Читать книгу HERKENNEN BEZINNEN DOEN (HBD) - Jurgen Toonen - Страница 6
1.1 WAT IS COMMUNICATIE
ОглавлениеMijn definitie is heel simpel:
Communicatie omvat alle signalen tussen zender en ontvanger.
Zender: geeft signalen (boodschappen), bewust maar ook onbewust en soms ook onbedoeld.
Ontvanger: ontvangt signalen (boodschappen). Geen signaal is ook een signaal.
Signalen: informatie via lichaamstaal (non-verbaal), verbaal, omgeving/de plek (context) en op welk moment (timing). Signalen zijn informatiedragers.
(cb)
Tijdens het communiceren, wisselen de zender en de ontvanger voortdurend van rol. De zender begint de communicatie door een signaal af te geven. De ontvanger stuurt weer een signaal terug en wordt daarmee zender. Uiteraard wordt de zender dan de ontvanger. Een teruggestuurd signaal noemt men ook feedback (letterlijke vertaling: terugkoppeling). Een van de grootste problemen bij communiceren is het optreden van ruis.
(cb)
Ruis: vervormt het signaal. Vervorming treedt op wanneer het verzonden signaal(boodschap) niet ontvangen of begrepen wordt door de ontvanger, zoals de zender dat heeft bedoeld. Hier volgt een opsomming van mogelijke veroorzakers van ruis, dat zijn er nogal wat:
zender
niet de juiste toon/intonatie (boos of vriendelijk), verkeerde bewoording, lichaamshouding, verkeerde plek (op het toilet), triggers uit verleden (angst voor afwijzing van ouder), zich niet lekker voelen/ziek zijn (ongesteld, kiespijn, griep);
ontvanger
luistert niet of luistert met zender aan om te reageren en niet om te begrijpen, verkeerd idee vooraf vanwege bijvoorbeeld verschillende definities, triggers uit verleden, zich niet lekker voelen/ziek zijn;
omgeving
te veel lawaai, te veel mensen, onveilige omgeving, interruptie (anderen, telefoon);
feit of fictie
heb je correcte en voldoende informatie? Hier valt bijvoorbeeld projecteren onder: invullen van wat de ander denkt of voelt zonder bevestiging van die ander? Of denken te weten wat de ander denkt wat jij voelt of denkt. Triggers (volgend punt) kunnen hierbij een rol spelen;
scheid heden/verleden (triggers)
wat zijn de triggers (activeren gevoelens en patronen uit het verleden). Wat hoort bij het heden en wat bij het verleden (bijvoorbeeld afwijzingspijn, angst of woede uit vroegere tijden);
veel conflicten gaan om het verdedigen van de eigenwaarde in plaats van het conflict zelf
men voelt zich dan als persoon afgewezen. Bevestig je die, dan is het vaak snel opgelost;
defensiemechanismen
het onbewuste bepaalt voor 85% hoe je reageert en wat je besluit. Dit soort mechanismen schuift schuld af en verdekt eigen ongemak. Meestal oude afwijzingspijn. Hiermee wordt niet bedoeld gewone eerlijke argumentatie;
cultuurverschillen, opvattingen, dogma’s, vooroordelen;
verschillende definities bij gebruik van dezelfde begrippen;
negatieve emoties
jaloezie, haat, afkeer, oneerlijkheid, valse angst, bitterheid, wraaklust;
verkeerde houding/instelling
onwil, dubbele agenda, dubbele maat (willekeur, voorkeur, discriminatie, egoïsme), hoogmoed/arrogantie, manipulatie, obsessie, laag inlevingsvermogen, weinig zelfinzicht/zelfkritiek (geen of weinig kijk naar en in zichzelf), geen geweten;
persoonlijke beperkingen
onmacht, onkunde, verstandelijke handicap. Een bemiddelaar is dan gewenst;
onder invloed van middelen zoals alcohol of drugs;
problemen die door elkaar heen lopen;
onopgeloste problemen uit verleden, die mede op komen spelen.
Er is altijd communicatie
Bij niets zeggen (iemand doodzwijgen) communiceer je dus ook. Je kunt niet ‘niet communiceren’ (Watzlawick [1]). Het lost meestal geen conflict op en is zeker niet assertief.
Gedrag is ook communicatie en heeft weer invloed op het gedrag van de ander. Boosheid roept meestal boosheid op. Neiging tot samenwerking roept samenwerking op. Een volgzame instelling roept vaak leidinggevende impulsen op bij een dominant ingesteld iemand. De rol die we aannemen is van belang voor hoe anderen op ons reageren.
Emotie tonen is ook communicatie
Emotie kan anderen wakker schudden over hoe ons iets raakt of beleven. Uitspreken is soms onvoldoende en (sterkere) emotie is dan nodig voor meer duidelijkheid. Lang niet altijd hoeft dat met een heftige uitbarsting. Het helpt al om te vertellen over hoe we ons voelen.
93% van alle communicatie in een gesprek is non-verbaal
Albert Mehrabian ([2], [3]) heeft aangetoond, dat 7% van wat wij communiceren, bestaat uit de letterlijke inhoud van de boodschap. Stemgebruik (toon, intonatie en volume) neemt 38% in beslag en lichaamstaal 55%.
Van onze reacties en besluiten is 85% onbewust van tevoren al bepaald. (Benjamin Libet [4]: Hersenen besluiten een halve seconde voor de bewustwording. Voor men het bewust weet dus. Een echt nieuw besluit, zeker in een conflict waarin alles vaak heel snel gaat, vergt inspanning en een bewuste houding om dit onbewuste proces tegen te gaan. Ons lichaam wil op die manier op basis van ervaring heel snel een oplossing aanreiken zodat wij zo spoedig mogelijk kunnen reageren.
Nadeel hiervan is dat als we een verkeerde manier van communiceren ontwikkeld hebben, we steevast automatisch op die wijze reageren. Vandaar dat onderzoek naar onze motieven of beweegredenen zo belangrijk is. Zoals zelfinzicht, in jezelf kijken (Mattheüs 15:18) en (zelf-) reflectie (kijken naar jezelf met betrekking tot handelen, gedrag en motivatie). Als het ware jezelf een spiegel voorhouden, die jou reflecteert. De Heer Jezus heeft het ook over je innerlijk en zelfonderzoek:
Mattheüs 15:18:
Maar wat de mond uitgaat, komt uit het hart, en dat maakt de mens onrein.
Onderzoek dus wat in je hart zit, in je binnenste. Aanvaard dat, denk daar over na en evalueer al biddend (wat was goed en wat niet). Dat leidt ook tot meer zelfkennis, groei en een diepere relatie met jezelf, de ander en God (niet per se in deze volgorde).