Читать книгу Gids bij de studie der Nederlandsche letterkunde - E. Rijpma - Страница 4
Van den Vos Reynaerde.
ОглавлениеOntstaan van de dierenverhalen. Indië is de bakermat van de dierenverhalen. Daar komen verschillende langere en kortere verhalen voor, soms in den vorm van fabels, soms als meer uitgebreide dierennovellen, en in vele daarvan speelt de leeuw en daarnaast de slimme jakhals, een voorname rol. Langzamerhand zijn deze vertellingen overgebracht naar ’t Westen, gedeeltelijk door vertalingen in ’t Perzisch en Arabisch, en verder in ’t Grieksch en Latijn, maar voor een goed deel ook door mondelinge overdracht. In de Middeleeuwen bestond er reeds een levendig handelsverkeer tusschen Oost en West; door de Kruistochten trokken groote scharen Westerlingen naar ’t wonderbare Oosten en vertelden bij hun terugkomst wat ze daar gehoord en gezien hadden. Zoo kreeg men in West-Europa kennis van dat alles en tevens lazen daar de meer ontwikkelden de in ’t Latijn geschreven dierengeschiedenissen. Nu begon ook de eigen letterkunde zich van de nieuwe stof meester te maken. Zoo zijn in ’t Fransch een menigte verhalen (branches) ontstaan, die betrekking hebben op de vele streken door den vos uitgehaald. Kenmerkend is dat in deze branches de uitheemsche dieren al zijn vervangen door inlandsche: de vos is in de plaats gekomen van den jakhals.
Oorsprong van den Reinaert. Ook ons land heeft zijn dierenepos gekregen: in de 13e eeuw is hier „Van den Vos Reynaerde” geschreven, gedeeltelijk een bewerking van een Fransche branche nl. Le Plaid (het pleidooi). Een vertaling is het niet, want soms is iets weggelaten en op andere plaatsen heel wat bijgevoegd, terwijl in de laatste helft (te beginnen bij Reinaerts veroordeeling) ook vrijwat voorkomt dat aan Fransche verhalen is ontleend, maar ’t hoofdverhaal daarin schijnt toch eigen vinding.
Letterkundige waarde. Men is ’t er over eens dat onze Reinaert ver staat boven ’t origineel, vooreerst omdat de schrijver de verschillende verhalen op heel natuurlijke wijze met elkaar in verband heeft weten te brengen en er een logisch geheel van heeft gemaakt, en vooral omdat zijn stijl uitmunt door aanschouwelijkheid en geest. Daarbij komt nog dat hij aan zijn werk een typisch Vlaamsch karakter heeft weten geven, o. a. door ’t geheel in Vlaanderen te laten spelen en Vlaamsche eigennamen te gebruiken, zoodat men haast van een oorspronkelijk werk kan spreken.
Tweeslachtigheid. Een dierenverhaal heeft altijd iets tweeslachtigs: er wordt telkens gesproken over dieren, maar daarachter staat de menschenmaatschappij. In die dieren worden menschelijke eigenschappen of maatschappelijke toestanden gehekeld. Treedt dit menschelijke te veel naar voren, dan wordt het geheel onnatuurlijk, onaesthetisch en belachelijk. Zoo laten de Fransche dichters de dieren op bankjes zitten, blozen van schaamte, de armen om elkaars hals slaan, een ring aan den vinger steken en zelfs werpt men een in zwijm gevallen kip water over den kop om haar weer bij te brengen. Bij ’t doorlezen van den Reinaert stuit men soms ook wel op menschelijke eigenschappen bij dieren, maar hinderlijk is dit nooit, de dichter weet ons voortdurend de illusie te geven dat we met dieren te doen hebben, en de eigenschappen van de verschillende dieren zijn juist typeerend voor hen, zooals we straks zullen zien. Ook in dit opzicht is de Vlaamsche clerc een meester geweest.
Schrijver. De aanvang van den Reinaert luidt:
„Willem, die Madocke1 makede,
Daar hi dicke omme wakede,
Hem vernoide soo haerde
Dat eene avonture van Reinaerde
In dietsche was onghemaket bleven
(Die Aernout niet en hadde bescreven),
Dat hi die vite dede souken
Ende hise uten walschen bouken
In dietsche dus hevet begonnen.”
en daaruit wordt in verband met eigenaardige verschillen tusschen ’t eerste en ’t laatste gedeelte van den Reinaert wel de conclusie getrokken, dat er twee schrijvers zijn geweest: een oudere, Aernout, die ’t laatste gedeelte heeft geschreven, en een jongere, Willem, die naar een Fransche branche het eerst heeft bewerkt als inleiding voor Aernouts verhaal, dat hij bovendien eenigszins heeft gewijzigd.