Читать книгу Mythen en Legenden van Egypte - Льюис Спенс - Страница 24

Oorsprong van het ras.

Оглавление

Inhoudsopgave

De quaestie van de oorsprong van het ras bij de bevolking van het oude Egypte is een van de meest ingewikkelden. In graven en andere oude overblijfselen der beschaving vinden wij sporen van verschillende rassen, welke op verschillende tijdstippen in het land kwamen, doch deze data van vestiging zijn zoo gebrekkig, dat het zeer gevaarlijk zou zijn, hierover te generaliseeren. Volgens professor Sergi uit Rome, de grondlegger van de theorie, dat een groote beschaafde tak in een vroeg tijdperk aan de Zuidelijke kusten der Middellandsche Zee ontstond, behoorden de oude Egyptenaren tot den Oostelijken tak van dit ras, tezamen met Nubiërs, Abessiniërs, Galla, Masai en Somalis. Het bewijs der taal is vaag, want hierbij zou het, evenals in andere gevallen, slechts met het oog op beschaving in aanmerking kunnen komen.

Een andere theorie neemt aan, dat het Nijldal in oude tijden bevolkt was door een dwergenvolk, doch dat dit uit zijn bezit is verdreven door volken, die aan de Middellandsche Zee woonden. De theorie, dat volken aan de Middellandsche Zee Egypte direct vanuit hun oorspronkelijke woonplaatsen binnenvielen, is lijnrecht in strijd met de andere opvatting, welke het land in oude tijden laat bewonen door een volk, dat zich bezighield met bewerking van steenen en dat uit Palestina afkomstig zou zijn.

Indien men de tijdrekening nauwkeurig beschouwt, zal het blijken, dat dit volken waren, aan de Middellandsche Zee wonende, welke reeds lang ervaren waren in het bewerken van steen, daar dit materiaal in ruime mate bij hen aanwezig was.

Waarschijnlijk volgden hierna successievelijk invasies uit het Oosten en Arabië en de landen daaraan grenzend en vandaar kwam een volk, aan de Babyloniërs verwant, en met hun beschaving vertrouwd, welke zij in een gemeenschappelijke woonplaats met dezen hadden gedeeld, doch dit kan niet met zekerheid worden vastgesteld.

Dezen gaven hun Semitische woordenschat aan de Hamitische syntaxis van het volk, dat zij in het Nijldal vonden. Hoewel zij de taal hervormden, slaagden zij er slechts gedeeltelijk in den godsdienst te wijzigen, daar deze voor het grootste gedeelte van het Osiris-type bleef, doch zich ook met de vereering van Horus, in de gedaante van een havik, vermengde, welke door de vreemdelingen was ingevoerd. Eveneens ontbreekt het niet aan hen, die meenen, dat deze immigranten uit Arabië Hamieten waren, die reeds een grooten trap van beschaving bereikt hadden. Dezen zouden door Semitische horden vanuit het Noorden in het nauw zijn gebracht, de Roode Zee zijn overgestoken en zich eerst in Berenice gevestigd hebben.

De Egyptenaren, tot de dynastie behoorend, zijn Hamieten, een omstandigheid, welke dit laatste gezichtspunt kracht schijnt bij te zetten en tevens verschillen zij in type niet veel van de tegenwoordige Galla, doch hadden wellicht proto-Semitische elementen1; men stelt zich voor, dat zij zich geconcentreerd hebben in de nauwe en vruchtbare strook langs de oevers van den Nijl.

De geschiedenis der dynastieën van het oude Egypte strekt zich op zijn minst over een periode van meer dan 3000 jaren uit. Met het oog op chronologische moeilijkheden, vond men het geschikt het dynastieke systeem, dat door Manetho, een Egyptischen priester, die in de 3e eeuw v.C. leefde, uitgedacht werd, te aanvaarden.

Manetho nu verdeelde de Egyptische geschiedenis in 31 dynastieën en hiervan vullen 26 den tijd tusschen Mena en de Perzische verovering, terwijl de overige de periode der Perzische, Helleensche en Romeinsche suprematie vullen. Met de Perzische overheersching echter begint de ontbinding van het Egyptische rijk en eigenlijk eindigt op dit tijdstip de Egyptische geschiedenis.

Hoewel Manetho’s dynastieke indeeling door moderne Egyptologen is aanvaard, wordt zijn chronologie niet zoo algemeen aangenomen, hoewel deze door één authoriteit op dit gebied, professor Flinders Petrie, wordt ondersteund.

Tegenwoordig is de opvatting overheerschend de minimum chronologie te aanvaarden, welke bekend is onder den naam van Berlijnsche school; deze plaatst Mena’s verovering op 3400 v.C. en de 12e dynastie op ongeveer 2000 v.C., terwijl de opvatting van professor Petrie, welke minder algemeen wordt aangenomen, deze gebeurtenissen stelt op respectievelijk 5500 v.C. en 3400 v.C.

Het is gebruikelijk de verschillende dynastieën in drie perioden te verdeelen, n.l. het Oude Rijk, omvattende de 1e-8e dynastie, het Midden-Rijk, omvattende de 9e–18e dynastie, en het Nieuwe Rijk, loopende van de 18e–26e dynastie.

Deze verdeelingen echter vullen geen enkele onderbreking in den loop der Egyptische geschiedenis, doch worden alleen uit gewoonte gebruikt.

De volgende tafel geeft een vergelijking te zien tusschen het systeem van dateering, dat bij hen, die de Egyptische geschiedenis bestudeeren, in zwang is, overeenkomstig professor Petrie en de Berlijnsche school, door professor Breasted voorgestaan:

Petrie (1906) Berlijnsche School (1906)
I 5510 v.C. 3400 v.C.
II 5247 v.C.
III 4945 v.C. 2980 v.C.
IV 4731 v.C. 2900 v.C.
V 4454 v.C. 2750 v.C.
VI 4206 v.C. 2625 v.C.
VII 4003 v.C. 2475 v.C.
VIII 3933 v.C.
IX 3787 v.C. 2445 v.C.
X 3687 v.C.
XI 3502 v.C. 2160 v.C.
XII 3459 v.C. 2000 v.C.
XIII 3246 v.C. 1788 v.C.
XIV 2793 v.C.
XV 2533 v.C.
XVI 2249 v.C.
XVII 1731 v.C.
XVIII 1580 v.C. 1580 v.C.
XIX 1322 v.C. 1350 v.C.
XX 1202 v.C. 1200 v.C.
XXI 1102 v.C. 1090 v.C.
XXII 958 v.C. 945 v.C.
XXIII 755 v.C. 745 v.C.
XXIV 721 v.C. 718 v.C.
XXV 715 v.C. 712 v.C.
XXVI 664 v.C. 663 v.C.
XXVII 525 v.C. 525 v.C.
XXVIII 405 v.C.
XXIX 390 v.C.
XXX 378 v.C.
Mythen en Legenden van Egypte

Подняться наверх