Читать книгу Gomer voor den sabbath; meditatiën over en voor de sabbath - Abraham Kuyper - Страница 11

VII.

Оглавление

Inhoudsopgave

DE SABBATH VAN GOD VEREEUWIGD.

Er blijft dan eene ruste over voor het volk Gods.

Hebr. 4:9.

Toch kan uw Sabbath op aarde nog nimmer de volle ontplooiing van uw Sabbath voor het aangezichte uws Gods zijn.

De Sabbath op aarde is en blijft een compromis.

Er staan twee zekere en strijdige belangen tegenover elkander: eenerzijds roept, eischt en nijpt de wereld met haar leven in den tijd; en aan den anderen kant lokt, roept en trekt het Paradijs daarboven met zijn leven in de eeuwigheid.

Die beide liggen op den bodem van uw hart dooreengestrengeld. Ge zijt een menschenkind in den tijd en een kind Gods in het eeuwige. Vandaar die bange worsteling, die dooreenstrengeling van belangen, die mengeling van het aardsche en Goddelijke in uw wezen.

En nu is uw Sabbath op aarde een dam, dien God opwierp, opdat de stroom der wereld u niet vervolgen zou; het is een Jakobsladder, die God u voorzette, om op te klimmen naar boven; het is een inschuiven in den tijd van een dag, die aan het merk van den tijd ontkomen is, en het stempel van het eeuwige draagt.

Maar toch, daarmeê is aan het kermen van uw ziel nog geen volle bevrediging gegeven. Ge proeft daarmeê wel iets van den Sabbath en geniet er een voorsmaak van; maar toch, de ware, de eigenlijke Sabbath brengt het u nog niet.

Dan toch zou de Sabbath hermetisch van de wereld moeten zijn afgesloten. Ook zoudt ge, als de Sabbath inging, uw zondig hart aan de poorte moeten kunnen achterlaten. En ook, dan zou er na den Sabbath geen week in de wereld meer volgen moeten, maar het, eens Sabbath, altoos Sabbath moeten zijn, om nimmermeer uit de tente van uw God te scheiden.

Daarom komt de Heilige Schrift dan ook tot u, en zegt u in naam des Heeren aan, dat er nog een heel andere, dat er ook een eeuwige Sabbath is, en dat, welke ruste ge ook op den Sabbath hierbeneden moogt smaken, er altoos nog een heel andere ruste overblijft voor het volk van God.

Dit is het, wat boven deze meditatie staat, dat God u den Sabbath niet alleen schonk en dien instelde, heiligde en zegende, en nog altoos keurt en verzoent, maar dat Hij ook nog dit laatste doet, dat Hij u den Sabbath vereeuwigt.

De Sabbath is geen plagen, alsof God de Heere u telken zevenden dage even smaken liet, hoe goed en zoet het in zijn tente is; maar om dan weer ijlings voor al dit schoon en heerlijk een gordijn te laten vallen, opdat na het genoten licht de duisternisse te duisterder om u zou zijn.

Neen, in uw Sabbath ligt een profetie; de heerlijke profetie van een eeuwig leven, waarin dáarom geen breking van dagen en oogenblikken zal bestaan, omdat het al éen Sabbath, een Sabbath zonder storing, een Sabbath zonder einde, en bovenal een Sabbath zonder zonde zal zijn.

Zoo ziet ge, hoe het, van trap tot trap, uit het lage en ijdele dezer wereld naar boven gaat.

Eerst kwijnt ge op den bodem der zonde en zijt ge nog geheel in het leven der wereld bevangen. Van een eeuwigheid wilt ge niet hooren; uw tijd is uw.

Dan scheidt God, die genadig is, u van die in zonde kwijnende wereld af, en doet u hooger opgaan tot dat betere hoogland, waar slechts zij verkeeren, die met de wereld geen vrede meer hebben, en dorsten naar iets, dat bestendig is en beklijft.

Hieruit ontstaat die tweedeeling in uw leven, die u tusschen de polen van den tijd en de eeuwigheid inplaatst, en nu brengt God u zijn aardschen Sabbath, om u in dien Sabbath een spiegel en voorsmaak van een nog hoogeren Sabbath reeds hier op aarde te doen bezitten.

Daarna voert Hij nóg hooger op, en doet u in dien Sabbath ingaan met een veranderd hart, om op dien Sabbath uw ziel op te heffen tot Hem, die in de hemelen is, en u op uw Sabbath te doen verkeeren in Gods tente.

Maar toch, ook zoo moet ge nog altoos weer in het leven der wereld terug; uw zondig hart nog met u meêsleepen; en gedurig weer de smart kennen van het gemis, als de Sabbath weer uit is en de drukte der wereld weer aan uw deur komt kloppen.

Tot eens uw einde daar is, en uw barmhartige Vader in de hemelen nu tweeërlei doet; ten eerste, dat Hij u losmaakt van de wereld en het lichaam der zonde, zoodat de wereld niets meer op u te pretendeeren heeft, en uw zondig hart niets giftigs meer in Gods kostelijke gave kan mengen; en ten andere, dat Hij u alsnu niet door opheffing uwer ziel in de gedachte, maar door optrekking van heel uw persoon in de werkelijkheid, overzet in dat land, waar geen klok ooit getikt heeft, en niets te beluisteren valt dan het zalig ruischen van den stroom der eeuwigheid.

En dan komt uw eeuwige Sabbath. Nog altoos diezelfde Sabbath, dien ge soms op aarde genoot; maar nu uit den tijd losgewikkeld, en door Gods wondere ontferming voor u vereeuwigd.

Een Sabbath, niet daarin schitterend, dat ge in dolce far niente, d. i. in een zalig nietsdoen uzelven verliest.

Immers dat zou ook op aarde geen Sabbath geweest zijn.

Neen, maar een eeuwige Sabbath, die dit heeft, dat hij de wereld volkomen buiten-, den hemel geheel insluit, en nooit meer door een dag in den tijd, in die wereld en in de zonde zal worden afgebroken.

En in dien eeuwigen Sabbath zal het dan zijn, niet een enkele maal in „de vergadering der geloovigen” verkeeren, maar altoos met al Gods uitverkorenen saam zijn.

In dien eeuwigen Sabbath zal het wezen, niet een even opgaan naar Gods tempel, maar eeuwiglijk in dien tempel daarboven verwijlen, waar het Lam zelf de kaars en onze God onze Zon zal zijn.

In dien eeuwigen Sabbath zal het wezen, niet een verdeelen van uw Sabbathsruste tusschen uw ziel en uw gezin, maar eeuwiglijk in het groote Vaderhuis genieten met de volle harmonie uws harten.

Ja, in dien eeuwigen Sabbath zal het zijn, niet voor enkele oogenblikken uw hart opheffen tot den Heere uw God, en een enkel oogenblik in zalige meditatie tot zijn zielsinnige gemeenschap doordringen; maar voor altoos en in de rijkste volheid het zoet van Gods verborgen omgang en van zijn zalige nabijheid indrinken met al de zuigkracht van heel uw geestelijk bestaan.

En dat toeft, dat beidt nu wel; maar eens komt het voor Gods lieve uitverkorenen gewisselijk.

Er blijft een ruste over voor het volk van God.

We zullen in dat Kanaän ingaan.

Ja, meer nog.

Deze eeuwige Sabbath is niet slechts in den aardschen Sabbath geprofeteerd, maar wordt, zooals de Catechismus het zoo schoon en waar zegt, reeds in dit leven aangevangen.

Niet door iets, dat wij doen.

Niet door uw ruste van aardschen arbeid, of uw ingaan in geestelijken arbeid.

Neen, dien Sabbath reeds hier op aarde doen aanvangen, dat doet uw God en uw Vader voor u en in u.

En dien drinkt ge in en ervaart ge dan, als gij viert van uw booze werken en het Volzalige en Eeuwige Wezen door den Heiligen Geest werken laat in u!

Gomer voor den sabbath; meditatiën over en voor de sabbath

Подняться наверх