Читать книгу Dante's Hel - Dante Alighieri - Страница 5
II.
ОглавлениеGermanen en Italiaansche taal. De Germanen hebben toen ze zich hadden gevestigd in Italië en ze daar, door zich te vermengen met de oorspronkelijke bewoners als het ware een nieuw ras hadden gevormd, de taal der inwoners overgenomen, maar tevens vernieuwd en ververscht; 1200 ontstaat de schoonste der moderne talen, de Italiaansche taal. Zij heeft den rijkdom en nauwkeurigheid van het Latijn;—maar het nieuwe, het van frissche jeugdkracht volle volk der Germanen,—dat in zich voelt diepten en hoogten van ziele en zinne-leven, van teederheid, geloof en bespiegeling, van hartstocht, verachting en haat, door den Romein nooit gekend of gevoeld,—heeft haar een teederheid en soepelheid en bewegelijkheid gegeven, die haar tot draagster zal maken van de schoonste en rijkste poëzie, die ooit eenig volk heeft ten gehoore gebracht.
Wij, Nederlanders, hebben eigenlijk de beste inleiding tot Dante in Potgieter’s Florence, het Gedicht zelf met zijne omvangrijke Toelichtingen. Wie dat werk gelezen heeft, is geen vreemdeling meer in het oude Florence, geen onbekende met Dante zelf. Voor dengene, die dat werk niet kent, diene dus het volgende.
Dante niet te verklaren uit zijn tijd. Ik ben het volstrekt niet eens met die menschen, die meenen dat een groot werk moet en kan verklaard worden uit den tijd, de plaats en de omstandigheden, waarin het ontstaan is. Voor alles is het de persoon, die het geschapen heeft, en die persoon blijft een onverklaard wonder. Hoe kwam juist zulk een man met zulke ontzaggelijke eigenschappen, juist toen geboren te worden? Dit is een vraag, waarvoor we altijd blijven staan. Natuurlijk moeten er omstandigheden zijn geweest, die medegewerkt, hebben, of nog liever, die juist dien persoon zoo hebben tegengewerkt, dat hij door die tegenwerking juist er toe kwam zijn krachten in haar vollen omvang te ontplooien.
Zoo Dante’s ballingschap. Dit schijnt iets zeer ongunstigs, maar hoe zeer zal deze juist niet hebben medegewerkt om Dante’s volle gevoel van eigenwaarde, van trots te kweeken, hem aan de dagelijksche beslommeringen van huiselijk en burgerlijk leven te onttrekken, hem het geheele menschelijk leven, waar hij uitgezet was, als een geweldig kunstwerk te doen zien. Daarbij kwam nog het hebben van een politiek ideaal, dat geheel met de werkelijkheid in strijd was: nl. dat Keizer en Paus elkander als twee ongelijksoortige machten zouden erkennen, de Paus alle wereldlijk gezag den Keizer zou afstaan en het geestelijke alleen voor zich zou behouden, de Keizer den Paus als geestelijk heer zou eerbiedigen.