Читать книгу Mythen en Legenden van Egypte - Льюис Спенс - Страница 30

Handel.

Оглавление

Inhoudsopgave

Wij weten slechts weinig over de handelsaangelegenheden van het oude Egypte. Overal hield men waarschijnlijk markten in de open lucht. Munten waren onbekend tot aan den tijd der Perzische invasie en ook toen werden gouden ringen, zilver en brons als ruilmiddel gebruikt. Ruilhandel echter domineerde voornamelijk. Koren was het stapelproduct van Egypte en het schijnt, dat dit tot een bepaalde hoeveelheid naar andere landen werd uitgevoerd, evenals papyrusrollen en linnen; maar al het zilver en koper moest worden ingevoerd, zoo ook kostbare houtsoorten, verder de huiden van zeldzame dieren, ivoor, specerijen, wierook en steenen voor het vervaardigen van buitengewoon vaatwerk.

Vele van zijn import-artikelen bereikten Egypte in den vorm van belasting, maar er bestaan nog getuigschriften van expedities, door den koning uitgezonden, om buitenlandsche zeldzame voorwerpen op te sporen. Een groot deel van den Egyptischen handel was in handen van vreemdelingen. De Phoeniciërs openden klaarblijkelijk een verbinding met Egypte op zijn vroegst in de 3e dynastie. In lateren tijd werd een uitgebreide handel met Griekenland gedreven en koning Psammetichus I2 stichtte de stad Naucratis, als centrum van den Griekschen handel in Egypte.

Landbouw was de ruggegraat van de Egyptische welvaart; de natuurlijke gesteldheid van den bodem—vruchtbaar, zwart slib, door den Nijl achtergelaten, welke eveneens voor irrigatie diende—maakte de praktijk van den landbouw vrij eenvoudig. De groote hitte hielp eveneens mede om het graan spoedig te doen rijpen. De bebouwing was bijna het geheele jaar mogelijk, maar eindigde gewoonlijk met den oogst, welke tegen het eind van April werd ingehaald; vanaf dit tijdstip tot aan Juni werd den landbouwer een rusttijd toegestaan.


Voorstelling van het weiden van een groote kudde vee op een Egyptische hoeve.

Op een graf te Thebe, 18e dynastie.

Met toestemming gereproduceerd uit “Muurschilderingen in Egyptische grafen”, uitgegeven door de beheerders van het Britsch Museum.

Men zaaide een groote verscheidenheid van vruchten; durra, waaruit men brood maakte, linzen, erwten, boonen, radijs, latuwen, uien en vlas werden allen verbouwd. Fruit was vertegenwoordigd door druiven, granaatappels, vijgen en dadels. Hout was zeldzaam en werd, zooals reeds is opgemerkt, voor het meerendeel geïmporteerd. Oudtijds was het waarschijnlijk overvloediger, maar de invoering van de kameel en de geit veroorzaakte de uitroeiing hiervan, daar deze dieren de bast van de boomen afstroopten en de takken afscheurden. Wijn werd in hoofdzaak in het district Mareotis, dichtbij Alexandrië, gefabriceerd en schijnt een zeer aangenamen geur te hebben gehad. De papyrusplant werd vanaf de vroegste tijden op groote schaal verbouwd; de stengel werd gebruikt voor den bouw van booten en het vervaardigen van touw en eveneens voor schrijfmateriaal.

Mythen en Legenden van Egypte

Подняться наверх