Читать книгу Paedagogische Overwegingen - Asscher Eva Wilhelmina - Страница 7

VII DE JUISTE STRAF *

Оглавление

„Kees is als bijzonder hartstochtelijke jongen geboren”, luidt Moeder's uitspraak. Wie zou hem beter hebben leeren kennen dan juist zij?

Deze vrouw bezit een genialen tact om haar kind te leiden. Zij heeft hem zelfs zoo weten te hervormen, dat buiten hare omgeving evenmin heftige scènes met het kind plaats hebben.

Ik wil u haar laatste opvoedkundige prestatie mededeelen.

Onze dertienjarige snaak dan, heeft een zwak voor eieren, hij is er verzot op en moet ze nu als een groote oorlogsontbering missen.

De idee ze niet te kunnen verkrijgen is voldoende om zijn hartstocht er voor tot het uiterste te prikkelen.

De huisgenooten, er zijn er vijf, die hun jongsten lieveling aanbidden, beloven Kees, nu de eieren voor den handel weer vrij gekomen zijn, ieder, op hunne beurt, hem op een ei te tracteeren, als … hij een goed rapport van de handelsschool heeft meêgebracht, hij gedurende een bepaalden tijd altijd netjes aan tafel is gekomen, op tijd naar bed is gegaan, kortom als hij vele moeilijkheden heeft overwonnen.

Kees' zinnenprikkel helpt hem aan de hem gestelde eischen te voldoen.

Nadat hij met het verlangde rapport van school is gekomen, vindt hij in het koffieuur een versierd ei op zijn waschtafel liggen. Een verrassing van zijn oudsten broer.

Overgelukkig ijlt hij naar Moeder en vraagt haar het ei meteen te bakken voor bij zijn boterham.

„Ach kom, grappenmaker”, sust Moeder, „je weet immers wel, dat er nu geen gas is. Ik zal het ei bij het avondeten heerlijk voor je klaar maken.”

„Er is wel gas”, betoogt Kees klemmend. „Bakt u het voor éénen keer op het medisch komfoor van Jan.”

Moeder weigert en voegt gedecideerd er aan toe „dat stelletje mag uitsluitend gebruikt worden wanneer Jan het voor zijn patiënten noodig heeft.”

Onmiddellijk daarna wordt Moeder voor een gewichtig gesprek aan de telephoon geroepen. De lust van Kees is onweerstaanbaar. Hij zou den hemel willen bestormen om het gebakken ei te bekomen. Hij waagt het, na bij het keukenmeisje de noodige ingrediënten te hebben veroverd, het ei zelf te gaan bakken op het verboden toestelletje.

Opgewonden door het sterk begeeren doet hij op zijn onhandigst.

Voor dat het ei in het pannetje is, vat een gordijntje in de nabijheid vlam; hij had den nog half brandenden lucifer er tegen geworpen. In zijn agitatie gooit Kees een spiritusstelletje om en in een oogenblik staat de omgeving in lichte laaie.

Een vervaarlijk geschreeuw: „brand! brand! Moeder help!”, doet Mevrouw X. doodelijk verschrikt naar beneden snellen.

Het gelukt haar het vuurtje spoedig te blusschen.

Daarna stuurt ze Kees naar zijn kamer.

Geheel ontdaan, ontmoedigd, met neêrgebogen hoofd sluipt hij weg.

Bijna elke moeder zou in haar drift en ontsteltenis haar kind oogenblikkelijk het ei afgenomen hebben.

(Vele moeders, wien ik dit vertelde, lieten zich ook spontaan in dien geest uit.)

Deze moeder strafte op de rechte manier.

Ze overwoog, volgens haar gewoonte, de straf eerst, toen ze geheel kalm was.

Kees had in hartstocht gehandeld, een verzachtende omstandigheid voor het begane misdrijf.

Zijn aangeboren hartstochtelijke natuur te hervormen is een werk van jaren: Ze was reeds veel gevorderd met hem en schreef dien terugval toe, aan den moeilijken leeftijd, waarop Kees was gekomen en aan de buitengewone tijdsomstandigheden. Door te strenge straf zou ze den jongen verbitteren en veel invloed verliezen. (Zou het toeval geholpen hebben en de jongen had in zijn angst het ei laten vallen, dan zou de jongen het gemis, op de juiste wijze gevoeld hebben.) Hem het ei weg te nemen, waarnaar hij zoo zinnelijk verlangd had en dat hij met veel inspanning had verdiend, was een veel te hard, ja een wreed ingrijpen.

Het overigens normaal gehoorzame kind, mocht ook niet in verhouding gestraft worden tot de ongehoorzaamheid, die hij had begaan. De hartstocht had de waardebepaling voor een deel in het bewustzijn weggedrongen. Hij heeft niet kunnen beseffen, hoe ondeugend hij gehandeld had.

Mevrouw X. strafte hem toch streng.

Hij mocht gedurende vier weken niet naar de club gaan, hij moest een poos een half uur vroeger naar bed dan hij gewend was, kortom ze strafte hem op een wijze, waaruit ze hem liet voelen, dat hij voor vele dingen, die Moeder hem toegestaan had nog te klein was. Voordat Moeder hem weer in eere herstelde moest hij toonen, zich als een flinke jongen van zijn leeftijd te kunnen gedragen en geen onhandigheden meer te begaan, die gevaar voor hem zelf of anderen konden opleveren.

En dat Moeder juist gestraft had, bewees Kees' reactie, toen ze hem 's avonds experimenteerde.

Moeder hield Kees, als gewoonlijk, gezelschap toen hij het nu smakelijk gebakken ei bij de avondboterham genoot.

„Eigenlijk had je het ei niet moeten hebben”, zei moeder, terwijl hij juist een lekker hapje nam.

Met een gezicht, vuurrood van opwinding, stootte hij hijgend uit, „als u mij het ei hadt weggenomen, dan was ik weggeloopen en zou ik me verdronken hebben.”

„Weggeloopen?.. van mij?” vroeg Moeder met die liefde in haar blik en die teerheid in de stem, waarmede de liefhebbende moeder het onweerlegbaar bewijs gaf, dat zij haar jongen, noch Kees haar kon missen.

Als reflex slaat Kees de armen om moeders hals, kust haar innig en breekt in snikken uit.

Zijn straf draagt hij met gelatenheid.

Wat Moeder zoo bij intuïtie gevoeld heeft, kunnen Ouders en opvoeders(sters) tot op zekere hoogte aanleeren: slechts te straffen na kalme overweging en de straf zoo te bepalen, dat ze aan het doel, het zwak van het kind te verbeteren, beantwoordt, dus in juiste verhouding tot het begane feit en in verband met den aard van het kind.

Paedagogische Overwegingen

Подняться наверх