Читать книгу Zes maanden bij de commando's - Nico J. Hofmeyr - Страница 3
VOORREDE
ОглавлениеDe volgende bladzijden zijn tijdens den oorlog te Pretoria begonnen en te Oudtshoorn verder voortgezet. Zij zijn niet geschreven, om de eene of andere geliefkoosde stelling, in verband met de groote Zuid-Afrikaansche worsteling, te verdedigen of te wederleggen. Aan de critiek en de politiek heb ik mij zooveel mogelijk onthouden. Ik heb slechts willen verhalen, uit een en ander door mij gezien en ondervonden, gedacht en gevoeld gedurende de eerste negen maanden van den strijd, waaraan ook ik, als Transvaalsche burger, heb deelgenomen. Met verstand en geweten, zoowel als met hart en bloed, sta ik aan de zijde der Republikeinen. Ik maak derhalve geene aanspraak op de schoon-klinkende, maar voor de meeste menschen onmogelijke onpartijdigheid. Daarbij echter, heb ik mijne oogen niet willens en wetens voor het goede en het edele in de tegenpartij gesloten. De klove tusschen de twee groote blanke rassen van ons land is reeds zóó groot, en eene mannelijke verzoening en samenwerking tusschen die beide is zóó noodzakelijk voor de stoffelijke, intellectuëele, zedelijke en godsdienstige welvaart van Zuid-Afrika, dat het de plicht van elken waren patriot is, om zoo veel mogelijk die klove te dempen en de gewenschte harmonie te bevorderen. Zelfs Sir Alfred Milner—die, onzes inziens, in vele opzichten »de teekenen der tijden” in ons zuidhoek verkeerdelijk gelezen heeft—heeft moeten erkennen, dat het heil van Zuid-Afrika in de wederkeerige achting der Hollandsche en Engelsche bevolking voor elkander gelegen is. Daartoe heb ik ook het mijne willen bijdragen, door de eenvoudige en ongekunstelde waarheid en werkelijkheid, zoo als die aan mij duidelijk geworden zijn, zonder vrees of gunst—maar niet zonder liefde, en gastvrijheid van geest—bekend te maken.
N. HOFMEYR
Oudtshoorn, April 1901