Читать книгу De Heilige Oorlog, gevoerd door Koning Elschaddai tegen Diábolus - John Bunyan - Страница 11

VI.
ZIJN LEVENSEIND.

Оглавление

Inhoudsopgave

Lijden om des gewetens wil bleef Bunyans deel tot het einde. Zijn weinige gehechtheid aan de staatskerk en zijne evangelische getrouwheid brachten hem dikwijls in onaangenaamheden met de overheid, en deze heeft hem meer dan eens van zijne goederen beroofd. Zijn kerkgebouw werd zelfs eene wijle gesloten en hij moest zijne vergaderingen in het open veld houden.

Temidden van al deze onzekerheid voor de toekomst vermaakte hij aan zijne innig geliefde vrouw alles wat zijn eigendom was bij een document, dat gedagteekend is van den 23sten December 1685. Hij, „John Bunyan, kopersmid, gaf, door innige liefde gedreven, aan haar alle goederen, die hij bezat, zoowel roerend als onroerend, en alle schuldvorderingen, waar die ook mochten gevonden worden.”

Aldus op alles voorbereid was hij tijdig en ontijdig in zijn Meesters werk. Zijn roem groeide telkens aan. Van alle zijden werd het hem moeielijk gemaakt door overstelpende bezigheden. Hij werd beter met boeken vertrouwd, en zijne groote kennis der menschelijke maatschappij bracht hem eigenaardige voordeelen aan. Alles werd tot zijn doel aangewend; hij kon alles gebruiken; menigmaal werden onderwerpen uit het dagelijksch leven aangehaald om als illustratiën te dienen, en niet minder staatkundige gebeurtenissen of de geschiedenis van den dag. Als hofprediker van den Lord Mayor van Londen, tot welk ambt hij eens geroepen werd, of als gast der eenvoudige hutbewoners in afgelegen dorpen, wien hij na het landelijk maal het Evangelie prediken zou, altijd was hij dezelfde, altijd bleek zijne vurige begeerte om anderen nuttig te wezen en tot God te leiden.

In het voorjaar van 1688 leed hij veel door de zweetziekte,[2] en het scheen zelfs, dat hij er aan sterven zou. Gedeeltelijk herstelde hij wel weer, en eindelijk meende men zelfs, dat hij zijne volle kracht terugbekomen had. Maar zijn einde was op handen en het duurde niet lang of het kwam. Eer zelfs dan hij of zijne zoo innig aan hem verkleefde echtgenoote vermoed hadden, want hij stierf waar zij hem niet bijtijds kon bereiken, twee dagreizen van huis.

Hij was door een jongeling zeer dringend verzocht eene poging te doen om hem met zijn vader te verzoenen, die gedreigd had hem te zullen onterven. Daar was in het geheel geen kans op dan alleen door een persoonlijk bezoek, en daartoe moest Bunyan eene reis ondernemen van Bedford naar Reading, een afstand van vijftig mijlen.[3] Hij ondernam dien tocht te paard en slaagde zoo goed in zijne opofferende onderneming, dat de vader er in toestemde zijn zoon te vergeven en de bedreiging introk. Zeer verblijd over den goeden uitslag, besloot Bunyan Londen op de terugreis aan te doen, waar die jongeling woonde. Hij wilde hem zelf de goede tijding brengen. Het weder was buitengewoon onstuimig en de reis viel hem zuur. Toen hij de woning van zijn vriend Shaddoks op Sneeuwheuvel bereikte, overviel hem de koorts, en ofschoon er eerst alle hoop was op zijn herstel, stierf hij tien dagen later. De datum is onzeker, daar de opgaven verschillen tusschen den 12en, 17en en 31sten Augustus 1688.

[2] Deze vreemde ziekte, die slechts een verloop van enkele uren had, meestal met doodelijk einde, sleepte omstreeks dien tijd in Engeland vele honderden ten grave.

[3] Ongeveer achttien uren.



BUNYANS GRAF IN BUNHILL FIELDS.

Bunyans dood was een waardig besluit van zijn leven. Zijne lenden waren omgord en zijne lamp brandende. Hij bleef getrouw tot den dood. Hij blies den laatsten adem uit, verzegelende, dat God waarachtig is. „Wat zoudt gij beter voor mij kunnen begeeren,” zeide de stervende tot de omstanders, „dan wat God mij te zien geeft in het heerlijk visioen, waarmede Hij mij verwaardigt? Mijne begeerte is, dat gij heilig moogt leven en eenmaal komen om het te zien. Ik ga naar den Vader van onzen Heer Jezus Christus, die mij zonder twijfel uit kracht van het verzoenend bloed van zijnen Zoon, aannemen zal, ofschoon ik een zondaar ben. Weent niet over mij. Wij zullen elkander eerlang weder ontmoeten om het nieuwe lied te zingen en eeuwig samen gelukkig te zijn.” Hij wist, dat hij in den hemel een beter en onsterfelijk leven tegemoet ging.

Het lichaam werd te Bunhill Fields begraven temidden van vele treffende bewijzen van algemeene liefde en eerbied. Te Bedford was de smart hevig, in het bijzonder bij de gemeente, die nu herderloos was, maar niet minder in heel den omtrek. Het was nog geen veertien dagen geleden, dat zij hunnen herder, leeraar, vriend en stadgenoot hadden zien wegrijden op zijn Samaritanentocht der barmhartigheid naar Berkshire, en toen zag hij er niet minder sterk uit dan vroeger, een krachtig, flink gebouwd man van zestig jaren. Sommigen hunner hadden hem eerbiedig goeden dag gezegd, anderen meer familiaar en vriendschappelijk gegroet.



En nu was hij reeds dood en begraven. Bij zijne bijzondere vriendelijkheid voor een verstootene had hij zijn leven ingeboet. In den dienst van zijnen Heer en Heiland was hij ingesluimerd en tot zijne vaderen vergaderd. Grootmoedige, eerwaardige Bunyan! Gij rust van uwen arbeid en uwe werken volgen u na. Uw loopbaan was moeielijk, maar gij waart standvastig. Gij werdt zwaar beproefd en diep bedroefd, maar gij bleeft getrouw. Uw pelgrimsreis van deze wereld naar de toekomende loopt evenwijdig met uw eigen, bewonderenswaardigen, onnavolgbaren droom, van het begin af tot aan het zegevierend en God verheerlijkend einde.




De Heilige Oorlog, gevoerd door Koning Elschaddai tegen Diábolus

Подняться наверх