Читать книгу Paedagogische Overwegingen - Asscher Eva Wilhelmina - Страница 3

III NIET „PREEKEN” *

Оглавление

Volgaarne had ik voor de familie mijn vrijen tijd beschikbaar gesteld, om bij ontstentenis der Moeder door een of andere bijzondere omstandigheid, haar bij de kinderen te vervangen. Ik was nu ter geruststelling van de Moeder, reeds vier weken bij Fred gelogeerd, voordat het nieuwe zusje arriveerde. Zoo lang hield ik me in hoofdzaak met de oudere kinderen bezig, regelde hun huiswerk en ging met ze wandelen. Moeder bracht me intusschen op de hoogte van de nooden der kleintjes.

Onze vierjarige Fred was een echte slokop. Na de beste voorzorgen, gebeurde het toch vaak, dat zijn maag van streek was. Wanneer Moeder 's morgens om het hoekje van de deur der kinderkamer keek, zag ze 't dadelijk, als het mis was met den kleinen Fred. Dan lag hij, met blauwe kringen onder de oogen en vaal bleek gezicht, futloos in het bedje ter neer. Op dokters voorschrift moest ze hem dan laten liggen tot hij zelf verlangde op te staan en wanneer hij lust had hem een kopje thee en een droge beschuit geven.

Toen ik op een morgen op het portaal naar de kinderkamer liep, hoorde ik een druk, opgewekt leven.

„Hoep, fort, klap …”

Ik keek, zooals moeder gewoon was te doen, om het hoekje der deur. Onze Fred zat, als Hollandsch welvaren, zijn denkbeeldig paard, wiens werkelijke leidsels hij om de spijlen van zijn bed had gehaald, op te zweepen.

Zoodra hij mij ontwaarde, wierp hij zich als door een electrischen schok getroffen op het kussen neer en zette een beklagenswaardig gezicht, den besten comediant tot eer.

„Hè – héë – .” Hij zuchtte al dieper.

Ik ging bij zijn bedje zitten en vroeg belangstellend, „wat is er ventje? wat scheelt er aan?”

„Hè – hèe – ik geloof, dat mijn maag weer van streek is. Laat u mij nog wat in bed blijven en geef u mij a. u. b. een kopje thee met een droge beschuit. Moeder doet dat ook altijd,” onderrichtte de kleine deugniet.

(Hij wilde zoo gaarne nog wat paardje blijven rijden).

Ik bleef hem even conscientieus waarnemen en zei toen op zijn eigen beklagenswaardigen toon.

„Jammer, erg jammer.”

– Een paar belangstellende, levendige oogen blikten me toe. —

„Jammer toch. Mevrouw Paula heeft zooeven laten vragen of je heel vroeg bij Frieda, (zijn liefste vriendinnetje), komt spelen.”

Met een zelfden electrischen schok sprong hij overeind. „Bi, ba, boe,” danste hij in bed rond, de dwaaste grimassen makende, de wildste geluiden uitstootende. „Lekker! lèëker! Lekker gefopt! Ik ben niet ziek! Ik maakte maar een grapje … Leuk hè, tante?” waagde de slimmerd er nog aan toe te voegen.

„Ja, heel leuk, erg leuk! Zoo toevallig. Ik heb jou ook lekker gefopt. Mevrouw Paula heeft je niet op bezoek laten vragen … leuk hè? Ik maakte ook maar een grapje.”

In heftig schreien brak hij uit.

Toen hij van de eerste teleurstelling bekomen was, begon hij onder het snikken opeens te lachen en overwoog luid … „en toch is het leuk van tante, heel leuk.”

Zijn kinderlijk rechtvaardigheidsgevoel deed hem beseffen, dat hij met te bedriegen, eerlijk verdiend had, bedrogen te worden. De straf zelf deed hem zijn vergrijp helder inzien. Even later keek de oolijkerd me zóó leuk aan, dat we elkaar in opwelling omhelsden.

We deden dien morgen een heerlijke wandeling. We genoten van elkaârs samenzijn. Van tijd tot tijd lachte hij mij nog even guitig toe, waarna hij zich inniger tegen mij aandrukte.

Fred heeft sedert geen ziek zijn meer geveinsd.

Nooit heb ik ondervonden of bij anderen waargenomen, dat „preeken” tegen kinderen een goed resultaat had; tenminste geen blijvend.

Het kind het kwaad laten ondergaan, dat uit zijn eigen handeling voortspruit, doet hem altijd tot het ware besef van zijn verkeerde daad komen. Deze behandeling is niet altijd aan te wenden om de gevaarlijke gevolgen.

De goede opvoedster(der) moet ze weten te schiften.

Paedagogische Overwegingen

Подняться наверх