Читать книгу Mythen en Legenden van Egypte - Льюис Спенс - Страница 29

Levenswijze in Oud-Egypte.

Оглавление

Inhoudsopgave

Het bestaan van Egypte, als een inheemsche monarchie, strekt zich over een zoo langdurige periode uit, dat het buitengewoon moeilijk is over de methode van bestuur of de levenswijze van het volk te generaliseeren. Hierbij moet tevens worden opgemerkt, dat geen enkele beschaving, met een verleden van duizenden jaren, minder verandering in staatkundige of inwendige aangelegenheden vertoont.

Het staat vast, dat, toen eenmaal door de Egyptenaren een landelijke levenswijze was aangenomen, zij de gebruiken en gewoonten daarvan bewaarden tot den tijd van de invasie van buiten; en voor zoover de lagere klassen betreft, kan er weinig twijfel aan bestaan, of hun dagelijksch leven ging van eeuw tot eeuw kalm en onveranderlijk voorbij. De kennis der folklore heeft ons bewezen, hoe weinig verandering de loop der tijd in de levenswijze en de gedachten van dat volk aanbrengt, welks omgeving zoodanig is, dat krachten van buiten zelden eenigen invloed hierop uitoefenen. Speciaal was dit met de bewoners van het Nijldal het geval; dezen toch waren gedurende eenige eeuwen, door geografische en andere redenen, van de invallen van andere beschaafde volken verschoond. Ten tijde, dat vreemde indringers zich met hen vermengden, hadden zij zich zoo stevig gevestigd en waren zij zoo krachtig door de traditie beïnvloed, dat zij practisch voor de uitwerking van rasvermenging immuun waren.

Men moet ook niet vergeten, dat zulke indringers, als Egypte kende, hun vrouwen niet met zich plachten te nemen en dat hun huwelijk met Egyptische vrouwen gewoonlijk in een, of drie geslachten, de uitwerking had, dat zij geheel en al in de inheemsche bevolking opgingen, zoodat het gehalte van het ras vrijwel onveranderd bleef. Verder was hun aantal, vergeleken bij de bevolking van Egypte, betrekkelijk klein.

De omgeving van het Nijldal is buitengewoon goed geschikt voor de continuïteit van het rastype, zooals duidelijk blijkt uit het voortbestaan van de gestalte bij de huis- en andere dieren. Ontelbare malen heeft men daar buitenlandsche schapen, geiten en ezels ingevoerd en wel met dit resultaat, dat zij korten tijd daarna geheel opgingen in het domineerende Egyptische type van hun soort, met nauwelijks eenige verandering.

Het paard en de kameel werden betrekkelijk laat in Egypte ingevoerd en deze late invoering is een duidelijk bewijs voor de geïsoleerde ligging van het land.

Het feodale systeem was over het algemeen in oud-Egypte wijd en zijd verbeid en de Pharaoh hield zich voornamelijk bezig met het controleeren van zijn hoogere onderdanen. Dezen vormden hun vorstelijke waardigheid tot een centrale macht en zelfs zij, die geen aanspraak op koninklijk bloed konden maken, kochten bezittingen van aanmerkelijke grootte op. Het krioelde van ambtenaren in het Nijldal en het schijnt, dat zij zich niet lieten leiden door een hoogen graad van politieke moraal, ten minste in de praktijk schoten zij hierin te kort. Aan de leden der koninklijke familie schonk men gemeenlijk aanzienlijke posten en op deze wijze werd het land inderdaad door een erfelijke bureaucratie bestuurd. Een kanselier, of vizier, was onmiddellijk verantwoording aan den monarch schuldig voor den toestand van het land, de financiën en het wettelijk bestuur.

Mythen en Legenden van Egypte

Подняться наверх