heeft zijn hoofd meer afgelegd dan zijne voeten, door het verschil der stralen? Of: gegeven het aantal mijlen door de voeten en het hoofd van den doctor doorloopen, zijne lengte tot op eene lijn nauwkeurig te berekenen?

Maar Ferguson hield zich altijd verwijderd van de geleerde genootschappen, daar hij geen vriend was van praten; hij vond dat de tijd veel beter besteed wordt met zoeken en ontdekken dan met redeneeren.

De doctor ontving de toejuichingen van de toehoorders met kalmte; hij was daarboven verheven, daar hij geen hoogmoed en nog minder ijdelheid bezat; hij vond het voorstel, dat hij aan den president Sir Francis Maris had gedaan, zeer natuurlijk en bemerkte zelfs niet, welk een indruk het maakte.

Na de zitting werd de doctor naar de Club der Reizigers in Pall Mall gebracht, waar te zijner eer een prachtig gastmaal was aangericht. De grootte der gerechten was geëvenredigd aan de belangrijkheid van den persoon, en de steur, die daar prijkte, was geen drie duim korter dan Samuel Ferguson zelf.

Vele toosten werden uitgebracht op de reizigers, die zich hadden beroemd gemaakt door tochten in Afrika, gelijk ook op Samuel Ferguson, die door zijne ongeloofelijke poging de onderzoekingen der reizigers met elkander in verband moest brengen en de reeks van ontdekkingen in Afrika voltooien.

1 Al hooger!

Vijf weken in een luchtballon

Подняться наверх