Читать книгу De politieke partijen in Nederland en de christelijke coalitie - Paul Verschave - Страница 10

V.

Оглавление

Inhoudsopgave

Op 't oogenblik is de Katholieke partij in Nederland definitief en sterk samengesteld. Zij heeft politieke vereenigingen, die aanhoudend werkzaam zijn in bijna alle gemeenten, waar de Roomschen eenigen invloed kunnen doen gelden. In elk kiesdistrict heeft zij een districtsvereeniging, welker bestuur zich verzekert van de medewerking van mannen van toewijding en een lid afvaardigt, ter vorming van een provinciaal comité, dat zich bezighoudt met de verkiezingen voor de Provinciale Staten, en bij de zelfstandige districts-vereenigingen niet tusschenbeide komt dan om advies te geven of in twijfelachtige gevallen te beslissen. Eindelijk als de kroon op de organisatie, en haar gevende de eenheid van gedachte, ten opzichte van de noodzakelijke leiding, bestuurt een centrale raad, samengesteld uit afgevaardigden van elke provincie, de Algemeene Bond van Roomsch Katholieke Kiesvereenigingen in Nederland.

Voorzitter van dit centraal comité is de heer Koolen, afgevaardigde van Grave. Deze uitgebreide organisatie werkt niet altijd zonder horten en stooten; vooral is dit het geval in de provincies Limburg en Noord-Braband, waar de kiezers weinig gelegenheid hebben om van hun kiesrecht gebruik te maken, en minder de noodzakelijkheid van de vereeniging gevoelen. Hierin is geen verandering te brengen, even moeilijk als het is, van het eerste begin af, elke persoonlijken strijd en inbreuk op de discipline te onderdrukken.

In alle geval moet erkend worden, dat zelfs bij den tegenwoordigen stand van zaken de Nederlandsche Roomschen op dit punt verder gevorderd zijn dan hun geloofsgenooten in andere landen van Europa, en dat een organisatie als hun »Algemeene Bond” aan hun actie de grootste kracht verleent.

In de Kamer bezit de Katholieke partij 25 afgevaardigden, een vierde gedeelte van de nationale vertegenwoordiging. Deze afgevaardigden vormen de »Roomsch-Katholieke Kamerclub,” die een nauwe betrekking onderhoudt met den Algemeenen Bond van Kiesvereenigingen, en waarvan de voorzitter tevens de eigenlijke leider van de partij is. Na Mgr. Schaepman was het de heer Kolkman, een van zijn trouwe strijdgenooten, erfgenaam van zijn politieke hoedanigheden en zijn welsprekendheid, die deze plaats vervulde tot het begin van 1908, toen hij haar vaarwel moest zeggen om in het ministerie Heemskerk de portefeuille van Financiën te aanvaarden. Hij is vervangen geworden door den heer Loeff, een rechtsgeleerde van veel talent, wiens werkzaamheid aan het Departement van Justitie onder het ministerie Kuyper duidelijk aan het licht getreden is.

Wat de Roomsche afgevaardigden betreft: in de eerste plaats onderscheiden zich Mgr. Nolens, de eenige priester die op 't oogenblik in de Kamer zitting heeft, waar hij het district Venlo vertegenwoordigt, de landstreek zijner geboorte; de heer Van Nispen tot Sevenaer, afgevaardigde van Nijmegen, een man van oud geslacht, met kennis van zijn tijd en nauwgezette en degelijke bestudeering van de vraagstukken; de heer Aalberse, opvolger van Mgr. Schaepman in Almelo, die geheel zijn eerbied-afdwingend talent, zoowel om te spreken als om te schrijven, ten dienste stelt van het Centraal Bureau van Katholieke Sociale actie, waarvan hij secretaris is; de heer Passtoors, de stichter en voorzitter van de groote »Nederlandsche Roomsch-Katholieken Volksbond”; de heer Ruys de Beerenbrouck, president van den Geheelonthouders-bond »Sobrietas”, die 62000 leden telt, enz.

De ministerieele crisis van 1907 heeft haar oplossing niet anders kunnen verkrijgen dan doordat drie Roomschen, de heeren Kolkman, Nelissen en Bevers, in het ministerie Heemskerk zitting namen, waarin de traditie van de ministeries Mackay en Kuyper voortgezet wordt.

Zoodanig is de plaats, die de partij in het land en in het Parlement inneemt, dat zij eerbied afdwingt aan allen, vriend en vijand, en dat zij de werkzame, dikwijls beslissende zaakbezorger is van den wetgevenden arbeid.

Haar aanhoudende sociale actie heeft daar niet weinig toe bijgedragen. Na eenige tegenstribbeling in het begin, heeft zij haar leider Dr. Schaepman gevolgd, die tegen het einde van zijn loopbaan zeide: »Er is voor mij geen grooter troost in mijn strijd en mijn arbeid, dan te werken voor het volk. Ik kan het woord van Mgr. Ketteler herhalen: voor de kerk en voor het volk”. Onder zijn aandrijving heeft zij de sociale instellingen van allerlei aard doen toenemen, en alzoo heeft zij verhinderd dat de Roomsche arbeiders in handen kwamen van de socialistische volksleiders.

De politieke partijen in Nederland en de christelijke coalitie

Подняться наверх