Читать книгу Mythen en Legenden van Egypte - Льюис Спенс - Страница 40

De Egyptische tempel.

Оглавление

Inhoudsopgave

De oudste tempelvorm was slechts een hut van gevlochten teenen, en diende als bewaarplaats van de symbolen van den god; het altaar was een rieten mat. De oudste tempels ontleenden hun ontstaan aan den muur, welke rondom den naamzuil stond, welke later van een dak werd voorzien.

Met de komst van het Nieuwe Rijk kreeg de wijze van tempelbouw een meer gecompliceerd karakter, hoewel de wezenlijke plattegrond, van de oudste tot de laatste tijden, in wezen onveranderd bleef. De eenvoudigste vorm was een ringmuur, terwijl de pylon of ingangspoort door torens geflankeerd was; hiervoor werden gewoonlijk twee reusachtige beelden van den koning en twee obelisken geplaatst; hierop volgde het inwendige heiligdom, de naos, hetwelk de symbolen der godheid bevatte.

Dit was kunstig bewerkt, verdeeld in drie lanen of sphinxen, verder boven van kolommen en een hypostyl of zuilenhal voorzien. Op deze wijze vergrootten verscheidene Egyptische koningen de bouwwerken van hun voorgangers.

Deze tempels stonden in het midden van bevolkte steden, terwijl de ringmuur het lawaai en rumoer van de nauwe straten buiten sloot. Een breede weg, recht door het bewoonde kwartier aangelegd en aan beide zijden door rijen leeuwen, rammen en andere heilige dieren geflankeerd, leidde naar den grooten pylon, den hoofdingang. Voor den ingang bevonden zich twee obelisken en eveneens een beeld van den koning, die den tempel had gesticht, als beschermer van het heiligdom.

Aan iedere zijde van den ingang verhief zich een hooge toren, vierkant van vorm, met zijden naar den binnenkant afloopend. Dezen waren natuurlijk voor verdedigingsdoeleinden bestemd en op deze wijze kon de doorgang door de pylons met succes tegen den vijand versperd worden, terwijl men vanuit de poorten in den muur uitvallen kon ondernemen. Lange masten werden aan den voet van den pylon vastgehecht.

Vroolijk gekleurde wimpels waaiden vanaf deze masten om den invloed van het booze ver te houden; eveneens had het symbool van de zon, de gevleugelde discus, welke zich boven de groote poorten bevond, hetzelfde doel. Deze poorten werden dikwijls uit hout vervaardigd, een zeer kostbare grondstof, zooals wij reeds zagen en bedekt met een laag glinsterend goud.

De buitenmuren werden versierd met levendig geschilderde reliëfs en inscripties, welke de daden van den stichter afbeeldden, want de tempel was zoowel een persoonlijk monument, alsook een heiligdom van den beschermgod.

Aan de binnenzijde van den pylon bevond zich een groote hof in de open lucht, gewoonlijk met een zuilengaanderij aan beide zijden; in groote tempels echter, zooals bij die in Karnak, bevond zich één rij zuilen. Hier werden de groote feesten gevierd, en een groot aantal burgers mocht hieraan deelnemen. Door een lagen ingang kwam men van hieruit in de hypostyl; de vensters van deze bevonden zich dicht bij de zoldering, zoodat er een schemerlicht heerschte, terwijl het heiligdom in diepere duisternis was gehuld.

Mythen en Legenden van Egypte

Подняться наверх