Читать книгу Uit Oost en West: verklaring van eenige uitheemsche woorden - Pieter Johannes Veth - Страница 33

Cigaar.

Оглавление

Inhoudsopgave

Cigaar is het Spaansche cigarro; het rooken van cigaren schijnt zich vanuit Spanje over Europa verspreid te hebben. In het Spaansch wordt cigarro gebruikt zoowel voor de fijne in papier of maïsblad gewikkelde tabak, die bij ons gewoonlijk cigarette heet, als voor het rolletje van tabaksbladen, dat wij cigaar noemen. Echter wordt ook in 't Spaansch voor de eerstgenoemde soort veelal het verkleinwoord cigarrita gebezigd.

De afkomst van het woord cigarro is onzeker. Gewoonlijk meent men dat het niets dan de inlandsche naam is van de tabak van Cuba (Havannah); doch anderen beweren dat cigarro afstamt van cigarra, krekel, wegens eenige overeenkomst in voorkomen, die tusschen dit diertje en een rolletje tabak zou bestaan. Deze laatste afleiding is mij echter te fantastisch; maar of werkelijk de inlandsche taal van Cuba een woord voor tabak heeft dat op cigarro gelijkt, heb ik geen middel om na te gaan.

Men begint thans bij ons sigaar te schrijven, vooral op het voorbeeld, zoo ik meen, van de „woordenlijst” der heeren de Vries en te Winkel. Ik zou echter meenen dat al de gronden die er voor zijn aan te voeren om in de woorden van vreemde afkomst, de uitgang daargelaten, de oorspronkelijke spelling te behouden, ook voor cigaar pleiten. Schrijft men sigaar, waarom dan niet ook sitroen, sider enz.? Ook zal men, sigaar aannemende, om de consequentie sigarette moeten schrijven, niettegenstaande in dit woord ook de uitgang on-nederlandsch en kennelijk aan het Fransch ontleend is.

Uit Oost en West: verklaring van eenige uitheemsche woorden

Подняться наверх