Читать книгу Geschiedenis der Europeesche Volken - Johann Georg Kohl - Страница 2

Inhoudsopgave

Оглавление

Naar het Hoogduitsch J. G. Kohl. Met gekleurde platen. Naar oorspronkelijke teekeningen A. Kretschmer.

’s Gravenhage—Joh. Ykema—1874.

Europa.

Zuidelijke naburen van Europa.

(Pheniciërs, Arabieren, Mooren, Barbarijers.)

Oostelijke naburen van Europa.

Tartaren, Mongolen, enz.

De Hellenen en Nieuw-Grieken.

De Osmanen.

De Zuidelijke-Slawen en de Albaneezen.

De Bulgaren.

De Serviërs.

De Walachyers of Romaenen.

De Magyaren.

De Tschechen en Polen.

De Russen.

Litauers en Letten.

Finnen, Lappen en Samojeden.

De Joden.

De Armeniërs.

De Zigeuners.

De Italianen.

De Spanjaarden.

De Portugeezen.

Gallië en de Franschen.

De Engelschen en hunne eilanden.

Epistol Paul yr Apostol at yr Hebreaid.

De Zweden, Noorwegers en Denen.

De Nederlanders.

De Zwitsers.

Duitschland en de Duitschers.

De platen moeten geplaatst worden, als volgt;

Naamlijst der inteekenaren.

A.

B.

C.

D.

E.

F.

G.

H.

I.

J.

K.

L.

M.

N.

O.

P.

Q.

R.

S.

T.

U.

V.

W.

IJ.

Z.

Geschiedenis der Europeesche Volken

Подняться наверх