Читать книгу De politieke partijen in Nederland en de christelijke coalitie - Paul Verschave - Страница 11
VI.
ОглавлениеVan de talrijke Roomsche volksscholen is nauwelijks de schoolbevolking afgegaan, of zij wordt opgenomen in de patronages, geleid in de richting van de Vereeniging: Voor eer en deugd, en geroepen, bij haar intrede in het leven deel uit te maken van den Boerenbond »Vereeniging tot bescherming van den middenstand,” of van den »Volksbond”, tengevolge waarvan zij zich vestigt op het platteland en in de stad, en zich vertrouwd maakt met den landbouw, of commercieele of industrieele bedrijven.
Op dit oogenblik ook wordt zij geholpen in den dagelijkschen strijd voor het bestaan door de instellingen van voorzorg (credietkassen, verschillende onderlinge waarborgen); verdedigd tegen het alcoholisme door de matigheidsbonden: de kruisverbonden en de Mariavereenigingen; bijgestaan in den nood door de genootschappen van St. Vincent de Paul, die bizonder bloeiend in Nederland, hun zorg niet bepalen tot hulp aan den enkele, maar ook scholen bouwen en maatschappelijke werken ondernemen. Indien men zich rekenschap wil geven van het innerlijk leven, dat in dit geheele net van katholieke vereenigingen zich beweegt, dat men dan bijvoorbeeld naar Maastricht in Limburg ga. Daar in het groot gebouw van »het gesticht de Stuers”, alzoo genoemd, omdat het zijn ontstaan te danken heeft aan een mild legaat, vermaakt door een man van vermogen: den heer Ridder de Stuers, oud-adjunct van de stad, trekken zich de algemeene diensten voor geheel de provincie samen; het secretariaat van den arbeid van de »Limburgsche Roomsch-Katholieke Volksbond”; de arbeidsbeurs van den Volksbond van Maastricht: de Redactie en administratie van de „Volksbode”, het wekelijksch orgaan van het katholieke sociale leven in het Zuiden; het secretariaat van den Bond tegen het Alcoholisme: »Sobrietas” die te zeggen heeft over negen diocesaan-bonden en 62.000 leden; het centraal bestuur van de Limburgsche Katholiekendagen, dat tegelijk het »Bureau van de Katholieke pers” is. Met dit provinciaal middelpunt staat geheel de Katholieke organisatie van de diocese Roermond in verband. Zonder te spreken van de vereenigingen met meer weldadig of godsdienstig doel, het is vandaar dat het wachtwoord zich voortgeplant heeft tot 2176 leden van den Volksbond, tot 395 leden van de onderlinge verzekering van Katholieke onderwijzers, tot 1699 leden van het Kruisverbond, tot 13649 leden van den Landbouwbond, tot 631 van de »Hanze” en tot 779 leden van den centralen R. K. Mijnwerkersbond.
In de andere diocesen doet zich hetzelfde verschijnsel voor en openbaart zich dezelfde werkzaamheid, door de edele en verstandige toewijding van de Nederlandsche Roomschen aan de zaak der arbeiders.
Onder de belangrijke maatschappelijke werken moeten in de eerste rij genoemd worden de boerenbonden. Ontstaan uit een reactie tegen de »Maatschappijen van Landbouw” waarin de liberale invloed de overheerschende was, hebben zij zich snel ontwikkeld vooral in Noord-Braband en Limburg. Zij hebben voortgebracht syndicaten van koop en verkoop, melkerij-coöperaties, onderlinge credietbanken, en gevestigd een volledige rij van instellingen, gedreven door de edele begeerte, om het stoffelijk en zedelijk welzijn alom onder de landbouwende bevolking te brengen, en doordrongen van dezen practischen geest, die den Nederlander kenmerkt. Deze plaatselijke vereenigingen, streng Roomsch, welker besturen alle ter zijde worden gestaan door een geestelijken adviseur, zijn aangesloten in provinciale vereenigingen, en deze weer in een nationale organisatie, genoemd »de Nederlandsche Christelijke Boerenbond” die ongeveer 50.000 leden heeft. Maar, op dezen hoogsten trap, vindt men niet meer uitsluitend vereenigingen van Roomschen, men ontmoet ook Protestantsche; deze zich vereenigende met gene in een machtigen Bond, op den grondslag van een algemeen Christendom.
Evenzoo zijn de Roomschen niet onverschillig gebleven in de beweging van de fabrieksarbeiders. Hierin hebben zij meer bizonder de socialistische concurrentie te verduren gehad, maar de voortgang van de revolutionaire ideeën heeft hen nòch verschrikt, nòch ontmoedigd. Hun arbeid dagteekent van 1888. In dit jaar stichtte de heer Passtoors, een oud-onderofficier, die naar de industrie was overgegaan, de eerste Katholieke arbeiders-vereeniging, die weldra toenam en zich ontwikkelen mocht; een vruchtbare levenskiem, waaruit is voortgekomen een machtig getakte boom: de Nederlandsche Roomsch-Katholieke Volksbond. Zijn eerste »adviseur” was Mgr. Eigenraam. De encycliek »Rerum Novarum”, die bij de Katholieken van heel de wereld de sociale onaandoenlijkheid afschudde, en de sterke strooming die zich terzelfder tijd openbaarde in de richting van de arbeidersvraagstukken, zetten aan de organisatie een buitengewone geestdrift bij. In 1893 op het oogenblik, dat Mgr. Konings Mgr. Eigenraam als geestelijk adviseur verving, was de Volksbond van de Roomsch-Katholieken in Nederland reeds sterk; zij had zich ontwikkeld; zij had in Rotterdam een congres van twee dagen gehouden, een program van sociale eischen aangenomen, een adres aan de Koningin-Regentes geformuleerd, om haar bloot te leggen welke hervormingen gewenscht werden ten gunste van de arbeiders. Maar terzelfder tijd wijzigde zich haar karakter eenigszins: de Volksbond was in 't leven geroepen om in zijn rijen op te nemen arbeiders en kleine burgers, gesalarieerden en patroons, en de gemengde vereenigingen beantwoordden alzoo aan het ideaal van haar stichters. Het bleek dat daar een zeer goed begrip van maatschappelijke eensgezindheid had voorgezeten. Helaas, de practijk mocht er het succes niet van verzekeren. En langzamerhand kwamen in de plaats van de gemengde vereenigingen arbeidersafdeelingen voor den dag.
De Volksbond, die voortging onder zijn leden te tellen burgers en patroons, is meer en meer geworden de bond van Nederlandsche Roomsche arbeiders; een machtige vereeniging, die tot in deze laatste dagen zich splitste in even zooveel vereenigingen als er diocesen zijn, zonder dat er eenige officieele band tusschen bestaat. Er bestaat op 't oogenblik een centraal bestuur, aan welks hoofd de heer Passtoors staat, afgevaardigde van Beverwijk, die aanhoudend met bekwaamheid en bevoegdheid leiding gegeven heeft ter bereiking van het doel, dat de Bond zich voorstelt. De leden, ongelijk verdeeld over de vijf diocesen van Holland, gaan de 48.000 teboven; het onderscheiden initiatief, dat genomen werd, mocht vruchtbaar zijn; de congressen die georganiseerd werden hadden goed gevolg; de instellingen, die gesticht werden, bloeien: zooals het werk van het ambachtsonderwijs, sociale cursussen, spaarkassen, onderlinge verzekeringen, propagandaclubs, enz.; van het orgaan »de Volksbanier” worden meer dan 10.000 exemplaren gedrukt; de actie, die uitgegaan is op de openbare meening en bij de volksvertegenwoordiging, is gevestigd geworden door de nauwgezette bestudeering van de wetsonderwerpen, die in voorbereiding zijn en door een moedige propaganda.
»De Volksbond” vereenigt echter slechts een gedeelte van de Roomsche krachten. Tot den »Boerenbond” behoort een ander deel. De »Hanze” die de groote vereeniging is van de kleine burgerij, en waaraan een geestelijke, Ds. Nouwens, al zijn kracht wijdt, omvangt nog een ander deel. Boven deze komt sedert drie jaren een uitgebreider organisatie met ruime vooruitzichten en grootsche doeleinden: nl. de Katholieke Sociale actie. Dit is geen nieuwe vereeniging, en dat is het wat haar onderscheidt van de Duitsche Volksvereeniging, maar de verbinding van al de Roomsche vereenigingen, die in Nederland maatschappelijken invloed oefenen. Haar bewerktuiging is van eenvoudigen aard; in elke plaats benoemen de verschillende ambachten twee afgevaardigden om de plaatselijke afdeeling te vormen; de voorzitters en de secretarissen van de locale comite's vormen het diocesaan comité; de voorzitters en de secretarissen van de diocesaan comite's stellen den centralen raad saam, die een algemeen secretaris en meerdere assistenten voor de werkzaamheid van het centraal Bureau benoemt. De voorzitter van den centralen Raad is de heer Van Nispen tot Sevenaer, afgevaardigde voor Nijmegen; de algemeene Secretaris de heer Aalberse, afgevaardigde van Almelo; geestelijk adviseur de heer abt Angenent, professor aan het Seminarie te Warmond. Het Centraal Bureau is gevestigd in Leiden. Het biedt werkelijk een uitnemend arsenaal, bezit een schoone bibliotheek en vormt een belangrijke inlichtingendienst.
Aldus vinden we zijn zinspreuk werkelijkheid geworden: Centralisatie van bestuur, decentralisatie van actie.
Centralisatie van het bestuur; want de geheele beweging gaat vandaar uit; maatschappelijke enquêtes, de meest verschillende publicaties, de veldtocht van vergaderingen, de organisatie van de »sociale weken” enz. Een wekelijksch overzicht: de Katholiek, Sociaal Weekblad, dubbelblad van het dagblad »de Voorhoede”, draagt tot alle hoeken van het land uit de ideeën en de wijze van werken van deze uitgestrekte organisatie, die reeds meer dan 70.000 leden telt.
Decentralisatie van werkzaamheid; want de vereenigingen blijven, hoe ook in de organisatie opgenomen, toch zelfstandig, gedragen zich naar haar eigen regelingen en overeenkomstig haar eigen doel, bijna zonder dat het centraal bestuur zich aanmatigt haar iets anders te geven dan raad, een steun en een parool in de ernstige omstandigheden, die de eenheid van alle krachten en van alle goede gezindheid eischen.
Zoodanig is in 't kort de sociale arbeid van de Nederlandsche Roomschen. Er moet nog aan toegevoegd worden, dat deze beweging zoo volledig, zoo vruchtbaar in resultaten, en zoo rijk in verwachting, in volmaakte harmonie zich ontwikkeld heeft, onder de goedkeuring en het bestuur der bisschoppen. Terwijl zij aan de vereenigingen groote vrijheid van beweging lieten, hebben zij de beginselen geregeld waarvan de actie had uit te gaan, en met hun herdersstaf hebben zij hun kudde geleid in de richting van de maatschappelijke werkzaamheden, aansporend of matigend, al naar het noodzakelijk was, en als zoodanig ware aanvoerders van het Roomsche leger, met getrouwheid gevolgd, en met goed gevolg begrepen. 't Is niet tevergeefs dat de vermaarde Dr. Schaepman van hen zeide: »Ons vertrouwen en onze hoop rusten op hun woord, op hun macht, op hun wijsheid, op hun leiding. Zij hebben gesproken, zij hebben gehandeld met voorzichtigen moed, en op deze wijze hebben zij tusschen de verschillende takken van arbeid en instellingen een uitnemende samenbinding tot stand gebracht, en ze een hooge vlucht doen nemen.”